Onderweg naar vrijheid

Herschreven manuscript boek Onderweg naar Vrijheid

Eindhoven…

Verhuizen…omdat mijn vader promoveerde. “Thuis is waar je werk je naar toe stuurt,” en dat was het centraal gelegen Eindhoven. Na een studie binnen het bedrijf, was vader een treetje hoger geklommen. Hij zou leiding gaan geven aan een team dat in Brabant en Zeeland pijpleidingen legde. Vanuit Limburg zou dat te ver reizen zijn.

De Gasunie gaf een flinke financiële vergoeding voor dit “ongemak.” Geld dat goed werd geïnvesteerd. Een nieuw huis moest er komen voor het grote gezin. Huren was niet meer aan de orde sinds de familie van Deursen er warmpjes bij zat. Er werd gekocht...

Als minderjarige heb je daar niets bij in te brengen. Verhuizen van een rijtjeshuurhuis in Elsloo naar een eigen woning in de nieuwe wijk Woensel in Eindhoven. Het huis was in aanbouw, twee onder een kap met een extra verlengde garage voor de vele fietsen.

Mijn ouders, Henk en Marie bouwden iets op. Drie van de acht kinderen hadden werk. Dat bracht ook geld in het laatje. De jongste dochter en de drie zonen zaten nog op school tot ze niet meer leerplichtig waren. Gerrie mijn oudste zus was getrouwd en in Limburg gebleven.

Het jaar 1969. Ik was 18 en wettelijk nog minderjarig, dat was zo in die tijd. Op kamers gaan wonen en in Limburg blijven was niet gelukt. Daar gaven mijn ouders geen toestemming voor. Er kwam maar gerotzooi van volgens moeder. Achteraf gezien leek het erop dat we zolang mogelijk inkomsten moesten binnenbrengen en zo weinig mogelijk kosten.

De bouw van het nieuwe huis vorderde gestaag… De wijk zo nieuw, dat de wegen nog in aanleg waren. Hele straten met nieuwe woningen. Ik had er niets mee. Niet met de grote stad en ook niet met het huis. Weer zou ik mijn bed moeten delen met een zus. De zolder (met een vaste trap) zou de meidenkamer worden.

Er werd niet veel poespas gemaakt. Onze bedden onder het schuine dak geschoven naast de strijkplank en de kerstrommel. Waslijnen tussen de balken. Het was maar voor tijdelijk. De meiden zouden immers binnen enkele jaren uitvliegen volgens moeder. Het was er smoorheet in de zomer; gelukkig was er wel een dakraam dat open kon.

De tweeling sliep op de eerste verdieping. Ze deelden de luxe van een ruime slaapkamer met ingebouwde kastenwand en openslaande ramen. Ernaast lag de echtelijke slaapkamer. Het kleinste kamertje op de eerste verdieping was voor de jongste zoon. Er paste net een bed en een stoel.

Verder was er een gigantische badkamer met een ligbad. Dat er geen gouden kranen in zaten verwonderde me wel. De tegels hadden goud gekost volgens moeder. De jongste dochter en de drie zonen werden aangemeld bij de diverse scholen. De drie oudste dochters (op Gerrie na) waren aangenomen bij Philips, dat was niet moeilijk geweest. Werk genoeg in die tijd. Het leek wel of de hele stad werkzaam was bij Philips.

Volgens mij sleepte ik het mooiste baantje binnen. Serveerster in het POC Philips Ontspanning Centrum. Het centrum bestond uit een megagroot gebouw (naast het PSV stadion) aan de Mathildelaan met o.a. drie restaurants boven elkaar. In twee van de restaurants werd dagelijks een lunch geserveerd. Hoe hoger de etage hoe belangrijker de gasten en hoe uitgebreider het menu. Op b.g.g. achter het restaurant lagen de keuken en spoelkeuken. Daarnaast de koffiezet hoek en de personeelskantine. Verder was er een filmzaal en een museum plus garderobe vanuit de hoofdingang bereikbaar, waar een portier in uniform achter de balie zat.

Naast de personeelskantine lag een supergrote hal ( jubileum hal) tevens personeelsingang waar ook een portiersloge was. In de jubileumhal werden grote evenementen gehouden. Bekende artiesten en grote orkesten traden er op o.a. James Last. Mijn jongere zus Tonnie werd baliemedewerkster in een fabriekskantine van een productieafdeling elders. Petra (de zus daar onder) werd productiemedewerkster.

Medische onderzoeken en testen waren met goed gevolg doorlopen. Werkgeversverklaringen werden ondertekend. Maar voorlopig werd er nog niet verhuisd. Dat zou nog wel enkele weken duren. Het huis was nog niet helemaal klaar.

Nog even kreeg ik uitstel en kon nog genieten van het Limburgse land waar ik zo van hield. Annemiek en Hansje! Zou dat na een jaar nog zo zijn? De afstand van een provincie, zou het te doen zijn? Het boeide mijn moeder niet. Er waren belangrijkere zaken…

Alle “oude” meubels gingen naar de familie van moeder in Loon op Zand. Moeder voelde zich geweldig als “rijke zus.”

Er werden nieuwe meubels besteld van zwaar donker eikenhout. Een leren bankstel op roomkleurige wollen vloerbedekking. Een staande klok en twee perzen voor op de tafels. Allemaal uiterlijk vertoon en later heb ik begrepen waarom ze zo geworden was…

Een eethoek met leren bekleding. De openhaard en de zonneschermen met het “oog.” moeder was er weg van zoals ze vertelde aan ieder die het horen wilde. De woonkamer had ook aan de zijkant een raam. Bij wisselende bewolking kwam de zon soms van de zijkant en soms van de voorkant. Dat “oog” was een sensor die het zonnescherm liet zakken of omhooggaan, naargelang de zon erop scheen.

Je kon erop wachten. Ik heb me vaak krom gelachen met die wapperende schermen. De binnendeuren werden van Oisterwijk eikenhout, witte deuren waren niet chiek genoeg. Geld in overvloed leek het wel. Vader die een hoger salaris kreeg en drie dochters die hun hele salaris af moesten geven, dan kan het wel wat lijden.

Het was schijnbaar heel normaal. We kregen kost en inwoning en een zakgeld wat aan de krappe kant was. Voor mij nog steeds 25 gulden per maand. Ik kon er twee keer van met een weekendretour naar Limburg. Er bleef bijna niets over voor panty’s en de verzorgende middelen. Ik zou een bijbaan moeten zoeken of overwerk. Niet naar Limburg daar dacht ik niet eens aan.

Nog geen twee weken bij P.O.C. aan de slag of ik vroeg een gesprek aan met mijn leidinggevende. Daarvoor moest ik bij de leidinggevende daarboven zijn, werd me gezegd. Bij Philips hadden ze meer bazen dan werkmensen. Uiteindelijk kwam ik in het kantoor van juffrouw M en de heer C. Met juffrouw M kreeg ik een gesprek...

Onderwerp overwerk. De reden daarvoor heb ik wel even moeten toelichten. Ze vond het maar vreemd dat ouders hun kinderen zo kort hielden. Ik moest toch naar mijn verloofde kunnen? Waarom dit ontmoedigingsbeleid? Ach, moeilijk uit te leggen allemaal en wilde ik ook niet. Als ze me maar aan overwerk hielp. Veel steun en tips heb ik door de tijd heen van haar gekregen.

Tijdens mijn vorige baan in Limburg, als verkoopster, had ik geleerd om representatief en mondig te zijn. Dat was misschien ook de reden dat ik die superbaan bij Philips heb gekregen. De dag van de sollicitatie was veel moeite gedaan om er piekfijn uit te zien. Representatief zijn kostte geld. Een goede kapper die mijn moeilijke haar (ik heb vijf weerwassen) aankon was meestal niet goedkoop. Goede make-up en verzorgende crème hoefden niet duur te zijn. Leve de Hema.

Hoe kreeg ik het allemaal rond als ik om de twee weken naar Limburg wilde? Eigenlijk wilde ik elk weekend wel gaan. Ik lag er nachten van wakker…

Juffrouw M hielp me weldra uit de brand. Ik kreeg drie avonden in de week werk in het restaurant van de tennisbaan. Daar hoefde ik niet ver voor te gaan. De tennisbaan met bijbehorend restaurant lag in de jubileumhal, een schuifwand verder dan de personeelskantine. Om vijf uur in de namiddag als iedereen naar huis ging, nam ik een uur pauze en liep daarna de trap op naar mijn avondbaan.

Met 21 jaar was je 1969 wettelijk meerderjarig, dan pas zou ik thuis weg kunnen. Een bankrekening openen op eigen naam kon al met achttien, vertelde juffrouw M. Nou… alweer wat geleerd. De salarisstrook van mijn overwerk en de afschriften van mijn eigen bankrekening kwamen op het kantoor van mijn werk. Ik bewaarde ze in mijn garderobekast achter slot en grendel.

Wederom een goeie tip… Moeder vond het vreemd, maar ze kon naar mijn werk opbellen en vragen naar juffrouw M. was de boodschap. Of ze het heeft gedaan weet ik niet. Wat was ik gelukkig met mijn bijbaan.

De hoogte van het salaris van mijn veertig-uren-baan van overdag heb ik nooit geweten. Het had geen zin, ik kreeg er toch niets van. Het kwam op de bankrekening van mijn ouders. De specificaties kwamen natuurlijk overdag met de post thuis aan. Ik heb ze nooit gezien. Vakantiegeld? Ik zou het niet weten. Daar hoorde ik collega’s over praten. Sparen voor de uitzet, zoals iedereen deed, gebeurde in mijn geval van mijn bijbaan potje.

De harde aanpak van mijn moeder voelde als ontmoedigingsbeleid. Misschien met de hoop dat mijn verloving met Hans uit raakte? Ik werd door moeders “regime” alleen maar strijdbaarder. Hans en zijn familie bleven mijn vluchtweg, zolang Hans het ermee eens was. Niets moet!

Wat hield ik van die mensen. Bij hen vond ik de gezelligheid die in ons gezin ontbrak. Ik dweepte vooral met zijn moeder.

Mijn vader leek zich nergens meer mee te bemoeien en werd helemaal opgeslokt door zijn werk, zijn nieuwe auto en zijn directiekeet. Eens zou ik vrij zijn! Ik moest gewoon mijn tijd uitzitten.

 Oh wat was ik jaloers op Gerrie geweest. Ondanks al haar zuinig oppotten van dubbeltjes en centen in het geldkistje was er net voldoende geld voor de uitzet geweest. De potten en de pannen en het linnengoed.

Haar toekomstige echtgenoot betaalde het leeuwendeel van de inboedel voor hun flatje. Er was thuis veel ruzie geweest wie de bruiloft moest betalen. Gerrie, die niet veel stress aankon, kreeg weer haaruitval. De “mooiste dag” van haar leven droeg ze een pruik. Een nylon blond geval en ik was een van de getuigen. Het moet een drama voor Gerrie zijn geweest…

Wat “romantisch” allemaal. Het gaf me weer een inkijkje “hoe het niet moest gaan.” Maar eens rustig de kat uit de boom kijken en met de stroom meegaan.

In ieder geval was er voor mij de zekerheid van het inkomen van mijn bijbaan. Daarnaast zou ik investeren in mezelf. Het bedrijf wilde goed opgeleid personeel. Er was een mogelijkheid om via Philips een gratis horecavakopleiding serveerster te volgen. Nou daar meldde ik me natuurlijk direct voor aan. Kennis vergaren in praktijk en theorie. Wat een wonder!

Bij Philips ontspanningscentrum was het dragen van bedrijfskleding verplicht. Dat scheelde veel in kosten. Het bedrijf betaalde de kleding en iedereen droeg hetzelfde. Dat paste wel in moeders straatje.

Ze hoefde voor ons alleen maar op de markt een stapel onderbroeken te kopen en af en toe een BH. In de opruiming een jurk voor de zondag.

Het uniform bestond uit een donkerblauwe jurk, waar je er twee van kreeg. Aan de hals van de jurk zaten knopen waar elke dag een  schoon wit gesteven kraagje in werd geknoopt. Bij het uniform hoorden drie schortjes. Elke dag een schone gesteven kraag en hagelwit schortje waren verplicht. Ik zorgde er wel voor dat er altijd een van elk reserve in mijn kast in de garderobe lag. Er kon immers een ongelukje gebeuren en de jurken waste ik zelf op de hand.

Verder waren twintig denier panty’s en dichte zwarte schoenen verplicht. Die panty’s kosten goudgeld en moest je thuis bewaken als ze uitgespoeld op de verwarming hingen. Ik kocht steeds hetzelfde merk en dezelfde kleur, dan kon ik ze bij elkaar dragen. Was er een ladder in een pantybeen dan knipte ik het been eraf en was er wel weer een andere panty met een heel been. Niemand zag de twee pantybroekjes over elkaar. Zuinigheid en vlijt bouwt huizen als kastelen.

Met een stopnaald en een kurk heb ik zelf gaatjes in mijn oorlelletjes geprikt. Daar gingen met sterilon zilveren oor stekertjes in. Die moest je de eerste dagen steeds draaien om het gaatje niet dicht te laten groeien. Er kwam een andere bril…en veel later contactlenzen…Ik deed wat me goed leek, zonder overleg met thuis…

Gelukkig was er mijn potje. Dankzij mijn bijbaantje van wekelijks tien tot vijftien overuren. Werkweken van zestig uur en meer, ik draaide er mijn hand niet voor om. Daar kon nog wel een cursus bij. Zelden was ik thuis en dat was heerlijk.

De tweeling werd aan mijn wekelijks huishoudelijke taak gezet, alle ramen buitenom wassen. Ik was de langste en had al jaren die taak. Daarvoor zou ik ze best iets kunnen geven volgens moeder. Dus niet!!

Het was te zot voor woorden. Hoe komt een mens op het idee? Het stoorde haar dat ik niet vertelde hoeveel ik verdiende met mijn bijbaan. Ze vond mijn bankafschriften niet tussen mijn spullen. Nee, die lagen op mijn werk. Zij gaf geen openheid? Ik ook niet! Ze had net iets te vaak gezegd: “Vuile rotjong, waren jullie maar nooit geboren.” Een van haar latere uitspraken was: “Aan het gas, met jullie” Mijn leven bleef een gevecht dat overleven heette… met in mijn kielzog de broers en zussen, alsof ik hun aanvoerder en beschermer  was.

De tweeling ging de krant rondbrengen en de jongste zoon reclameblaadjes. De jongste dochter had een poetsadresje… zo verdienden ze na school hun eigen zakgeld en daar is niets mis mee…

Serveerstercursus.

Eindelijk was het zover. Leren op kosten van het bedrijf, ik deed niets liever. Diploma’s halen hoe meer hoe beter! Het verzachtte het verdriet van niet mogen doorleren. De minderwaardige gevoelens zwakten wat af. Hoofd omhoog en door… In de pauzes op mijn werk kwamen de boeken op tafel. Het huiswerk voor de cursus was altijd tiptop in orde.

De moeilijke namen van de wijnen dramde ik in mijn hoofd. Wat was “droge wijn” wit rosé en rood? Op welke temperatuur de wijn geschonken werd. Uit welke druiven ze werden gewonnen en in welk land of streek die druiven stonden.

Zelfs bij welke gerechten de wijnen het beste tot hun recht kwamen. Likeuren en jenevers, aperitieven zoals port en sherry… allerlei soorten sappen en hoe ze geserveerd werden. Verschillende biersoorten en leren tappen. Wat was een receptie plateau? De uitspraak van moeilijke woorden kon ik niet oefenen, wat wel lachen was. Alle tekst leerde ik van buiten.

Nog steeds zitten de namen in mijn hoofd inclusief de foute uitspraak. Oh, het was zo boeiend allemaal. Het verschil van kwaliteit (dus prijs) na rijping van vijf, tien, of twintig jaar van bijvoorbeeld cognac. De V.O.P en de V.S.O.P.

De landen en steden waar de likeuren vandaan kwamen. Met mijn hang naar geschiedenis zag ik de monniken die de Benedictine D.O.M. maakten. Eeuwenlang hetzelfde bewaakte proces.

 Hoe je een couvert moest opdekken als je van de leraar het menu kreeg. Welk bestek bij welk gerecht hoorde. Groot bestek, klein bestek, visbestek, voorgerecht, nagerecht. Waar het bestek moest liggen was cm werk en moest je kunnen uitvoeren. De verschillende soorten wijnglazen de inhoud per cc. Gerechten inzetten van links en uitserveren…Het was praktijk en theorie tegelijk. Toen de dag van het examen naderde was ik er klaar voor.

Op de lijst van de uitslagen stond A van Deursen op de eerste plaats met de hoogste punten. Ik had niet anders verwacht na al dat leren. Er stond een foto van de geslaagden in het personeelsblad. De eerste zijn bracht een groot geluksgevoel maar ook onvoorziene tegenslag. Ik werd overgeplaatst naar de derde etage. Een allround serveerster hoort in het directie restaurant.

Een klein zeer sjiek restaurant met een pantry. Het leek wel een ivoren toren. Alleen bereikbaar met een speciale lift vanuit de hal waar een bewaker toezicht op hield.

Daar lunchte de directeur van het mega bedrijf. (ik noem liever geen naam een standbeeld van hem in Eindhoven is genoeg) Soms met een paar gasten, maar meestal meerdere…

Ik verveelde me rot en had helemaal geen zin in dat werk. Ik hield niet van die over het paard getilde lui. Of ze zagen je niet staan of ze keken teveel naar je alsof je als toetje bij het menu hoorde..

Als je dacht dat ze begripvol waren, had je het mis. De meeste tenminste niet, heb ik ervaren. Als je een gerecht uitserveerde gingen ze soms lekker achterover leunen om te genieten hoe ze werden bediend neem ik aan. Je moest bijna in spagaat om bij hun couvert te kunnen komen. “Dat gaat u goed af,” was de conclusie van een van de “heren.” Dat mocht schijnbaar omdat ze “hoge heren” waren? Lekker belangrijk zijn. Storen in hun belangrijk gesprek was niet aan de orde was me gezegd. Horen, zien en zwijgen. We moesten onzichtbaar blijven of zoiets.

Ik ben er uiteindelijk weggekomen doordat ik een kokend hete juskom “per ongeluk” in het kruis van een pantalon deponeerde.

De “meneer” vroeg erom, “ laten we het daar maar op houden. “De kosten van de stomerij zijn voor mijn rekening”, heb ik nog gezegd voordat ik trillend de lift nam naar kantoor en aan juffrouw M. vertelde wat er was gebeurd… Ze ging direct naar boven… Het had me mijn baan kunnen kosten, maar er was Godzijdank begrip en werd het gebeuren in de doofpot gestopt. Dat zal voor de “heer” wel het veiligste zijn geweest. Misschien heeft hij geleerd.

Geef mij maar de gewone werkman. Die heeft toch doorgaans een beter soort fatsoen. Ik voelde me er meer op mijn gemak. Na verloop van tijd wist ik opeens waar ik het liefst wilde werken. In de personeelskantine van het ontspanningscentrum.

Juffrouw M. zag intussen wel in, dat directieserveerster niets voor me was, ik moest meters maken en werd ingezet in het restaurant b.g.g. bij de buitenlandse gasten. Volgens haar was ik beslist nog te jong voor kantineleidster. Verder was het doodzonde iemand die met lof slaagde achter de coulissen aan het werk te zetten. Na regelmatig gezeur aan haar hoofd mocht ik het wel proberen. Dat was natuurlijk genoeg.

Als een tank ging ik ertegenaan en zette alles op z’n kop. Vanaf die dag was de kantine mijn troetelkindje.

Al het personeel dat in het gebouw werkzaam was, kwam daar de koffie en lunchpauze doorbrengen. Serveersters en technische dienst. Schoonmaakpersoneel en koks. Magazijnbedienden en kantoorpersoneel.

Mijn taak begon vroeg in de morgen met koffie en thee zetten voor het personeel en “mise en place” maken voor de geplande vergaderingen. Dat was mijn eerste uitgewerkte idee. Voortaan werd servies klaargezet in bakken die in rekken werden geschoven. Een briefje erop voor welke vergadering in welke ruimte op welke tijd. Op het laatste moment kwamen daar de nodige gevulde koffiekannen en thee bij. De serveersters haalden het op en brachten het door. Nou het liep al snel gestroomlijnd. Ideeën genoeg.

Terwijl de grote koffiezetapparaten volliepen werd de balie in de kantine opgebouwd. Koppen en schotels van hotelporselein, lepeltjes, melk en suiker klaarzetten in mooie bakjes. Serviesgoed voor de lunch in stapels op de balie. Bestek in bestekbakken en papieren servetten in glazen op de tafels. Dienbladen niet te vergeten op de hoek van de balie en een serveerwagen voor de vuile afwas. Om 10.00 uur kwam de eerste groep personeel al koffie drinken.

De koks brachten tegen elf uur de soep van de dag en de ragout voor de pasteitjes.  Het laatste kwamen de kroketjes. De koks smeerden harde broodjes met roomboter, goed belegd met ham en kaas. Bij grote drukte smeerde ik die zelf. In de koelingen in de keuken werd fruit gehaald, dat voortaan in een grote mand met rood/wit geblokte theedoek op de balie werd gezet.

Er waren slaatjes en melkproducten plus frisdrank. Klokslag 12.00 uur startte de lunch in de kantine voor de serveersters. Ze moesten op tijd weer in de restaurants zijn waar om 13.00 uur de lunch startte voor de hoge heren met hun gasten.

In de kantine lunchte in groepen het overige personeel met tussenpozen tot 14.00 uur. Het was bijvullen en bedienen, afwas op de serveerwagen naar de spoelkeuken en de zaak schoonhouden bij de koffiecontainer. Een eenman (vrouw) bedrijfje leek het wel.

“Mijn kantine” was half zelfbediening. De mensen namen zelf koffie en/of thee en liepen met hun dienblad voor langs de balie. De bestelde gerechten werden op voorverwarmde bordjes en in soepkoppen aangegeven.

De soep en ragout werden au bain-marie warm gehouden. Alles voor een lage personeelsprijs. Koffie en thee waren gratis.

Het waren nog de gouden jaren van het grote bedrijf Philips, en er was overvloed. De kantine was een gezellige ruimte met gemakkelijke stoelen aan de vele tafeltjes. Geblokte linnen tafelkleedjes en echte bloemen in vaasjes op tafel, plastic vond ik toen al helemaal niks.

De bloemen schooide ik af van de mannen van de groenvoorziening. Die kwamen ook wel eens koffiedrinken als ze de borders rond het gebouw bijhielden. Er was wel eens een broodje of kroketje over. Voor wat hoort wat. Na drie uur in de middag ruimde ik alle warme gerechten op, dat wisten de mannen intussen wel en bewaarde ik voor hen.

De ruil was snel gemaakt. Een flinke bos bloemen en/of wat takken, een lach en een kwinkslag in ruil voor wat er zoal voor lekkers over was. Anders ging het toch maar in de vuilnisbak. Weggooien van eten, daar kon ik toen al niet tegen.

Er stond altijd een bos bloemen in een kan op de balie en op elk tafeltje een vaasje. Al moest ik ze onderweg in de bermen plukken…

Tussen de pauzes werden de stoelen rechtgezet en de tafels zo nodig afgenomen. Bij een ongelukje kwam direct een schoon kleedje op tafel. In de namiddag moest de koffiezethoek nog schoon… De rvs koffiezet apparaten met de deksels schuin erop. De filters op een stapel.

Natuurlijk zorgde ik ook goed voor mezelf. Elke dag twee stuks fruit, een hard broodje kaas, een beker yoghurt en melk. Melk was er thuis alleen voor de baby’s geweest.

Tussendoor moest de administratie bijgehouden worden. Wat ik bestelde/innam, wat er uitging en afgeschreven werd. (niet houdbaar voedsel)

Aan het einde van de dag werd mijn administratie aan de chef-kok meneer van H. afgegeven, mijn kasboek en de geldkist. De planning voor de vergaderingen van de dag erna opgehaald en de bestellingen gedaan. Hij controleerde mijn werk en zette zijn paraaf in mijn kasboek. De volgende dag zat er gewoon weer twintig gulden wisselgeld in mijn geldkist die ik tegen lunchtijd bij hem ophaalde.

Met de hoofdserveerster van de restaurants had ik niets meer te maken. De chef-kok was mijn nieuwe leidinggevende. Daar moest ik wel aan wennen. Hij was een strenge baas maar wel rechtvaardig volgens mij.

Op onverwachte tijden kwam hij mijn werk in de kantine controleren, of alles voldoende en/of geen klachten waren. Hij keek eens naar de bloemen trok zijn wenkbrauwen op en gaf geen commentaar. Tot mijn verbazing kreeg ik veel fooi in de kantine. Dat hoefde ik niet af te dragen volgens meneer van H. Alweer een meevaller en kon ik elk weekend naar Limburg. De Goden waren met mij…

Die grote fooien waren misschien wel een compliment voor de gezellige sfeer. De tafelkleedjes de bloemen, servetten en de blijheid. Tegen Kersttijd maakte ik Kerststukjes en zorgde voor een zacht kerstmuziekje uit een cassetterecorder. Wie goed doet, goed ontmoet.

Mijn juichende zangstem schalde tegen de muren omhoog als ik dacht dat niemand het hoorde en de stoelen een sopje gaf. De mensen waren altijd blij als het koffietijd was. Ik deed daar nog een schepje bovenop.

Ach mijn werk… ik was er volmaakt gelukkig en was er zo graag dat ik er mijn bed had willen zetten, voor mijn part in een bezemkast. Naar huis gaan was voor mij straf en fietste ik soms nog een straatje om, tot ik dacht dat ze naar bed waren. Ik haatte de manier waarop mijn moeder thuis de kinderen drilde. Een militair opleidingskamp was er niks bij. Het liefst was ik zo weinig mogelijk thuis.

Mijn topdagen waren die van mijn bijbaantje. Als ik om 17.00 uur klaar was met werken in de kantine, at ik een broodje, dronk koffie, las een boek en knapte mezelf wat op in de garderobe van het stiller wordende gebouw. Even na 18.00 uur de trap op naar het restaurant van de tennisbaan. Drie dagen van de week (meestal aan de kop van de week) ging ik om half acht in de ochtend de deur uit en kwam tegen 23.00 uur thuis.

Vooral de avondbaan was meer ontspanning dan werk. Om het uur kwamen enkele mensen wat drinken als er gewisseld werd op de tennisbanen. Ik maakte wat schoon in de pantry en vouwde stapels damast servetten in hoedjes voor de restaurants. Altijd stonden wel bakken met bestek om te poleren. Daar legde ik dan een schone glazendoek overheen met een briefje erop. Soms was er het verzoek om vele dienbladen met glazen klaar te zetten en te poleren voor een receptie. Verder dronk ik sloten koffie en at dozen koekjes leeg om de tijd te doden en niet in slaap te vallen…

Er kwam wel eens een collega me gezelschap houden als ze moesten overwerken. Ook waren er regelmatig concerten in de jubileumhal. Artiesten zoals André van Duin, Udo Jurgens en de grote Duitse orkesten. Dan werden de tennisnetten door de toneeljongens opgeruimd en werkte ik opeens als persoonlijke serveerster voor een “ster” die achter de coulissen heel anders bleek te zijn dan op het podium.

Carnaval was een drie dagen durend feest in de jubileumhal. Dagen en halve nachten zonder pauze achter de bar. Dat kon allemaal nog in die tijd.  Marathons van werkdagen van wel 20 uur achter elkaar zonder ingreep van de arbeidsinspectie. Ik weet hoe het voelt als je niet meer op je benen kan staan. Als we een glaasje cognac op de goede afloop kregen, vielen we als blokken om.

Dan hingen we in een stoel of zaten op een traptrede opeens te janken van vermoeidheid in afwachting van een taxi die ons naar huis bracht…

Het was een geweldige tijd, als de ruzies met moeder er niet waren geweest. De weinige uren dat ik thuis was werd er gesnauwd en gegrauwd. Waar ik was en wanneer, ze wilde het allemaal weten want ik woonde nog thuis. Van mij hoorde ze niets, waarom zou ik?

Ze hoorde mijn zussen uit, gemakkelijke slachtoffers, als ze al iets hadden geweten. Ik keek wel uit. Eten hoefden ze thuis ook niet meer te bewaren. Al dat gezeur om niks…  Warm eten deed ik wel op mijn werk om 14.00 uur in de middagpauze.

Sinds ik de koks schandelijk verwende met koffie tijdens hun top drukke tijden voor de restaurants, at ik met ze mee. Super heerlijke “resten” van de exclusieve gerechten die van de lunch in de restaurants over waren. Ik hoorde bij hun team dus maakten ze voor mij gewoon ook een bordje met altijd een zalig nagerecht.

Daarna gingen de koks een kaartje leggen en ik las een boek. Thuis waren er  geen onkosten meer voor mij. Mijn schoenen en vrijetijdskleding kocht ik ook zelf.  De paar uren dat ik geen bedrijfskleding droeg wilde ik mooi en aantrekkelijk zijn, dat hoorde bij mijn stijgende eigenwaarde…

Elk lang weekend en zeker rond de feestdagen bracht ik door in Limburg met Hans, zijn familie en de vrienden. In Eindhoven een heel salaris afdragen voor 5 nachten per week een plek in bed op zolder, een beetje water om te douchen en een machine was van de kragen en de schortjes. Ik kon laaiend worden als ik eraan dacht. Het was niet anders. Ik zou geduld moeten hebben. Aftellen en uitzitten…dagen weken maanden.

Weglopen had geen zin, ik zou teruggehaald worden daar kende ik moeder wel voor. Ze bezuinigde op alles wat de kinderen nodig hadden wat ik met lede ogen aanzag.

Voor dokterskosten hadden ze indertijd een eigen risico bij het ziekenfonds. Dat kwam door het hoge salaris van vader heb ik begrepen. Doktersbezoek werd door moeder ontmoedigd. Met een nijptang werd een grote teennagel van Petra’s voet getrokken. Daarna met de voet in de soda. Moeder was met de auto over haar voet gereden, die gekneusd leek. Dat gebeurde zonder dat “onze pap” het wist. Uit angst werd gezwegen…

Ernstige acne? Daar zou deppen met de eerste ochtend urine voor helpen. Haaruitval en eczeemplekken van de stress, dan werd je hoofd met groene zeep gewassen en sodawater. Een van de tweeling had een val gemaakt en lelijke schaafwonden op arm been en heup, waar steentjes van het asfalt inzaten. Die werden met een borstel verwijdert en de wond met sodawater gewassen. De jongen viel flauw. Ik kan beter stoppen en de verdere lijst gesloten laten. Het was te erg…Ik had het geluk veel aan te kunnen en elders gezond eten te krijgen.

Hans was inmiddels goedgekeurd voor militaire dienst en bij de Koninklijke Marine ingedeeld. Weldra kwam de oproep en werd hij hofmeester (bediening voor de officieren) op bevoorradingsschip Hare Majesteit de Poolster. Het marine pakje met de witte kraag stond hem heel goed. De matrozen pet met het vaantje op zijn krullen.

 “Zijn” schip was meestal onderweg van Frankrijk naar Denemarken en had als thuishaven Den Helder. We schreven brieven en maakten plannen voor een wettelijk huwelijk. Dan zou aan hem een kostwinnersvergoeding worden uitbetaald door het leger. Dat bracht geld op voor de uitzet en ons doel dichterbij…

Elk weekend bleef ik naar Limburg gaan, ook al was Hans op zee. Dan bracht ik dagdelen door met Nelleke en Gerard en hielp mijn “schoonmoeder.” De problemen die Gerard bleef houden over zijn “geaardheid” kon hij niet meer aan.

Ook hij wilde thuis weg van zijn vader die het “homo zijn” eruit ranselde, wat natuurlijk niet lukte. Gerard werd heel depressief en ik kon niets voor hem doen, alleen maar luisteren.

Op een dag heeft hij de weg naar de vrijheid gevonden, sloot zich op in de schuur en zette zijn brommer aan. Daarmee was hij voor altijd verlost van de wreedheid van zijn vader…

Hoe moet zijn moeder en zus zich hebben gevoeld…en zijn vader die zijn zoon de weg naar zelfdoding op had gejaagd? We waren er kapot van… Het gevolg bij mij was, dat ik uiteindelijk ben ingestort! Al wist ik dat even uit te stellen tot het niet meer tegen te houden was.

Op maandag namiddag werd ik in de kantine gevonden door meneer van H.. Huilend met mijn hoofd op mijn armen op tafel. Hij kwam eens kijken waarom de administratie en geldkist er nog niet waren. Hij aaide eens over mijn rug, maar ik kon niet meer  stoppen met snikken. Wat doe je dan…

Hij ging naast me zitten, sloeg een arm om me heen en trok me zonder woorden tegen zich aan, zijn armen om me heen. Zijn schouder bracht troost en beschutting waartegen ik als een klein kind urenlang zou willen schuilen tot ik weer een beetje sterk zou kunnen zijn…

Hij vroeg niets,  hield me alleen maar vast, haalde later een glas water, een natte doek en was er voor een moe gestreden mens. Een schouder die Hans niet geven kon, die leunde altijd op mij… bij mijn moeder had ik nooit troost gevonden. Voor haar was ik alleen maar een inkomstenbron en mijn vader was tegenwoordig te druk.

Het gezin waaruit ik kwam was niet veilig… Ik streed alleen… met mijn rug tegen de muur, altijd controle proberen te houden en waakzaam…

Tijdens mijn werk bij het consuminderhuis heb ik deze lichaamstaal meermalen herkent en kon mensen helpen. Diep trieste verhalen die eindelijk werden vertelt van geweld tot incest en kon ik doorverwijzen naar een hulpverlening. Soms ging ik het eerste gesprek mee (indien nodig) en startte de weg naar genezing…Van mannen zowel vrouwen die ik daarna in volle bloei zag komen…

Terug naar de personeelskantine: Vanaf die tijd nam meneer van H. wel eens tijd voor me in zijn kantoor. Ik mocht hem Fred noemen… Hij moedigde me aan, gaf complimentjes, een knipoog, een lach tijdens ons werk en ontwikkelde zich langzaamaan een gevoel van wat wel eens vertrouwen zou kunnen worden. Later veranderde dat gevoel en ging lijken op verliefdheid zoals beschreven in de boeken die ik las…

Fred van H, achtendertig jaar, getrouwd en vader van een dochtertje. Daar zat ik niet op te wachten… Here Jezus.

Nu weet ik dat de hunkering naar liefde getraumatiseerde meisjes tot gemakkelijke slachtoffers maakt. Een mens met verkeerde bedoelingen pikt ze er zo uit en pakt zijn slachtoffer in met aandacht en surrogaatliefde en maakt ze emotioneel afhankelijk oftewel horig.

Tegenwoordig doen loverboys dit op dezelfde manier. In het consuminderhuis heb ik daar later vele voorbeelden van gezien en herkent. Daardoor kon ik vrouwen steunen…omdat ik ervaringsdeskundig was in alle shit die een mens maar kan overkomen…

Met gemengde gevoelens.

Bijna negentien en verliefd op mijn baas. Slecht slapen, steeds aan hem moeten denken. Zijn troostende armen weer om me heen willen voelen. Hoe beschut en veilig was dat geweest. Het zou mooi zijn als ik die gevoelens voor mijn verloofde Hans zou hebben. Zo was het nooit geweest en zou ook niet komen omdat Hans voelde als een jonger broertje… Hij was voorspelbaar en vooral gezellig. Dat was een andere manier van “houden van.” Hij voelde voor mij veilig. Liefde heeft vele gezichten. Met Hans samenleven zou een vrolijke bedoening worden. Open huis, vrienden ontvangen. Daar waren we het roerend over eens.

Sinds kort begreep ik dat bij verliefdheid passie kwam kijken. Tot mijn 19e jaar kende ik dat gevoel niet…

Als Fred “mijn” kantine binnenkwam wist ik dat hij er was zonder dat ik hem zag. Mijn lichaam reageerde direct. Vlinders in mijn buik en een snellere ademhaling.

Mijn ogen zochten de zijne. Ik weet niet wanneer hij mijn “symptomen” in de gaten kreeg. Moedigde hij ze aan? Zijn controles liep hij sinds kort op een tijdstip dat er meestal niemand aanwezig was. Als we alleen waren werden onze gesprekken persoonlijker.

Tijdens een van die gesprekken kwam hij terug op de dag dat hij me in tranen had aangetroffen. Hij vroeg waarom ik toen die black-out had gekregen en vertelde ik een beetje van de problemen met mijn moeder thuis. Hij vond het al gek dat ik zoveel werkte.

“Kan je verloofde haar niet eens de waarheid zeggen?” vroeg hij. Ik vertelde dat Hans bij de marine was en inmiddels alweer lange tijd op zee. Soms duurde het weken voor zijn schip weer aanmeerde in de thuishaven Den Helder. Ik vertelde hem maar niet dat Hans niet tegen mijn moeder was opgewassen. Dat was trouwens niemand, zelfs mijn vader niet. “Daarom ben je zo gespannen,” merkte Fred op.

“Omdat je verloofde op zee zit.” Hij had zo zijn eigen invulling; vanaf het begin nam hij aan dat ik Hans en de seks miste. Ach mannen! Wist hij veel dat seks niet bestond in de relatie tussen Hans en mij,… dat zou als incest voelen. Ik zweeg…

Fred was van mening dat ik een temperamentvolle vrouw was die niet zo lang zonder man zou moeten doorbrengen. Dat hij degene was die dat temperament deed ontvlammen, ontging hem.

Hoe was dit gevoel eigenlijk ontstaan? Hoe kreeg ik weer controle? We waren beiden niet vrij…en ik wilde geen huwelijk ontwrichten. Fred was twintig jaar ouder en had wijzer moeten zijn. Achteraf gezien was hij toen wellicht in de midlife crisis.

Als we alleen waren vertelde hij wel eens over zijn jonge jaren als kok op de wilde vaart. Ik hing aan zijn lippen en zag het schip voor me met Fred in de kombuis. In elke haven een ander schatje. Ja, ja….. Hij vertelde dat hij laat getrouwd was en nog steeds een beetje losbandig. Nou, dat was wel duidelijk. Dat krachtige van hem trok me aan, zijn leidersnatuur en zijn intelligentie. Een boeiende man en altijd op zoek naar hoe mensen in elkaar zaten door hun lichaamstaal te bestuderen. Dat heb ik van hem geleerd.

Het boeide me zijn pokerface proberen te doorzien. De manier waarop Fred zijn personeel boven hun kunnen opjoeg met een blik of gebaar. Kijken of ze stressbestendig waren. Daar had ik al wat staaltjes van gezien.

Wat was hij boeiend, mensen die het allemaal wel goed vonden, zoals de jongste kok Toontje, konden beter een andere baan zoeken. De manier waarop hij Toontje aan kon gaan was bikkelhard en wreed. Dat heb ik hem wel met mijn blikken vertelt maar niet met woorden, dat durfde ik niet. Ik had daar niets mee te maken. Waar gewerkt wordt vallen spaanders en ook echte mannen maken fouten.

Ik hoorde bij zijn team…Volgens hem joeg ik mezelf wel op…daar hoefde hij niets aan te doen. Omdat ik zo gemotiveerd en perfectionistisch in mijn werk was, had ik niet veel moeite met hem. Ik werkte hard, meer dan voor 100%. Er kwamen nooit klachten en had mijn baas geen klachten over mij. Er was maar een enkel iets waarin hij me corrigeerde.

“Ben je in bed ook zo fanatiek?” vroeg hij wel eens. Dan glimlachte ik maar. Ik zou niet weten hoe ik in bed zou zijn. Die paar oriënterende vrijpartijtjes met Hans waren niet voor herhaling vatbaar geweest, maar dat vertelde ik hem niet. Ik begreep niets meer van mezelf. Ik hield toch niet van mannen die me de baas waren? Die waren na de verkrachting door Koen toch een bedreiging? Tenminste volgens mij zat ik zo in elkaar. Waarom trok Fred me dan zo aan?

Hij  las me als een open boek vertelde hij, maar niet echt… en zag alleen wat hij wilde zien weet ik nu. Ik gaf geen verdere openheid, niet over mijn relatie met Hans en niets meer over thuis dan wat hij al wist en toch werd ik emotioneel steeds afhankelijker van hem.

De afgeschreven slaatjes en de broodjes die over waren gaf ik aan de armere werknemers, of aan de tuinlieden. Hij liet me merken dat hij het wist, maar verbood het niet.  

Soms kwam hij heel dicht bij me staan terwijl er nog mensen in de kantine waren en streek met een vinger over mijn dij terwijl hij me aankeek. Dat voelde van hem niet als een bedreiging, terwijl ik trilde van… ja van wat? Angst emotie? De macht die hij over me kreeg werd groter…

Ik had er iets van moeten zeggen, maar zweeg... Nieuwsgierigheid, de spanning, een wondere wereld die ik nooit had gekend en steeds weer opnieuw wilde ervaren. De vlinders in mijn buik duidelijk aanwezig als Fred dicht bij me stond. Dan werd ik zacht onder zijn blik. Als zijn ogen mijn mond zochten en mijn lichaam aftastten, om terug te keren bij mijn ogen. Dan werd ik warm, trillend als een blaadje in de wind. Soms bewoog hij zijn lippen als in een zoen.

Ik kreeg steeds minder controle over mijn lijf. Controle die Fred leek over te nemen. Opbouwende spanning die ik maar niet kwijtraakte en dat zag de ervaren man. Hij dacht dat het kwam omdat ik Hans te lang moest missen, maar het was verliefdheid en passie die voor het eerst in mijn leven ontwaakte door en voor de verkeerde man.

Halve nachten en dagen dagdromen, hoe het met hem zou zijn wat zeker nooit mocht gebeuren.

Spelen met de gedachte mocht wel. Daar deed ik niemand kwaad mee. Er werd tussen ons veel gesproken zonder woorden, met oogcontact. En heel soms iets van minieme lichaamstaal, dat is gevaarlijk spel en gedoemd om fout te gaan. Ik was verloofd en hij getrouwd, het kon niets worden, het mocht niets worden.

Stoppen ermee

Verstand en gevoel!

Wat was allemaal met me gebeurd?  Voor het eerst verliefd, terwijl ik nooit had begrepen hoe dat zou kunnen voelen. Ik was altijd van mening dat “verliefd zijn” een opgeklopt gevoel was uit boeken en de film. Gedramatiseerd om de spanning in het verhaal te houden en de verkoop van boeken te stimuleren. Inmiddels wist ik wel beter.

Verliefdheid en passie bestond dus echt! Wat ik voor mijn verloofde voelde was in ieder geval geen verliefdheid maar had meer met liefde van een grote zus voor een jonger broertje te maken. Hoeveel kan een mens niet van een broertje houden.

Hans en ik, hadden er schijnbaar genoeg aan. Anders was het allang “uit” geweest. Het gebrek aan passie daar maakte Hans zich wel eens zorgen over. Nou, daar moest hij maar zelf achter zien te komen, dat kon ik niet voor hem. Dat er geen seks in onze relatie was kwam mij wel goed uit, daar had ik slechte ervaring mee. En ook geen behoefte aan (dacht ik.)

Ik wilde nooit (meer) emotioneel of financieel afhankelijk zijn van wie dan ook. Niet meer van een moeder en zeker niet van een echtgenoot. IK zou de baas zijn en de broek aanhebben. Het was de enige manier om me veilig te voelen. Dat ik mezelf daarmee ontiegelijk tekort deed, had ik niet door, evenmin wat mijn partner te kort kwam. Het was toen geen bewuste keuze, er kwam geen greintje berekening aan te pas. Ik brak er mijn hoofd niet over!

Tientallen jaren later zou ik pas inzicht krijgen waarom het zo was gegaan.

Mijn leven stond op z’n kop toen Fred op het toneel was verschenen.

Hij was getrouwd en had een dochtertje. Het kon en mocht niets worden.  Hij was niet van mij en ik niet van hem. Er was toch niets gebeurd?

Alleen een arm om me heen, tijdens een huilbui in een zwak moment. Een keer een lichte streling. Er was niet eens een zoen geweest, ik moest me niet zo druk maken, die vlinders werd ik zo de baas. Mijn verstand had het nog steeds gewonnen, ik was niet dom, sprong niet in zeven sloten tegelijk. Er zat geen toekomst in vertelde mij mijn verstand.

Maar toch…de gevoelens als hij naast me stond. Zijn strelende ogen, de schok die door me heen ging als zijn hand me tijdens het werk miniem raakte.

Hoe zou het voelen als hij me zoenen zou? Hoe zou het zijn als we vrij waren, om te doen wat we wilden? Zou hij dat willen? Een man als hij, zo iemand zou heel wat ervaring hebben, nam ik aan. Eigenlijk verlangde ik ernaar, een keer in mijn leven te ervaren wat passie was, een gevoel dat ik sinds kort kende. Bij Fred voelde ik me mooi en vrouwelijk. Ik wilde onderdanig aan hem zijn, totaal overgeleverd aan zijn dominantie. Aan zijn voeten liggen en bekoren. Hoe kwam ik daar opeens bij? Met zo iemand leven dat kon en wilde ik toch niet? IK wilde toch de baas zijn? De regie in eigen handen om veilig te zijn.

Zo was het geweest. Zo moest het altijd blijven. Waarom bestond ik opeens uit tegenstrijdigheden? Ik kon er toch geen twee totaal verschillende mannen op na houden? Met de ene trouwen en leven als broer en zus omdat het veilig voelde en een minnaar erbij die aan me gewaagd was. Daarmee onze lichamelijke verlangens bevredigen en verder niets…

 Verder een derde persoon waar ik mee kon filosoferen. Dat zou een vriend of vriendin kunnen zijn. Ik kon beter in een commune gaan wonen.

Was dit normaal? Hoe was ik zo gegroeid? Kwam het door die verkrachting op dertienjarige leeftijd? Was ik daardoor beschadigd in denken en doen?

Later heb ik begrepen dat dit inderdaad zo was

Wat was mijn wereld verward. Proberen wijs te worden uit de warwinkel van verstand en gevoel die om de beurt wonnen. Als onze blikken elkaar kruisten leek het wel of Fred gedachten kon lezen.

Hij kon me met een bepaalde glimlach aankijken, alsof hij wist van de storm in mij die zich opbouwde… Hij hoefde alleen maar te wachten.

Gedachten lezen!

Misschien kon hij dat wel, al was het meer lichaamstaal lezen. Fred vertelde me eens, dat het over duidelijk was als ik “geil” was, zoals hij het grof noemde…

Alleen maakte hij een denkfout als hij dacht dat het was omdat ik Hans miste die ergens op een schip zat.  

De spanning steeg en moest wel een keer tot ontlading komen. Op een dag stonden we samen in de lift, verdrinkend in elkaars ogen. Opeens smeet hij me zonder woorden met geweld tegen de liftwand. Hij zoende me hard op mijn mond en drukte me tegen de wand. Om me meteen weer los te laten… omdat de eerste verdieping was bereikt waar we beiden in een bespreking werden verwacht…

De trein van de passie was toen geen stoptrein meer en daverde door. Die zoen was veel geweest maar niet genoeg. Het leek alsof Fred de controle had overgenomen en me bespeelde als een instrument.

Het vervolg kwam tijdens een personeelsfeestje, er werd gedanst en gedronken. Fred danste niet, maar zijn broeierige blikken volgden me zwijgend de hele avond lang. Voor het eerst was iedereen in eigen kleding. Ik had mijn best gedaan om er sexy en aantrekkelijk uit te zien. Zelfs mijn lingerie was mooi, een duur setje passend bij het bloesje dat ik droeg.

Stralend witte broderie met kant op gebruinde huid.

Aan het eind van de avond, toen velen aangeschoten waren en er nog een laatste plaat werd gedraaid, vroeg Fred me pas ten dans. Dat deed hij met een knikje van zijn hoofd.

Er werd niet gesproken, hij raakte me nauwelijks aan. Kortaf deelde hij me mee dat hij me naar huis zou brengen. Het was een kennisgeving, een bevel leek het wel. Op een toon waar ik niets tegenin kon en wilde brengen. Zwijgend ben ik hem gevolgd de trap af naar het parkeerterrein. De meester en zijn slavin.

Nu weet ik dat het een liefde uit horigheid was en zeer gevaarlijk.

Ik herinner me nog de autorit. Welk merk auto hij had, ik zou het niet meer weten. Het was in ieder geval een sportief model waar hij te hard in reed. Van verlegenheid en spanning kon ik niet veel zeggen. We naderden weldra mijn ouderlijk huis. Hoe wist hij eigenlijk waar ik woonde?  Fred remde iets af. Zou het nu voorbij zijn? Nee…..hij reed een stukje door. Het straatje uit, de hoek om waar het wat stiller was onder de bomen aan de bosrand. Een smal weggetje in, dat zelfs ik niet kende.

Daar parkeerde hij zijn auto en hoorden we een poosje alleen maar de geluiden van het bos in de late avond. Ik herinner me de geur van zijn sigaren die in zijn auto hing en de kleur van zijn coltrui in de schemering.

Ik herinner me de eerste echte zoen waar hij me lang op liet wachten en wat het met me deed. Alsof ik verdronk…vergetend wat en wie we waren. Vergetend dat het niet mocht zijn….. Gevangen in zijn net van totale horigheid! Ik herinner me zijn handen die op verkenning gingen en zeer gewenst. Het mooie bloesje waarvan de knoopjes veel te langzaam werden geopend.

Hoe mooi hij mijn behaatje vond. Die avond in de stilte op dat bosweggetje beleefde ik mijn eerste orgasme onder zijn vaardige handen. Bijna negentien zal ik zijn geweest. Er was geen schaamte omdat zijn ogen me vertelden hoe mooi hij me vond. Ik had daar uren willen blijven, bloot in het bos tussen de bomen  waar ik me altijd al thuis had gevoeld, dichtbij mijn moeder de natuur. Leunend tegen zijn auto en zijn armen en handen die me omvatten en bleven opwinden, steeds opnieuw. En nee ik was geen maagd meer, na de gewelddadige verkrachting die ik als kind had ondergaan… Dat was voor altijd opgeborgen ergens diep in mij…

Fred liet me voelen hoe een echte man zou kunnen zijn, al bleven al zijn kleren aan en “het” niet heeft plaatsgevonden. Later thuis in mijn bed deed ik geen oog dicht en beleefde keer op keer de avond opnieuw als in een film…

Enkele dagen later vertelde Fred dat zijn vermoeden was bevestigd. Ik was zeer temperamentvol. Hij wilde het zo, op de manier hoe het was gegaan. Me “helpen” omdat mijn verloofde op zee zat, de spanning eraf halen. Zoals hij het vertelde klonk het als een goede daad. Zijn verhaal was een klap in mijn gezicht. Voor mij was het echte pure verliefdheid en zeker geen “in plaats van Hans,” dat was een heel ander soort liefde.

Verder vertelde Fred nog dat hij zelf niet vreemd wilde gaan. Daarom had hij al zijn kleren aangehouden. De eigenlijke daad had niet plaatsgevonden. “Je mag bij een ander wel honger krijgen als je thuis maar gaat eten”, vertelde hij nog. Was ik dan degene die wel vreemd was gegaan, omdat ik een orgasme kreeg? Ook nog de eerste keer in mijn leven.

 Ik was geschokt! Wat kunnen mannen de waarheid toch geweld aan doen. Ik liet het maar zo, eerst maar eens nadenken over wat hij me allemaal op de mouw had gespeld. Als Hans weer aan wal zou zijn, moesten we maar eens praten….. De verloving verbreken…