woensdag 31 juli 2024

Mijmering 76 Gevulde courgetbloemen, vegaburgers maken, weer een nieuw verpakking truukje en een verhaaltje...

Beste mensen,

Het leven is een kostbaar heerlijk iets

je kunt niet gaan zitten toekijken...je moet er middenin duiken

 Annemiek

Mijmering 76 2024…

Tip…Gevulde pompoen of courgetbloemen zijn heel leuk om te maken en je steelt er de show mee… 


Je kan het beste mannenbloemen gebruiken die dragen geen vruchten. 

Je herkend ze aan het stengeltje. 

Bij vrouwen bloemen groeit onder de bloem een vruchtbeginsel.

Sonja zou me appen als ze twee of drie bloemen had, die vroeg in de ochtend open gaan en direct geplukt in de koelkast werden gelegd om open te blijven. 

Ik heb de bloemen opgehaald en in sneltreinvaart van haar naar mijn koelkast gebracht want
bij warmte gaan de blommen dicht…


Een bakje kruidenkaas werd gekocht die in een spuitzakje ging en werden de bloemen ermee
gevuld. 

De bloemblaadjes dichtbinden kan met een bonenrankje of pompoenrankje dat ik niet bij de hand had. 

Met een bieslookstengel gaat het ook (dankjewel Desiree voor de tip) en werd een dik beslag gemaakt van:

Beetje bloem met theelepeltje bakpoeder of… zelfrijzend bakmeel.

1 ei en snuf zout

Beetje melk en roeren.

Melk of bloem toevoegen tot een dik beslag.

De bloemen door het beslag slepen en bakken in een bodempje  zonnebloemolie in een stoofpan. 

Op tijd keren zodat alle kanten garen en bruinen. 

In de rest beslag had ik schijven courget gewenteld en gebakken, waarop een toefje kruidenkaas kwam. 

Daar hoort een glas Hugo bij en een zwoele zomeravond op het hofje…

Tip 2…Vegaburgers maken.  Tijdens een voorspelde hete dag werd om zes uur in de


ochtend mijn huis gelucht/gekoeld 

en om acht uur alle ramen zonwering en gordijnen gesloten. 


22.5 graden in huis en werden wat klusjes gedaan in de koelte. 

Een beker witte droogbonen die 24 uur geweekt waren, werden gaar gekookt. 

In een ander pannetje een beker linzen garen (linzen hoeven niet geweekt.) Afgieten en afkoelen.

Ingrediënten vegaburgers.

1 beker groene of blonde linzen

1 beker gedroogde witte bonen (24 uur geweekt in ruim koud water)

1 dikke ui

1 rode paprika

1 groene paprika

1 ei

Peper/zout/olijfolie

Voor de afwerking:

Paneermeel

Bloem

2 eieren (of 3 als het kleine eitjes zijn)

Werkwijze: De bonen en linzen gaar koken in aparte pannen, afgieten en af laten koelen. 

In de keukenmachine (kan ook met de stamper) de bonen fijnmalen.

 Ikzelf maalde in de Moulinex de ui en anderhalve paprika heel fijn (tot vocht) en kan bij de bonen. 

De halve rode paprika die overbleef in kleine stukjes snijden voor het rode snippertje in de burgers. 

Ei, olijfolie toevoegen, peper/zout en de massa mengen met je hand.

Meestal is de massa precies goed en kan een uurtje in de koelkast opstijven. 

Indien nodig eventueel wat havermout of paneermeel of bloem toevoegen of…

olijfolie naar gelang de stijfheid van de massa.

Balletjes draaien en weer even laten rusten in de koelkast. 

Bij het afwerken pas je een truukje toe. 

Klaarzetten:

1 bord met bloem

1 bord met de los geklopte eieren

1 bord met paneermeel.

Werkwijze: Met je rechterhand een balletje door de bloem rollen, 

in bord twee leggen en met de
linkerhand het balletje door het ei rollen, 

daarna met de rechterhand door het paneermeel rollen.

De rechterhand blijft droog en alleen de linkerhand door het ei. 

Op deze manier gaat paneren probleemloos zonder geknoei of verspilling. 

De restjes ei bloem/paneermeel werd gemengd met een kwart geraspte courget en gesnipperde halve ui, 

scheut melk peper/zout en reifkoekjes van gebakken…

Natuurlijk kan je ook alleen het ei met paneermeel mengen en eventueel een scheut melk. 

Bakken in iets olie en dat heette in mijn jeugd “eierkoek.”

Verspilling tegen gaan… Als ik maar een beetje melk nodig heb neem ik een van de zes pakjes houdbare melk met 200 ml inhoud. 

Ik hield al eens een half literpak bedorven melk over… 

Bij jou werkt het misschien anders en ligt aan de gezinssamenstelling.

Vegaburgers verpakken…Ik greep mis bij de kleine diepvrieszakjes en vond een betere manier uit om de vegaburgers per stuk te verpakken.

Herbruikbare zakjes waren nog in voorraad en heb ik een stuk

(hergebruik) plastic in baantjes geknipt. 

De burgers werden in de baantjes ingerold en zeven stuks pasten in een hergebruik (met zipper) zakje.


Drie zakjes is 21 vegaburgers. 

Ik kan de burgers gemakkelijk per stuk uit de vriezer nemen…

Mijn leventje… De temperatuur in huis liep twee graden op naar 24 graden (zonder airco) bij een
buitentemperatuur van 32 graden. 

De airco heb ik wel maar 24 graden is prima uit te houden en hoeven we geen stroom te verkwanselen…

Mijn hulp Jeffrey kwam weer en leren we elkaar nog beter kennen zodat we in teamverband werken. 

Hij is de hulp in de huishouding en doe ik wat ik nog zelf kan. 

Zo is de hulp ook bedoeld en tot mijn verbazing ben ik de enigste waar hij pauze krijgt en koffie. 

Natuurlijk heb ik de regie en naarmate we opschieten wordt de pauze langer…

Verder kan ik heel goed de pauze afbreken zelfs alleen al met lichaamstaal.

Een verhaaltje uit het boek Heimwee naar Heusden… Eerste loondienst.

Mijn veertiende verjaardag was net voorbij. Dit betekende dat ik leerplichtvrij was en in loondienst mocht werken. Het zwart baantje bij de bakker werd opgezegd… Ik zou leerling-verkoopster worden bij Van Haren in de Raadhuisstraat in Geleen. De afspraak was al gemaakt door moeder.

Reifkoekjes van restjes paneren

Op een avond ging ik er met vader naar toe om me voor te stellen en kennis te maken met mijn toekomstige baas. Meneer Cornelissen (kortaf meneer genoemd) woonde boven de zaak. Direct voelde ik me bij hem thuis. Een kleine corpulente man van middelbare leeftijd. Van oorsprong een Brabander uit Waalwijk. Hij vertelde wat over de zaak en de verkoopsters. Het is me allemaal ontgaan.

Wat wel gebleven is, is de indruk van wanden vol schoenendozen. Van vloer tot plafond, waarlangs ladders aan een horizontale stang hingen.

Hoe zou ik weten wat in elke doos zat, vroeg ik me af. “Er staan nummers op”, vertelde meneer. Die moest ik eerst maar eens leren…..Leren, eindelijk wat leren!

Mijn beginsalaris zou driehonderdvijfenzeventig gulden per maand zijn. Wat een verschil met de bakker die vijftien gulden per week betaalde. Mijn zakgeld zou van twee gulden vijftig per week naar vijfentwintig gulden per maand gaan. Nou, daar kon ik wat mee. Een probleem was er nog…


 Meneer wilde dat ik schoenen van de zaak zou dragen. Daar kreeg ik wel korting op. Terwijl hij fronsend naar mijn schoenen keek, vertelde hij dat moeder nieuwe schoenen voor me moest kopen en dat mochten geen jongensschoenen zijn.

Het eten bij de bakker zou ik wel missen. Ik was weer op de stamppotten van thuis aangewezen. Maar daar vond ik wel wat op.

Eindelijk wat boeiends in mijn leven. Twee maanden proeftijd had ik gekregen. Nou, ik zou ze wel eens wat laten zien! En ja hoor……. weldra werden ze knettergek van mijn gedraaf.

Omdat ik alleen vodden van kleren had, moest er wat nieuws komen. Mijn jasschort was taboe. Meneer wilde een representatieve verkoopster.


Met moeder de opruiming in, waar ik drie nieuwe jurken kreeg. Twee dunnere en een iets dikkere, met een mouwtje.

Elke dag mijn b.h. aan en hele panty’s, daar zag ik wel tegenop. Wanneer had ik hele panty’s?

“De verkoopsters zijn het visitekaartje van de zaak”, had meneer verteld.

Ik kan me de dag als gisteren herinneren toen moeder en ik naar de stad gingen om de jurken te kopen. Zij bepaalde wat mooi was, na een blik op het prijskaartje. Een groene trevira jurk met een mouwtje, leeftijdloos. En een gebloemde dunne jurk, zonder mouwen, met een strak lijfje met knoopjes en een wijde plissé rok. Dat werd mijn lievelingsjurk.

 

Verder was er nog een bonte kermisjurk van een glimmende stof die zo slecht was, dat die de tweede wasbeurt niet overleefde. Daar was ik niet rouwig om. Midden op het voorpand stond de Eifel toren afgebeeld.

Op de fiets naar Geleen. De eerste werkdag arriveerde ik veel te vroeg aan een gesloten deur. Op mijn bellen deed meneer open en ik mocht mijn fiets in het magazijn zetten.

Voorlopig was er niets te doen vertelde hij. Ik moest maar wachten op de andere verkoopsters. Hij zou nog een boterham gaan eten boven.

Ik keek maar eens wat rond, langs de rijen stalen stoelen met skai bekleding, die aan elkaar vastzaten en wel een sopje konden gebruiken.

Vloerbedekking op de vloer, die beslist elke dag gestofzuigd moest worden, nam ik aan. De geur van leer was overheersend aanwezig en ook wat stoffigs. Van de vele dozen misschien?

Er was een eerste verkoopster die er al jaren werkte en Ria heette. Ze was nogal stug en niet moeders mooiste, maar dat was ik ook niet.

De tweede verkoopster Yvonne was gewoon een schat, blond, mooi, vriendelijk. Toen die was
gearriveerd, werd ik vanzelf een stuk rustiger. Ze stelde me op mijn gemak. Ze vertelde dat ik in de plaats kwam van een meisje dat zou gaan trouwen en niet meer terug zou komen. Later hoorde ik dat het meisje zwanger was van…Frits! Hoe klein is de wereld.

Frits waar ik in stilte verliefd op was geweest. Nou die had zijn best gedaan de sukkel. Nog niet afgestudeerd en al vader.

Derde verkoopster zou ik worden. Maar voorlopig werd er door mij niet veel verkocht, alleen maar onzin.

De baas vertelde dat elke schoen een nummer had. Aan dat nummer kon je zien of een schoen een dames- , heren- of kinderschoen was. Welke kleur, hakhoogte, open of dichte schoen, het leek wel geheimtaal. Ze spraken alleen in nummers, heb jij 256942 voor mij? 41 mag ook!


Verder waren er nog pantoffels, gympen en rubberlaarzen. Dat zou mijn afdeling worden. Daar kreeg ik de verantwoording over. Maar eerst moest ik maar eens rondkijken en de nummers uit mijn hoofd leren. Dit deed ik dan ook.

Ik weet bijvoorbeeld voor de rest van mijn leven dat 1302 een dichte damesschoen is, met een lage hak en bruin van kleur. In het rood heette hij 1304 en in het zwart 1301. Hij kostte toen fl. 14.95. Met een open hieltje zijn ze nooit gegaan. Te stug.

De zaak stond bekend om zijn lage prijzen, schoenen voor Jan met de pet. Gewoon waar voor je geld en dat was genoeg. Kaklui zag je er niet, Van Bommel verkochten we niet.

De damesschoenen kwamen ter verantwoording voor de eerste verkoopster. Die moest haar schoenen bijvullen als de bestelling kwam op dinsdag. Dat betekende: dozen schuiven tot de dozen op nummer, kleur en hakhoogte ertussen stonden.

We pasten alle schoenen aan en keken hoe ze stonden. In de meeste damesschoenen kon ik niet in, te brede voeten. Terwijl ik pumps zo leuk vond, net een ooievaar! Ook was ik gek op de oma pantoffels, geruit met een omgeslagen rand en een pompoen erop. Zalig zaten die.

Inruimen gebeurde op dezelfde manier met de herenschoenen. Die kwamen ter verantwoording van de tweede verkoopster. De kinderschoenen deden we samen. Mijn afdeling stond in het magazijn. Een stoffig, veel te klein hok, waar een hoop onnodige troep stond. Aan het eind van de eerste werkweek flikkerde ik mijn hele afdeling in de tuin, maakte alles stofvrij, schrobde de vloer en zag eruit om op te schieten.

Als ik al dacht een pluimpje voor mijn actie te krijgen, mis dus. Tijd voor een goed gesprek.  “Ik moest eens in de spiegel kijken”, vertelde meneer. “Ik leek wel een schoorsteenveger en was niet inzetbaar, en dat was de afspraak. Altijd inzetbaar en representatief zijn.”

Verder had hij geen opdracht gegeven om de hele afdeling in de tuin te gooien. Als het nu eens was gaan regenen? Hij was nog altijd de baas…en gaf de orders. Ik moest eens wat rustiger aan doen, niet zo rondrennen. Iedereen werd er nerveus van.

Welke afdeling ging ik nu weer in de tuin gooien? Ook moest ik eens wat doen aan die ruwe handen vol kloven en eelt. Proberen mijn nagels te laten groeien bijvoorbeeld. Vol verdriet ben ik die dag naar huis gegaan, ik had het zo goed bedoeld.

De volgende dagen probeerde ik me de kunst van elegant rondhangen eigen te maken. Wat me nooit helemaal is gelukt.

Nooit vergeet ik mijn eerste zaterdag. Niemand had me erop voorbereid. De zaterdag was een speciale dag, het was een complete modeshow. De verkoopsters hadden hun beste pakje of jurk aan, de haren in de krul en gouden en zilveren sieraden. Make-up en eau de toilette op. Hun mooiste schoentjes met hoge hakken aan. Mevrouw van boven kwam ook mee verkopen.

En daar kwam ik……Met een jurk die ik al voor de zesde dag aanhad. Een keer per week verschonen vond moeder genoeg. Ik had er het magazijn nog mee opgeruimd. Er waren wat vlekken op gekomen en niet meer zo fris.

Mijn melkboerenhondenhaar waar geen krul of slag in hield, ook al had ik geweten hoe dat moest. Make-up, als ik dat al had, daar wist ik niet mee om te gaan. Van welk geld? Wat heb ik me geschaamd die eerste zaterdag. We mochten eenmaal per week in bad, voor mij was dat op de zaterdag omdat ik zaterdags moest werken... Thuisgekomen ben ik eens met moeder gaan praten en nog eens en nog eens.

De kapper, handcrème en deodorant kon ik best van mijn zakgeld betalen, was haar mening. Als ik mijn kleren vaker wassen wilde, dan kon ik dat zelf doen, op de hand. Het wasmiddel kon ik wel van haar krijgen.

Het was een begin……..

Annemiek