Korte verhalen


Annemieks belevenissen...

Hij kwam weer thuis...

 31 augustus  2006

Vlucht U.A.957 van Washington naar Brussel aankomst 7.25 uur brengt mijn kind terug!

Daar was een korte vlucht aan vooraf gegaan van Boston naar Washington. Daarvoor vier uur in een Greyhoundbus van Albany new York naar Boston. Meer dan twintig uur onderweg van new York naar Brussel.

Het laatste stukje naar huis wil ik mijn zoon graag tegemoet komen. Zoals ik hem vroeger uit school haalde en hem meermalen in zijn leven tegemoet ben gekomen…Samir mijn zonnekind.

Ik wil zien hoe hij door de deuren in de aankomsthal in Brussel Airport komt.

Hans Erfkemper maakte het mogelijk, door spontaan te zeggen: “Daar maak ik tijd voor” “We gaan hem samen halen!”

Twintig jaar geleden gaf Hans (directeur van basisschool De Harlekijn) een plekje op zijn school aan een weinig doorsnee kind. Vandaag haalt hij een weinig doorsnee man van het vliegveld!

Om half vijf ben ik op gestaan en werd in het donker graan bij de kipjes (Charlotte en Madelon) gestrooid. Ze moeten zichzelf redden vandaag. Alle vertrouwen in Hans, die vele malen per jaar naar vliegvelden af en aan rijd. Hij zal op tijd zijn en op tijd aankomen in Brussel.

Onderweg werd er bijgepraat en herinneringen opgehaald o.a. van een lessenaartje in basisschool “De harlekijn,” waar mandarijntjes lagen te rotten in een laatje. Elke dag kwam er eentje bij. Omdat de ma van Samir haar kind gezond wilde houden en hij geen tijd voor mandarijntjes had.

Op het moment dat Hans en ik aankwamen in Brussel Airport landde het vliegtuig vanuit Washington. Een stroom van donker gekleurde mensen kwam uit de klapdeuren. Afrika?? Even later de “Amerikanen.” En…Samir.

De eerste reactie van Hans: “Hij is niets veranderd”. En met een glimlach zag ik mijn zoon zoals ik hem zo goed ken. Zijn hoofd bedekt met een capuchon. Een baard van twee dagen, zijn rugzak en een haveloze laptoptas aan zijn lange lijf. In de ene hand de prachtige koffer die ik hem gaf. Aan de andere hand een vreselijk oud exemplaar dat nauwelijks sloot. Eigenlijk hoorde er een touw omheen. Hier en daar leek er iets uit te vallen. Zijn skateboard misschien? Zoiets past bij Samir. Daar heeft hij totaal geen moeite mee.

Toen waren zijn armen om me heen en een stralende lach voor Hans… Dat had hij niet verwacht!

Nu zit de zoveelste vuile was in de wasmachine en zijn er twee poezen aan mijn katten collectie toegevoegd.

Mijn zoon is als een te vast opgedraaide wekker. Hij praat urenlang door, mist de vrienden in Albany nu al en verdwijnt uiteindelijk naar het winkelcentrum. Gisteren deed hij nog een parachutesprong vanuit een eenmotorig vliegtuigje en was er nog een afscheidsfeest, georganiseerd door vrienden. Hij moet nog op aarde terug komen lijkt het wel.

Als een spons zuig ik al zijn bekende gebaren op. Hoe hij kijkt en beweegt. Hoe moe hij is en hoe “hyper”.

Zaak is nu zo lang mogelijk wakker blijven vertelt hij. Als hij nu naar bed gaat is hij midden in de nacht uitgeslapen. Jetlag! Tegen de avond verdwijnt hij naar Heerlen. De inhoud van de koffers geven zijn leven prijs van de laatste zeven maanden.  Bijna alle kleren zijn vuil. De laatste zes weken geen tijd om naar de “laundry” te gaan.  Hopen losse papiertjes en bierviltjes met gedichten. Liefdevol en macaber… Dat schrijven heeft hij van zijn ma.

De dollars werden geteld en plannen doorgesproken. Gevoelens uitgewisseld en in de man zie ik de puber en het kind.

Wat is hij wijs geworden. Zo volwassen! Ik weet… deze vijf maanden zijn even een tussenstop. Om af te studeren aan Hogeschool Fontys afdeling toegepaste natuurwetenschappen.

Zo snel als maar mogelijk is gaat hij weer terug naar de USA om verder te studeren aan de universiteit in Albany new York. Hij is gelukkig in Amerika. Mijn zoon die nooit in een rijtje passen wilde blijft nooit lang op een plek. Hij is een wereldburger geworden.

Ver weg aan de zijlijn blijft zijn ma achter… Het is goed zo. Vele offers werden al gebracht dit kan erbij. Het enige dat ik voor hem wil is: Gelukkig zijn!! Waar en met wie dan ook!!

Annemiek

Verschoven beelden…

Zaterdag 16 september 2006.

Aan het busstation staat een slanke goedverzorgde jongeman. Mo Ghoulem? Een figuur uit vervlogen tijden?

Dan vallen de beelden weer op hun plaats en blijkt het mijn zoon te zijn die op dat moment heel even als twee druppels water op zijn vader leek. Lang slank en nee…. toch iets anders. Mo had kroeshaar en was iets korter en meer tenger van bouw.

Onze zoon heeft zeker ook iets van zijn ma en werd de kroes een losse krul en ietsje forser zijn lijf. Ik schrijf op dat moment mijn tweede boek en leef daardoor veel in het verleden. Schrijven over het verleden werkt therapeutisch en maakt me emotioneel.

Ik doorleef opnieuw alle gevoelens  van liefde, wanhoop pijn en woede. Daarna kan ik het een plekje geven… Als ik schrijf duik ik terug in de tijd voor1980. Dagenlang! Is het daarom dat ik die dertig jaar oude beautycase meenam naar Eindhoven? Samsonite tijdloos en niet te verslijten. Er hoorde een koffer set bij. Dezelfde kleur indigoblauw. Die heb ik achter gelaten toen ik moest vluchten 25 jaar geleden.

Samir is in 2006 29 jaar, even oud als zijn vader, toen ik hem leerde kennen. Soms kort en soms iets langer, de hele dag door, verschuiven de beelden, zodat ik goed de zoon en zijn vader kan vergelijken. Lang genoeg om te beseffen dat Samir veel sterker is dan de man waaruit hij voortkwam. Later op de dag zal ik hem dat ook vertellen.

Terug naar het station…..Een weekend Eindhoven. De dag begon vroeg… Lunchpakket mee en wat een mens tijdens een weekend zoal nodig denkt te hebben. De trein van acht uur. Onderweg in Sittard stappen Monique, Elise en Helma in de trein. We hebben een dagcursus consuminderen in Eindhoven.

Achteraf gezien vind ik het jammer van het geld want het was duur en bracht me niets nieuws. Wel ben ik nu in het bezit van een map en wat naslag materiaal. Ook weet ik nu wat ik anders zou doen als ikzelf die cursus zou geven…

Samen met de vrouwen deze dag doorbrengen is gezellig en na afloop van de cursus gaan we eten in de stad. Samir die in Eindhoven woont kent leuke goede goedkope eettentjes en zal ons de weg wijzen. Hij stelt zich voor aan de vrouwen en we gaan op pad.

Na overleg over de begroting is er de keus tussen: “Subway”of  een Japans eettentje en het wordt Japans.  Er is Sushi en kip rijst gerechten soep enz. Samir is onze gids ook bij het bestellen van de gerechten. Hij trakteert zijn ma en ik besluit hem morgen te trakteren. Samir valt goed bij de vrouwen zie ik en dat was ook zo bij zijn pa. Terwijl ik luister en kijk zie ik weer de beelden verschuiven.

Dezelfde rimpeltjes bij zijn ogen als hij lacht.

We besluiten nog een ijsje te eten als nagerecht. Samir weet een goeie ijssalon waar het lekkere ijs ook op het terras uit een bakje gegeten kan worden. Consuminderen nietwaar!

Het is heerlijk daar te zitten in de vroege nazomeravond en het is bijna tropisch. De vrouwen besluiten de trein van zeven uur te nemen. Samir en ik zwaaien de vrouwen uit op het perron en gaan weer de stad in. Samir draagt mijn beauty case en weer verschuiven de beelden. Vele malen heeft Mo het ding gedragen terwijl ik de baby (Samir) droeg. De rest van de dag verschuift het beeld niet meer. En dat is maar goed ook! Het voelt niet goed….

Mijn zoon en ik zitten uren in het boekencafé  in een geanimeerd gesprek. We praten over zijn toekomst, zijn tijd in Eindhoven de komende vier maanden en zijn gevoelens over e.e.a. Hij vertelt me dat het leven voor hem zeer de moeite waard is. Dat gevoel maakt me blij en dat hou ik vast. Later neem ik de bus naar het huis van mijn zus Petra en haar man, waar ik zal overnachten. Samir gaat nog uit en we spreken af dat hij morgen even langs komt bij zijn tante.

Er ligt een sleutel onder de mat bij de voordeur van mijn zus want ze zijn naar een verjaardag. Ik neem een douche en ga slapen en dat blijkt moeilijk na alle indrukken. Zondagmorgen om zeven uur zit ik alweer beneden en zet koffie. Petra die me heeft gehoord komt even later naar beneden en we praten bij, zoals dat tussen zussen zo kan gaan. Ik ervaar het gesprek als een uniek bijzonder moment. Zussengevoel ontbrak in ons gezin van weleer evenals zus/broer gevoel.

Moeder zette ons constant tegen elkaar op, waardoor we geen enkele broer of zus meer vertrouwden. Bij de meesten is dat wantrouwen gebleven. Als Petra hoort dat Samir die ochtend langs wil komen nodigt ze hem uit op de brunch. Zo is mijn zus…..altijd gastvrij zoals ik ook ben.

Even na tien staat Samir met een bos bloemen voor zijn tante aan de deur.  Het is heel gezellig en hij vertelt over Amerika waar hij lange tijd verbleef en zijn oom en tante zijn zeer geïnteresseerd. Zijn verhaal over het sky-diving avontuur  is amusant. Met een piloot en vier mensen in een eenmotorige cresna gehurkt op elkaar gepropt. Het hobbelende krakende toestelletje op de landingsbaan en even later in de lucht. Op drie kilometer hoogte vraagt Samir zich af waar hij eigenlijk mee bezig is, maar is het te laat.

Als de deuren van het toestel open gaan beseft Samir dat hij de eerste is die eruit moet in vrije val. Van drie kilometer hoogte vrije val slaat hem letterlijk en figuurlijk uit het lood en is de hele les vergeten. Als hij het vliegtuig boven zich ziet wegdraaien weet hij weer wat hij moet doen. Allereerst de hoogtemeter bekijken en tellen wanneer de parachute open moet. Maar wel op tijd! Ze landen zonder problemen. Samir en Matt zijn vriend uit Albany NY

De verhalen laat ons de tijd vergeten en is het opeens middag. Samir en ik besluiten op de stappen en bedanken voor de gastvrijheid waarna we vertrekken richting bushalte. Er is veel te doen in Eindhoven en omstreken waar ik samen met mijn zoon van wil genieten. Er is direct een aansluiting met de bus.

Samir stelt voor om naar het stadspark te gaan. Er is een concert van “The Beatles” een coverband uit Praag. We lopen ernaar toe en het lijkt opeens of ik meer zo gelopen heb naast een lange jongeman die mijn beauty case droeg. De beelden verschuiven weer en ik voel beurtelings de charme van de vader en het moeder/kind gevoel met mijn zoon. De coverband waarvan de muzikanten echt op de Beatles lijken, vergroot alleen maar het gevoel van terug in de tijd. Het publiek gaat helemaal uit zijn dak en ze dansen zelfs op de manier zoals dat ging in de zestiger jaren. “She loves you, yeah yeah yeah.”

Ik kijk wat naar de mensen om me heen en beweeg met de muziek mee. Beelden verschuiven weer enkele seconden heen en weer terug. In de pauze zitten we op een trap en vertelt Samir over het lab en de universiteit  in Albany en over Lenieke en zijn verwachtingen over hun relatie.  Mijn zoon is sterker geworden en het verschil duidelijk merkbaar van voor en na USA.

Hij bezit de eigenschap te zien en helder te verwoorden hoe hij tegen mensen en situaties aankijkt en zijn zelfbeeld is duidelijker. Later weet ik dat dit zelf reflexie heet. Na de pauze zijn er enkele vrienden van Samir o.a. hartelijke Tom, helemaal verliefd en gelukkig met zijn vriendinnetje. Een mooi mens uiterlijk en innerlijk.

“The Beatles” spelen aan het einde van het concert “Hey Joe” en de menigte zingt uitzinnig mee, na na na na….hey Joe! Beelden verschuiven weer enkele seconden. Dezelfde song dezelfde woorden dertig jaar geleden. Tranen maken de beelden onduidelijk en brengen verlangen naar de tijd met Mo…toen het nog goed was.

Samir en ik eten nog wat in de stad, drinken cappuccino en valt de moeheid als een zware deken over me heen…komt dat van alle emotie?  Als we in de bus naar het station zitten vertelt mijn zoon hoe mooi die oude beautycase nog steeds is. “Die is al zo oud als ik ben hè ma?”

 “Vroeger zat er jarenlang een zware Arabische zilveren ketting in” vertelt hij. Ik knik, alleen maar, want er schiet een brok in mijn keel. Er heeft ook nog een heel fijn geweven groene safsari in gezeten, doorstikt met zilverdraad weet ik….en herinneringen aan momenten met een geliefde man waarbij ik alleen maar die zware zilveren ketting droeg……

De trein naar huis. Dag sterke zoon, met de schoonheid van je vader. Mijn trots voor jou groeit met de dag…

Annemiek.

Trip to America deel 1

Landgraaf 31 Augustus 2008

Daar zit ik dan aan de zijkant van mijn huis, zes uur in de ochtend. Om vier uur liep de wekker af omdat ik niet wil jakkeren en mezelf dit kwartiertje afscheid nemen van de poes en het hofje gun.

Amerika is wel het laatste land waar ik met vakantie naar toe zou gaan. Samir woont in Albany N.Y. U.S.A. Ik ga hem opzoeken en enige tijd zijn dagelijkse leven mee beleven en zien hoe hij daar leeft, studeert en werkt.

De nacht vervaagt en de dag neemt de scepter over. Mijn koffer staat klaar bij de poort inclusief de trolley met de handbagage. Verder mijn rugzak en een koeltas met broodjes en koffie voor onderweg. Hoe rijk gezegend ben ik met vrienden die me naar Schiphol willen brengen. De reis zal 24 uur duren…

De autorit verloopt voorspoedig o.a. dankzij d de navigatie en wat geluk. Onderweg staat een tankstation in brand. Later zal blijken dat na ons, aan beide zijden de weg wordt afgesloten. Ruim op tijd komen we aan…

Reizigers naar Amerika moeten vier uur voor vertrek aanwezig zijn. Direct maar “inchecken” dan weet ik tenminste dat het goed zit met al die medicijnpaspoortjes en Engelstalige doktersverklaring. Ik vlieg met DELTA-AIRLINE een Amerikaanse luchtvaartmaatschappij dus zitten er Amerikanen bij de desbetreffende balie. De koffer wordt gewogen en het gewicht goed bevonden. Net geen 23 kg wat het uiterste toegestane gewicht is.

De medicijnen worden ter sprake gebracht waarna de reizigers achter mij naar een ander loket verwezen worden en er een Nederlandstalige medewerker bijkomt. Er zal een katheter open gemaakt moeten worden. Men vraagt of er naaldjes inzitten. Ze verwarren katheters blijkbaar met insuline-spuiten voor suikerpatiënten. De Engelstalige bijsluiters en medicijnpaspoorten worden uitgebreid gelezen en goed bevonden. Ik kan doorgaan wordt me verteld. Opgelucht haal ik adem. Dat is drempel een. Eerst maar eens naar het toilet voordat ik in de vertrekhal de taxfree shops ga bekijken...


Drank chocolade kaas tulpenbollen en zaadshops. Alle aankopen in plastic verpakt. Er wordt bij de kassa naar het ticket gevraagd omdat niet alles wat te koop is ook naar alle landen ingevoerd mag worden. Het zou vreselijk zijn als je inkopen gedaan in de wachtruimte even later bij de douane in de vuilnisbak moet. Ik zie dat een zakje tulpenbollen 18,99 euro kost. Er zitten hooguit vier stuks in het zakje. Vier pompoenzaadjes kosten vijf euro. Wat een afzetters. Er mag geen zaad Amerika in weet ik dus laat ik alles maar gewoon liggen waar het ligt. Ik ga niet lopen stressen in de rij voor koffie. Ik hoef niet naar Mac Drek Café Amsterdam of wat nog allemaal in die hal ligt. Ik heb mijn flesje water en dat is voldoende.....

Even later besluit ik een fles Ierse Whisky voor Samir te kopen. Glenfiddich van 12 jaar oud. Heel betaalbaar en ik weet dat ik mijn zoon er een groot plezier mee doe. Tegen elf uur neem ik plaats op een comfortabele bank tegenover het bord waar de aankomst en vertrektijden van alle vluchten opstaan. Er is nog steeds geen vertraging. DELTA -AIRLINES vlucht naar New York vertrekt volgens het bord nog steeds om twintig minuten voor een. Opeens betrap ik mezelf met een stuk chocola. Stress eten. Het winkeltje naast de bank was te aanlokkelijk.

Bij sommige vluchten staat het woord “Gate open” en het is me niet duidelijk of ik naar D4 gate moet als inderdaad die “Gate” open is, of eerder. Een stel Brabanders weten het ook niet maar moeten wel hetzelfde vliegtuig hebben. Ze besluiten nog eventjes te wachten. Mijn gevoel zegt me dat ik maar eens moet gaan kijken.


Onderweg naar de Gate zijn door een grote glaswand meerdere vliegtuigen met DELTA AIRLINE opschrift zichtbaar. Bij D4 staat een hele rij mensen voor controle. Er staat een vuilnisbak waar de flesjes frisdrank in gekieperd worden Mijn waterflesje is zo wie zo leeg. Weg ermee. Een Marechaussee stelt even later de meest vreemde vragen. Wie mijn koffer inpakte. Of de koffer ergens onbeheerd achter bleef. Op welke manier ik van thuis naar Schiphol kwam en waar de koffer lag tijdens die reis. Nogmaals worden de reisdocumenten gecontroleerd en verzocht mijn bril af te zetten. Mijn schoenen moeten uit en mijn riem uit mijn broek. De handbagage wordt grondig doorzocht en ikzelf wordt uitgebreid gefouilleerd door een vrouwelijke marechaussee.....Het gaat wel met kleding aan maar de vingers komen overal. Onder bh. Beugels en tussen billen. Een onwaardige belevenis moet ik zeggen.

De schoenen kunnen aan en de riem weer om. Alles is goed bevonden en wachten op nadere orders. Even later worden de eerste namen van passagiers omgeroepen. Er is ook een “Misses van Deursen” bij. Mijn instapkaart wordt gecontroleerd en kan ik weer wachten tot de andere TIG namen de revue zijn gepasseerd. Tegen twintig voor EEN verschijnt op het bord achter DELTA het bericht: “gate open.” Direct daarna het bericht dat de vlucht een kwartier vertraging heeft. Een van de bemanningsleden vertelt dat we die vertraging gaan inhalen want we hebben wind mee…….

Het is een gemêleerd gezelschap wat het vliegtuig binnen gaat. Een ding hebben ze allemaal gemeen. Gemakkelijke kleding. Een mevrouw heeft al een tijdje met haar voeten zitten draaien Ze heeft natuurlijk ook goede tips gekregen of wellicht vliegervaring. Met een glimlach denk ik aan alle goedbedoelde “goede raad” die me de laatste drie weken is gegeven. Ik zou maar een dik vest meenemen bij de handbagage want in vliegtuigen is het koud.

Ik hoef geen vest en heb een natuurlijke winterjas “maatje meer” die ik vanaf mijn geboorte al draag. Verder moest ik zeer zeker steunkousen aandoen volgens mijn pedicure. Goed tegen stuwing van vocht in voeten en benen tijdens die acht uur durende vlucht. Laat ik nu nooit vocht in voeten en benen hebben dus nu ook niet neem ik aan. Wat een kul! Er was zelfs iemand die me een blijvende katheter aanraadde.

Hoefde alleen het kraantje open. Ja, ja....als iedereen van het toilet gebruik kan maken kan ik dat ook met mijn wegwerp kathetertjes...  Alle goedbedoelde raad heb ik eens door gedacht, achter me gegooid en mijn eigen gezonde verstand gebruikt…

Even na 13.00 uur Nederlandse tijd komt er beweging in het vliegtuig. Mijn stoel (nummer 42) staat op het hoekje van een rijtje van drie. Kan ik heerlijk mijn ene been strekken in het gangpad. Er hangen wel vijf TV toestellen aan het plafond en de cockpit met de piloot is in beeld. Lijkt me een heel capabele meneer moet ik zeggen al versta je geen woord van wat hij vertelt door het vele lawaai wat passagiers maken.

Als iedereen zijn/haar plaats heeft gevonden en de handbagage in de daarvoor bestemde opberging zit gaat de reis beginnen. Langzaam komt er beweging in het toestel dat zijn weg zoekt naar de startbaan. Een verlichte tekst PLEASE CLOSED YOUR SEATBELT is de volgende fase. Stewardessen lopen rond om te controleren of het ook gebeurd. Dan brullen de motoren harder en harder terwijl het vliegtuig een aanloop lijkt te nemen. Nog sneller en sneller. Alles rammelt en als ik vrees dat de vleugels er zo wel af zullen vallen en de gierende motorgeluiden niet meer aan te horen zijn gaat het toestel los van de aarde! Hoger en hoger als een vogel op de vlucht. Nog hoger terwijl mijn oren dicht gaan zitten en even slikken niet echt helpt. Mijn maag maakt een buiteling en nog hoger klimt het toestel zodat huizen kleine blokjes zijn en water kleine meertjes lijken. Daarna niets meer dan de wolken en zelfs dat niet eens meer...

16.00 uur. Enkele uren in een vliegtuigstoel, het is niet echt iets voor mij. Een kussentje in mijn nek en proberen te slapen terwijl stomme avonturenfilms draaien. Af en toe opstaan en maar eens naar de plee. Even mijn gezicht wassen en een plas. De meest vreemde lunch aller tijden is zojuist geserveerd. Pasta met tomatensaus in een bergje spinazie. Er is een broodje bij en roomboter met ceddar (Amerikaanse kaas op oliebasis) Verder wat sla en twee zoute crackers. Het toetje is een koekje met chocola. Er is koffie, thee en frisdrank.

Van Samir weet ik dat de Amerikaanse starbucks koffie slap is. Maar eens proberen. Die van mij smaakt naar thee met melk. Foutje! Zo wordt eten tijdverdrijf. Bijna de helft van de vliegreis zit erop en het valt me op dat de stewards en stewardessen zich helemaal kapot werken op de vierkante meter die “pantry” heet. De vrouwen met sjaaltje en hoedje zwaar in de make-up en de bijbehorende stralende lach die al wat star wordt.. .De mannen strak in het pak. Ze zijn allemaal ongeveer even groot en hetzelfde gewicht. Passen ze goed tussen de rijen stoelen bedenk ik...

17.00 uur. Mijn make-up bijgewerkt en een paar rondjes gelopen door de gangpaden. Ik loop langs jolige jongelui die melig worden en verliefde stelletjes die uit verveling gaan tongzoenen. Je moet er maar achter zitten zoals ik en alles mee moeten krijgen. De derde film begint en er steekt een vreselijke hoofdpijn op. Oh wat verlang ik naar de stilte van de bosrand en de poes op mijn hofje. Rijen mensen voor een stinkend toilet waar ik naast zit en een vergeten poederdoos ligt op de grond. Twee paracetamolletjes en verder niets meer...

De meute is aan de wijn gegaan en wordt luidruchtiger. Nog eventjes! De gezagvoerder komt weer in beeld en vertelt dat de vlucht er bijna op zit, hoe warm het bij aankomst is en de tijd zes uur verder dan op onze horloges. De vlucht is korter dan gepland. We hadden inderdaad wind mee. Het toestel verliest hoogte met de bijbehorende mindere zaken zoals oren die dicht gaan zitten. Slikken en gapen helpt wel. Opeens een schokje en we zijn aan de grond.

Er gaat een wanhopig geluid door de pantry en even later wordt duidelijk waarom. Er is druk verkeer van aankomende vliegtuigen dus is er geen plaats aan THE GATE. We moeten wachten tot een speciale bus die LOUNGE heet ons komt ophalen. Wachten en blijven zitten terwijl je naar buiten wil, de frisse lucht in. Drie kwartier verder zitten we in de lounge die smoorheet is. Het is buiten 32 graden en de airco is stuk. We komen in een aankomsthal en worden gesplitst in twee rijen. Amerikaanse staatsburgers rechts de overige links.

De overige worden begeleid door streng uitziende douane ambtenaren... In het vliegtuig moesten twee pagina’s vreemde vragen ingevuld worden. Of je met dieren, aarde en zaad in aanraking bent geweest. Of je handel wil drijven en waar je naartoe gaat. Je naam en adres. Hoe lang je blijft, je paspoortnummer en nog meer.. Ik hoop dat alles goed is ingevuld. Bij geslacht heb ik vrouw ingevuld i.p.v. femal. Foutje. De jolige kids vragen hulp aan me.... nou ze zoeken het maar uit.

Vandaag geen hulpverlening. Voor straf…omdat ik uren naar die tongzoenen heb moeten kijken. Ik kruip naar voor in de rij. Ik heb het helemaal gehad en sluit aan in de rij van de meest vriendelijk uitziende meneer. Stress! De meneer bekijkt mijn paspoort en stelt enkele vragen die ik niet kan verstaan van de zenuwen. Ik bied mijn verontschuldiging aan in de Engelse taal en vertel de meneer dat ik de taal niet vloeiend spreek. Hij heeft met me te doen en vertelt dat zijn Nederlands ook miserabel is.

Dat kalmeert en ik beantwoord de vragen verder moeiteloos.” Ik ga naar mijn zoon die ik een jaar niet zag.” Dat laatste heeft hij natuurlijk niets mee te maken maar vond ik charmant klinken. Ik vertel hem het adres van mijn zoon en de dag dat ik terug ga naar Nederland.

Er wordt een foto van dit vermoeid mens gemaakt en ik moet vingerafdrukken zetten van mijn linker en rechter wijsvinger. Dan mag ik gaan. Richting bagage carrousel waar mijn koffer juist voorbij komt. Wat een geluk! Ik sleur de koffer over de reling en stuit op een volgende douane ambtenaar. Die loodst me naar een mevrouw die vraagt of ik een overstap moet halen voor een volgende vlucht of in New York blijf. Ik weet het even niet meer...Oké....New York. Dan een deur door en.....

Daar staat Samir! Oh ma ik ben zo trots op je! Dan omhelzen we elkaar en is alles goed!

Samir vraagt of we even moeten rusten. In Godsnaam niet zeg, liever verder reizen. We moeten nog uren blijkt wel. Het jonge stel uit Brabant wil graag weten hoe ze in een bepaalde wijk van N.Y. komen. Ze haken aan en met z'n vieren reizen we een stuk met een AIRTRAIN en de METRO. Ik raak de kijk op afstanden kwijt. Het stuk dat we afleggen is even ver als van Heerlen naar Sittard en dat allemaal in een stad. We zitten nog steeds in N.Y. en heb ik geen idee hoe groot de stad is. Ondergrondse stations die aan Brussel doen denken.

Grauw donker en verwaarloosd. Het Brabants stel moet er een halte eerder uit. We belanden in MANHATTAN. Hoge wolkenkrabbers en smerigheid ten top. Vandaar uit vertrekt er een Greyhoundbus naar Albany waar we moeten zijn. Ook dat is nog steeds New York. We moeten wachten en Samir zet me in een koffieshop terwijl hij kaarten gaat kopen voor de Greyhound. Ik ben doodmoe maar kan nog alles opnemen.

In de koffieshop zit een studente uit de Oekraïne die de grote stad N.Y. Bezoekt. Ze studeert in Californië en wacht op een vriend die haar vergezellen zal op de terug reis. Ze is een beetje bang van de drukte, vertelt ze, wat me wel verbaasd van een jong kind van midden 20. Een zwerver schuimt de afvalbakken af waar hij niets vind. Hij zit onder de zweren en krabt steeds aan zijn benen in een veel te grote broek. Hij is omgeven met urinegeur. Mijn hart draait om in mijn lijf. Gelukkig komt een mevrouw die hem enkele dollars in zijn hand drukt. Hij is te ziek en te apathisch om te bedanken en schuifelt verder.

Ha, daar komt mijn zoon. De kaarten zijn gekocht en de reis kan vervolgt worden. Nog even wachten in de rij voor de bus vertrekt. De meeste mensen zitten gewoon op de vloer van de hal. Toch maar niet. Ik zou niet meer op kunnen staan vrees ik, dus hang ik tegen een pilaar. Steeds weer kijken naar Samir is mijn voornaamste bezigheid.

Als de bus vertrekt wordt N.Y. bij nacht zichtbaar.. We beginnen aan een diepgaand gesprek en de tijd verloopt snel. Bijna vier uur verder (en nog steeds in New York) stopt de Greyhound Downtown Albany. We nemen een taxi omdat ik echt niet meer die steile heuvel op lopen kan met mijn tijdelijke voetblessure. 24 uur onderweg… Driehoog de trap op en een heerlijke douche. Naar bed en proberen te slapen met achtergrondgeluiden die me steeds weer uit mijn slaap zullen halen... Samir woont net tussen de betere wijk en de achterbuurt. Gierende sirenes van politie ambulances en vuilniswagens in de nacht...New York.

Annemiek

TRIP TO AMERICA deel twee…


Dinsdag…. Mijn zoon is strak in het pak naar zijn werk op Nanofab. Een presentatie begrijp ik. Hij zal tegen 15 uur terug zijn dus ga ik maar eens de stad verkennen. Wat kleine winkeltjes afstruinen. Ergens foam kopen voor mijn melkboerenhondenhaar en nog wat kleine dingetjes die ik mis in huize Samir. Alles is nieuw en alles is boeiend.

Hobbelige straten en trottoirs van grote betontegels van een vierkante meter. Langs de straten staan om de paar meter grote afvalbakken die elke nacht rond vier uur met veel lawaai door de reinigingsdienst worden geleegd. Het schijnt nodig te zijn. Alles is wegwerp in dit land en de bewoners gooien ook hun afval in die bakken.

Tijdens het eerste deel van de nacht trekken de zwervers door de stad. Je hoort ze praten en het geluid van rammelende karretjes en winkelwagentjes. Vele gegoede burgers zien het als hun taak de zwervers te helpen. Alles wat maar te hergebruiken is wordt op de stoep gezet. Overtollige huisraad kleding schoenen en lege flessen. Soms een compleet kostuum met kleerhanger aan een boom opgehangen, met een paar schoenen eronder. De volgende morgen is alles weg. Er zijn teveel zwervers dus een druppel op een gloeiende plaat.

AOW is er niet zodat bejaarden tot op hoge leeftijd baantjes proberen te houden. Lukt dat niet dan blijft er niets anders over dan bij familie aanschuiven of vuilnisbakken napluizen. Elke plastic of glazen fles brengt 0,05 dollarcent op. Blikjes worden plat geslagen en brengen ook iets op. Ik raakte hierover in gesprek met een oudere donkere meneer. Hij is nog gezond genoeg, zegt hij om zijn “zaak” te drijven.


Aan zijn winkelwagentje hangen tassen zodat hij direct kan sorteren. Aan het eind van de dag heeft hij wellicht brood op de plank. Van hem maakte ik een foto omdat hij dat prima vond. Hij vertelde heel gelukkig te zijn omdat God hem een kleinzoon gaf die nog niet naar school hoefde en snelle beentjes had. Die jongen rende langs de vuilnisbakken in het park en hoefde opa alleen maar van de natuur te genieten. De meest trieste gevallen gaf ik een paar dollar. Dat is beter dan vastleggen op foto. Dat zou mensonwaardig zijn.

Rondslingerend afval is er weinig maar toch maakt de stad een slordige haveloze indruk. Ramen lappen doen ze hier niet aan. Amerikanen die onderweg zijn omklemmen grote papieren bekers koffie of frisdrank. Alsof ze zich eraan vast houden.

Zelfs op de fiets zag ik ze met volle bekers rijden. Hun mondiale voetstap is gigantisch. Al die wegwerp zooi gaat in de vele vuilnisbakken. Samir gooit  zijn restafval ook erbij. verpakt in plastic draagzakken van de PRICE-SHOPPER. Als je naar de super gaat heb je weer 25 draagzakken of zo. Geen mens heeft een stoffen boodschappentas.

Teveel verpakkingsmateriaal. Heel erg veel bakjes en traytjes afhaal maaltijden en kant en klaar food is te koop en wordt verkocht, boordevol E nummers. Amerikanen eten driekwart van de week buiten de deur. Er zijn dan ook vele pizzatenten en sandwichbarretjes. Als iemand een taart wil bakken koopt hij wegwerp bakvormen en kant-en-klaar bloem. Daar hoeft dan alleen water of melk bij. De vulling zit vacuüm verpakt erbij.

 

Bij de PRICE-SHOPPER liggen rekken vol van die zooi. Zo slecht voor het milieu. Mega grote diepvrieskasten aan weerskanten van een lange supermarktgang. Grote bakken kant en klaar maaltijden met de tekst XXL “Hungri man” dus mega hoeveelheid. Ik probeer een dweil te vinden tussen schoonmaakmateriaal en vraag of een doek die er tussen hangt voor “clean the floor” is. 

 Verbijstering “You clean the floor on you nies?” “Its not good for you lady.” Ik laat de doek maar de doek die een handdoek blijkt te zijn en neem wat vaatdoeken mee. Opeens zie ik sterappeltjes liggen die in Limland zowat uitgestorven zijn. Jeugdsentiment.

 

Er staat een bordje bij 0,99 dollarcent lb Dat is niet duur bijna een dollar voor een zak appeltjes. Bij de kassa blijken de appeltjes 0,99 dollarcent per pond te kosten. Een pond in Amerika is 440 gram bij ons. In de zak zit bijna twee kilo dus worden het nog dure appeltjes. Al doende leert men.

Ze zijn het trouwens waard. Ik vind foam en bindmiddel waar ik eigenlijk voor kwam. Thuis gekomen maak ik een kop koffie verkeerd met melk en redder wat in huis. Niet teveel, mijn zoon wil niet dat ik bij hem schoonmaak. Dus doe ik elke dag een beetje zodat het niet teveel opvalt. Als Samir thuis komt gaan we een volgend stadsdeel bezichtigen...

Omdat mijn voet opspeelt zijn verre loopafstanden geen optie. De bus kost maar een dollar wat ongeveer 70 eurocent is. Je betaald maar een keer en kan blijven zitten zolang je wil. Samir reist gratis met een card van de universiteit. We komen door prachtige buiten wijken met droomhuizen zoals in de film.

Veel hout en veranda’s met de bekende schommelstoelen. Straten lang staan huizen te koop door de recessie. De wanhoop ligt voelbaar op de tuinpaden en waart onder de bomen. Bordjes met Te huur of te koop maar geen mens die kopen kan. Gras wat niet meer gemaaid wordt en woekerende bloemen aan gazonranden. Afbladderende verf en kapotte vitrage. Een hele spookwijk waar we doorheen rijden. Ik wordt er een beetje stil van. We eindigen de rondrit met een bezoek aan een mega winkelcentrum wat CROSSGATES MALL heet.

Het is niet aan me besteed. Te groot en niet te overzien. Samir gaat er eenmaal per maand langs om zijn telefoonrekening te betalen. Er staan automaten waar je telefoonnummer ingetoetst moet worden. Er komt een bedrag in lichtende cijfertjes. De dollars stop je in de automaat en is het weer oké voor een maand. Internet idem. Samir heeft een internetabonnement voor 15 dollar per maand. Dat is te geef....

Even later zitten we in een jaren zestig stijl hamburgertent. Alleen muziek uit de zestiger jaren en ik geniet volop. De baliemedewerkster is zeer komisch in mimiek en gedrag. Ze spuit gezichtjes op een wegwerk kartonnen cupje waar de ketchup op moet. Af en toe gaat de hele bediening aan het dansen middenin de zaak.


De muziek wordt dan keihard gezet en krijgt geen klant zijn bestelling. We eten ontzettend ongezond vet food maar dat moet maar even zo. Amerika voelbaar in alle facetten. Samir verteld dat bovenop de rekening 20% betaald wordt als fooi. Je moet het niet wagen om het niet te doen. Verontwaardiging volgt......of het misschien niet goed was wat je kreeg?

De lonen in de horeca zijn zo laag dat het personeel het moet hebben van de fooi. Een/vijfde fooi is een verworven recht. Alleen bij de super betaal je wat ze vragen. Er werkt trouwens maar een blanke meneer. Die is de baas. Verschrikkelijk!

Terug naar huis zie ik dat bijna elk huis een airco heeft. De gevels worden ontsierd met vele witte kastjes die een herrie maken van jewelste. Samir wil boeiende dag voorbij gaan we huiswaarts…geen airco. Hij voelt zich goed in de hitte. Zijn ma minder bij 32 graden maar wil ook geen airco thuis. Alleen voor warmte in de winter. 

TRIP TO AMERCA deel drie….

Woensdag:

Het was een brakke nacht. Stemmen op straat van zwervers die hun buit uit de vuilnisbakken halen. De vuilnisdienst die klokslag vier uur de bakken rammelend leegt met vrachtwagenmotoren die  een hels kabaal maken. Daar tussendoor sirenes van politie of ambulance. Ik kan er maar niet aan wennen. Alsof ik in een slechte film ben beland.

 Samir slaapt er doorheen ook al staan de ramen wagenwijd open. Voor hem is het achtergrondgeluid geworden. Het is smoorheet. Misschien wel 30 graden in de vroege morgen. Een sterke kop koffie van eigen maalsel Daily Grind maakt het hoofd helder. Met de bus naar UNIVERSITY ALBANY waar Samir colleges volgt. Wat een unicum om daar een kijkje te mogen nemen. Op deze plek komt geen enkele toerist.

Het is allemaal wat onwezenlijk. De universiteit lijkt wel een regeringsgebouw met al die fonteinen vlaggen en trappen. En daar studeert mijn kind! Daar wordt een ma uit Limland stil van…



Vele foto's worden gemaakt terwijl Samir uitlegt welke gebouwen voor welke colleges zijn. Verder zijn er vele onderzoekruimtes en laboratoria o.a. waar mijn zoon met zijn uitvinding en opdracht bezig is. Die uitvinding is de reden waarom hij deze geweldige baan kreeg. Werk en studie ineen om zijn bul te halen…

Samir stelt me voor aan mede studenten. Er zijn in totaal drie Nederlanders in de grote hoop mensen die hier studeren. Ze zien elkaar weinig.

Er zijn Vietnamezen, Indiërs Chinezen en Pakistanen, Amerikanen, Canadezen, Grieken en Filipijnen. De bovengemiddelde studenten uit al die landen. De tijd dringt en Samir moet college lopen. Hij stalt zijn ma eventjes in de foodcourt…


The foodcourt is een restaurant van alle gemakken voorzien. Mensenkinderen wat worden die studenten hier verwend. Gemakkelijke zithoeken met fauteuiltjes waar je uren in kan doorbrengen. Ik bestel aan de counter koffie en een stuk crumbelcake. Er zijn zoveel soorten koffie dat ik werkelijk niet weet welke te nemen. Het dagelijkse leven van een student meebeleven van dichtbij is heel wat boeiender dan het vrijheidsbeeld bekijken.

Later thuis zal ik  via de foto’s herbeleven hoe mijn zoon leeft. Daarvoor kwam ik hier. Amerika is wel het laatste land waar ik op vakantie naar toe zou gaan. Natuurlijk zijn er delen van Amerika die beter bij me passen maar daar is mijn zoon toevallig niet.

Terwijl ik een beetje alles zit te doordenken valt me op dat studenten beter gekleed zijn dat de jongeren downtoin. Daar zie je heel veel tatoeages op lichaamsdelen die beter bedekt kunnen blijven. Vrouwen en meisjes lopen er vaak schandalig sexy bij.

Borsten strak afgetekend en half uit de shirtjes. Of ze er nu het figuur voor hebben of niet. Alles schijnt overal uit te moeten blubberen. Vele jongens en mannen dragen wijde driekwart broeken met laag kruis. Veel te groot en onmannelijk naar mijn mening. Maar nu spreek ik over de mensen in de straat.

Studenten zijn in de regel NET ietsje netter gekleed zie ik. Verder zijn er natuurlijk mensen die zakelijk gekleed zijn voor hun werk. Wat me ook opvalt dat hier overal sportschoenen bij worden gedragen. Een kostuum en jurkje, rok of broek. Het schijnt te kunnen. Later zal deze Trent ook in Europa doorzetten. Het is besmettelijk merk ik.

Mijn sportschoenen draag ik elke dag en mijn haar wordt niet meer geföhnd. Terwijl ik zo zit te mijmeren in de foodcourt komt Samir alweer aangelopen. Hem zo tussen de studenten te zien aankomen met een zelfverzekerde houding maakt me apetrots. Dat moest meneer Peltzer uit Landgraaf zien. De meneer (hoofdonderwijzer) wist echt niet waar hij mee bezig was. Volgens hem was regulier basis onderwijs voor Samir te hoog gegrepen. LOM zou beter zijn.


Gelukkig heeft mijn zoon een mondige ma die zelf wel meedenkt. Het kind ging naar een school met meer uitdagingen. Terug naar de universiteit in Albany…We bekijken de zithoekjes buiten, waar studenten in de schaduw studeren. Enkelen zitten met hun voeten in het water zie ik. Het is best heet. De universiteit is van vroeg tot laat open vertelt Samir.

Nu maar met de bus naar downtown. De dag is alweer bijna voorbij. We zijn er stil van geworden. Samir omdat hij aan zijn ma alles kon laten zien en ik omdat ik nu weet waar mijn zoon zo ongeveer mee bezig is... Nou ja, HOE hij bezig is.. Ik ga een kopje koffie zetten… en Samir? Gaat een avond doorbrengen bij een vriendin…

Annemiek.



TRIP TO AMERCA deel vier en vijf.
Donderdag.

Nanotech bezichtigen wordt vrijdag. De baas van Samir wil tijd voor ons vrij maken voor een korte kennismaking met de ma van Samir... Ik begrijp dat het niet de gewoonte is. We waarderen het zeer en passen ons aan. Om half vijf worden we verwacht. Even daarvoor nemen we de tijd om het bedrijf NANOTECH te bezichtigen. Er mogen geen foto's worden gemaakt. Alleen van de buitenkant van het gebouw. Topsecret.  

Terug naar donderdag…altijd een lange dag voor Samir begrijp ik. Rond acht uur in de avond is hij terug en ik heb beloofd het eten klaar te hebben. Vroeg in de morgen verlaten we samen het huis. Hij naar zijn werk en ik boodschappen doen.

Later op de dag wil ik naar het park. Het is mijn lievelingsstek geworden. Elke dag loop ik er wel even naar toe. Een man speelt met zijn hond. Het baasje verliest meer energie dan de hond. Vlak naast me hoor ik geritsel. Er klimt een eekhoorn uit de boom. We bekijken elkaar vol interesse. Een lange tijd volg ik stil met mijn ogen de eekhoorn die echt heel dichtbij komt. Een wielrenner rijdt rondjes. 


De donkere mensen schijnen veel minder last van de warmte te hebben dan de blanke. Ik blijf een hele tijd onder mijn boom mensjes kijken. Overal ter wereld een boeiende bezigheid. De meest vreemde kleurencombinaties van kleding. Er is zoveel te zien. De zwoele namiddagzon werpt lange schaduwen en ik voel me totaal een met de bomen en het gras. Ontspannen. De eekhoorn zit nu boven mijn hoofd en laat af en toe een notenschil vallen.

Hij mikt niet echt goed. Een vriendelijke opa knikt met zijn hoofd. “Madam (Meddum).” Good afternoon Sir!” “Your welcom.” De oudere generatie is zeer beleefd. De jongeren minder. Tijd om naar huis te gaan om te koken. Ik beloofde pastaschotel te maken van een oud recept uit de tijd “toen ik nog koken kon,” volgens Samir. Gehaktballetjes draaien van rundergehakt gesnipperde ui samen roerbakken in olijfolie met een teentje knoflook. Tomatenpuree erbij en een halve pot pastasaus. Twee preitjes in ringen erbij. Samir vind het een heerlijk recept, ik minder met dat vlees maar ik doe hem dat plezier.


Vanavond gaan we naar de Jazzclub. We zullen er wel iets drinken maar eten doen we thuis. Diepgaande tafel gesprekken met mijn zoon waar ik me behaaglijk in wentel. We tafelen lang na en laten de afwas staan anders wordt het te laat.


Bij Justines de Jazzclub is Samir bekent merk ik. Ze spreken trouwens zijn naam hier uit als: Semmir. Hij maakt er zich niet zo druk om. De Jazzclub is een beter restaurant maar je kan er ook gewoon een glas wijn gaan drinken. Er wordt alleen maar Jazz gedraaid en elke donderdagavond is er livemuziek.

 We bestellen een fles wijn die volgens de regels wordt geserveerd. Doet me goed dat ze weten hoe het hoort. Lang geleden was dat ook mijn werk bij Rotisserie de lijster. Het orkest is een trio en het klinkt best goed.

 Later slenteren we naar huis... Albany bij nacht. Het is ongeveer 23 graden en velen zitten buiten. Op traptreden stoepjes en terrasjes. De zomer is hier warmer dan de zomers in Nederland. De winters zijn trouwens ook kouder. Er ligt wel vier maanden lang een meter sneeuw vertelt Samir. Bijna thuis zien we bij de buren een TV op de stoep staan. Op de trappen naar het huis zitten op elke trede mensen geboeid te kijken. Een verkiezingsprogramma van Obama... Ik hoop dat hij de verkiezingen wint!


Vrijdag.

Ik ben een ochtendmens. Mijn zoon een nachtbraker en een moeilijke opstaander. We slapen hier in dezelfde kamer en mijn vroege opstaan vind hij maar irritant. Omdat ik toch in zijn huis ben doe ik veel water bij de wijn en begin rond acht uur pas te bewegen. Thuis ben ik er dan al een tijdje uit. Even na acht uur sta ik onder de douche en verzorg me op mijn gemakje. Tegen negen smijt ik eens met een pan en ga koffie maken. De geur van koffie door het huis laat hem een oog open maken terwijl hij kreunt moppert en zich aanstelt. Ik zeg niets! Ik heb leergeld betaald. Hij is te brak om naar College te gaan zegt hij. Het valt niet op als hij er niet is, zegt hij... Ik geef nog steeds geen antwoord en laat het brak gevoel bij hem.

Ik doe niet meer mee met zijn spel van rel schoppen en uitdaging. Hij zit nu “brak gevoel” te demonstreren aan het tafeltje met een kom met ontbijtgranen en melk. Het is niet mijn ding. Het werkt niet meer bij zijn ma, dus besluit hij uiteindelijk maar gewoon te doen door te vertellen wat hij droomde. Even later gaat hij zich verzorgen gooit een plens water door zijn haar en trekt een sjiek ledub hemd aan op een haveloze jeans. Meneer ochtendhumeur gaat vertrekken. Ha...ik ga shoppen enne... misschien naar de laundromed. Quality time als de meneer uit Porto Roco aanwezig is die zo mooi vertellen kan…

Annemiek.

TRIP TE AMERICA deel zes/zeven.

Samir naar college/werk en zijn ma naar de price/shopper Het is nog steeds heel erg leuk de verschillen te zien met ons landje. Het water uit de kraan smaakt naar gloor dus echt niet te drinken terwijl dat wel zou kunnen. Samir drinkt groene ijsthee die is goedkoop. Iets meer dan 2 dollar voor een gallon wat 3,8 liter is. Hij heeft geen tuin om zelf kruiden te kweken. Daar is hij ook niet het type voor. Ik pas me aan. We hebben nog pastasaus van gisteren.

Daar kook ik wat pasta bij en is het wel genoeg met wat fruit na. Tijdens de twee weken die ik met mijn zoon doorbreng laat ik wat consumindersteekjes vallen. Daar voel ik me heel goed bij. Onderweg langs kleine winkeltjes blijft er wel eens iets aan mijn vingers hangen o.a. twee bekers van DAILY Grind www.dailygrind.com en een pond vers gebrande koffie die ter plaatse werd gemalen. Ze hebben heerlijke worteltaart waarvan ik de ingrediënten probeer te raden en ik ben er vaste klant. De eigenaar van de zaak zegt dat ik een country girl ben.


In de middag naar Nanotech 
http://www.youtube.com/watch?v=UDFfEUZJ-Jo Op het filmpje zie je de baas van Samir. Pradeep Haldar. De rondleiding in het gebouw zal ik niet snel vergeten. De meeste indruk maakte wel het gesprek met de heer Haldar. Er was meteen een klik tussen meneer en mij en Samir was verbaasd hoe goed zijn ma met haar steenkolen Engels eh Amerikaans uit haar woorden kwam. Samir verwerkt indrukwekkende gebeurtenissen altijd met een poosje scate boarden. Hij moest dus even “fly away” met een grijns op zijn smoel. In elke man zit een kind en in mijn kind zit een man……


Het “kind” kwam laat in de avond thuis, volgens mij was het al nacht. Hij stalde het scate board en ging nog naar de wijnbar. Hij vroeg of alles “all right” was, net toen ik in de eerste slaap was gesukkeld.. Na de wijnbar ging meneer zoon buiten op de trappen zitten met de violiste “nextdoor.” Tegen de ochtend zat hij gebogen over een wetenschappelijk probleem terwijl hij muziek van Eric Satie beluisterde en de dag doornam met zijn ma die toch “toevallig” wakker was.

Zo meteen gaat de man naar Nanotech om iets te onderzoeken zegt hij en stelde nog een verzoekplatenprogramma samen voor zijn ma. Piaf, Aznavour, Brell enz. Moeizaam beweeg ik mijn brak lijf richting douche. Het helpt en ik besluit naar de Laundromat te gaan. Heel wat anders dan de wasmachine aan huis. De laundramat is een ontmoetingsplaats waar ik vele interessante mensen tegen kwam…

De regen valt met bakken uit de lucht. Het JAZZfestival waar we vanmiddag naar toe willen gaan valt misschien wel in duigen. Het festival vind plaats in de open lucht langs de HUDSONRIVER. Lijkt me geen pretje. Daar had ik me nou zo op verheugd. Met vele draagzakken vuile was. Samir heeft me een megafles wasmiddel meegegeven van de price-shopper.


Dat is goedkoper dan wasmiddel uit de automaat bij de laundromat. Ik vraag aan mensen of ze me wegwijs kunnen maken. Elke machine gewassen was kost zeven kwartjes. Een mega grote machine om dekbedden in te wassen kost 16 kwartjes. Er gaan vier kwartjes in een dollar. Een dollar is ongeveer 0,70 eurocent. Er is een wisselautomaat waar de dollarbriefjes in moeten en kwartjes eruit komen. Je kan natuurlijk zes machines tegelijk aanzetten als je wil. De drogers zijn mega groot.

Daar kunnen best drie machines was tegelijk in. Dat kost ook weer kwartjes. Maar eens voorzichtig beginnen met twee machines. EEN fijne was en EEN handdoeken. Er is geen temperatuurknop. Die kiest de machine zelf schijnbaar. Er is fijn, wit en een bond schema. Het wit wordt gekookt merk ik later. De mensen zetten de machines aan en gaan “next door” wat eten en drinken halen. Ze lezen een boek studeren of maken een praatje. Bijna niemand heeft een wasmachine thuis. De meest leuke contacten deed ik op in de laundromat…….Van een contact laat ik jullie meegenieten….


Zoals velen weten is Amerika een smeltkroes van emigranten. Velen kwamen naar het nieuwe land voor werk of omdat ze in eigen land niet hun geloof mochten praktiseren. Mister Burt Rivera uit Porto Rico kwam als zesjarig jongetje met zijn ouders naar New York. Terwijl de wasmachines draaien vertelt hij over de rivier in Porto Rico waar hij als klein jongetje de was deed voor zijn moeder. Samen met zijn neefjes droeg hij de vuile was en een bol zeep. Bij de rivier was het altijd gezellig vertelt hij. Ze bleven te lang omdat ze speelden. De rivier was een soort buurthuis lijkt het wel. Een ontmoetingsplek voor wassende vrouwen en spelende kinderen. Na het werk gingen de mannen er in bad. Burt heeft een melancholieke glimlach zie ik...

 Het nieuwe land met de grote stad New York bracht niet veel goeds. Toen hij twaalf jaar was stierf zijn vader. Gewoon dood gewerkt volgens Burt. Een vochtig slecht huis, ziekte en slecht eten. Na de dood van haar man ging zijn moeder met Burt weer naar “huis.” Zijn moeder was toen ook al ziek en ze ging terug om bij familie te sterven.

Op veertienjarige leeftijd was Burt wees en werkzaam als ongeschoold arbeider. Hij legde elke cent apart om naar New York terug te gaan. Een hardwerkend man zou er veel kunnen bereiken. Er was in ieder geval beter betaald werk. Op achttienjarige leeftijd was het zover. Hij vond werk in New York en werd verliefd. Hij trouwde en kreeg een zoon die hij een beter leven gunde. Zijn zoon zou later gaan studeren dus Burt werkte over zoveel hij kon. Zijn vrouw hield de dollartjes goed bij elkaar maar ze groeiden uit elkaar omdat Burt nooit thuis was.

Op een dag vertelde zijn vrouw dat ze een ander had gevonden. Iemand die het al had gemaakt in zijn leven. Als Burt dit verteld heeft is het even stil. Ik klop hem eens op zijn hand….Het leven is overal hetzelfde. Burt vertelt even later dat hij toen een groot offer bracht. Zijn zoon was in die tijd nog jong genoeg om hem te vergeten volgens Burt.

Burt gunt de twee een beter leven in luxe en verbreekt alle contact. Ze vertrekken voorgoed en hij heeft ze nooit meer gezien. Een kind moet EEN vader hebben volgens hem en geen twee. Ik ben het niet met hem eens vertel ik. Hij vertelt hoe veel hij van kinderen houd en met zijn gitaar bij familiefeestjes kinderliedjes speelt en zingt en elk jongetje bekijkt. Al die jaren al. Zou zijn zoon er nu ook zo uitzien? Er komen tranen in zijn ogen en ik laat hem maar eventjes…Misschien heeft hij zijn verhaal geromantiseerd door de jaren heen?

Even later verteld hij hoe het verder ging. Hij wilde nooit meer in dezelfde situatie komen en bleef liever alleen. Hij dronk wel eens een glas teveel maar verzuimde NOOIT zijn werk. Hij klom op, puur door ervaring en goed arbeidsverleden bij het bedrijf waar hij werkte. Bijna dertig jaar lang. Er werd in dat bedrijf vinyl gemaakt voor op vloeren en als stoelbekleding. Hij werd voorman en kreeg de verantwoording over een groep mensen. Ik vertel hem dat ik dat ken. Dan wil je het goed doen en werkt zelf harder dan die zes bij elkaar waarvoor je de verantwoording hebt. Hij glimlacht en zegt dat het ook zo was. Hij vertelt dat hij zich een oude man voelt, terwijl hij 58 is. Zijn rug en benen versleten…..Toen kon hij oprotten.

Van het bedrijf krijgt hij nu een kleine rente. Net genoeg om in leven te blijven. Nooit op de zak van een ander geleefd. Dat ken ik, omdat ik altijd voor mijn zoon en mezelf kostwinner ben geweest. We vouwen samen de lakens Burt en ik, terwijl we onze levens naast elkaar leggen. Hij vertelt van de muziek die ze speelden voor de kinderen en vertelt een mop over Moses en God. Of ik in God geloof? Jazeker! Ik geloof niet in een kerk maar wel in God vertel ik hem. God droeg me toen het leven te zwaar was geworden. Ik heb zijn aanwezigheid gevoeld in donkere nachten toen de wanhoop me ziek maakte. God gaf en geeft me kracht, leiding en wijsheid om op het juiste moment de juiste beslissing te nemen. Dan vertelt Burt over zijn nicht…..

Ze werd aangereden door een vrachtwagen en meer dood dan levend naar het ziekenhuis gebracht. Haar dochter van 16 werd in de familiekring opgenomen waar ze niet gelukkig was. Moeder zou nooit meer beter worden maar leed nog het meest door het ongelukkig zijn van haar kind dat steeds werd doorgeschoven en overal teveel was.

Het is een heel klein fijn gebouwd schuchter kind, vertelt hij. Het meisje gaf aan naar oom Burt in Albany te willen. Die was altijd zo vrolijk met kinderen wist ze. Om een lang verhaal kort te maken….Het meisje kwam naar Burt die binnen een week een school vond en een kamertje voor haar timmerde in zijn huis. Toen ze op haar plekje was, is haar moeder gestorven. Burt heeft haar moeder, zijn nicht, nog in zijn armen gehouden en beloofd haar kind verder groot te brengen. Tijdens de begrafenis speelde het familie orkest de kinderliedjes van weleer met een lach en een traan. Dat was haar wens geweest en allemaal pas gebeurd afgelopen Juli…

Burt vertelt dat God het kind op zijn pad bracht. Als troost omdat hij zijn eigen kind niet kon opvoeden doordat hij zichzelf een zware last oplegde. Hij vertelt dat het meisje gelukkig lijkt maar ze mist zeker haar moeder en heeft het verwerken misschien weggedrukt? Ze is altijd blij vertelt hij. “Ook in de nacht?”

Als ze slaapt gaat hij wel eens bij haar kijken of ze niet huilt zo in haar eentje. Het is niet zo, ze slaapt als een roosje.…”Op een dag komt het boven, Burt, het verwerken.” “Ik zal opletten en waken zegt hij. Als het verhaal ten einde is hebben we beiden tranen in onze ogen en vertel ik hem…..Als God een deur sluit, opent hij een venster! Burt Rivera zal nooit meer alleen zijn… Ontroert nemen we afscheid en ik weet als ik hier woonde werd hij een goede vriend. Dat zeg ik hem ook. Hij knikt… geeft me een zoen midden tussen de wasmachines en wenst me alle goeds in mijn leven en een goede vlucht “back home.” Ik wens hem veel geluk met zijn “dochter.” Wat blijft is een dierbare herinnering aan een “plek aan de rivier waar we de was deden.”

Zaterdagnamiddag… Samir is helemaal brak net als zijn ma en we doen gewoon een middagdutje. Geen Jazzfestival. We gaan uit eten. De regen blijft vallen en we passen het programma daarbij aan. Later op de avond gaan we naar de film met Jolande die net uit de wachtdienst komt van het ziekenhuis. Ze is arts en een vriendin van Samir. De film FROZEN RIVER speelt in de streek waar Samir woont en gaat over een alleenstaande moeder met twee zonen. Een puber van 15 en een kleuter van vijf. Haar man heeft haar verlaten en ze krijgt moeilijk werk. Elke dag weer gaat ze op pad om werk te vinden. Het is de realiteit vertelt Samir. De bijstand is hier zeer laag. Je kan er niet van leven en wordt ook nog moeizaam toegewezen. Uiteindelijk smokkelt de vrouw illegaal mensen vanuit Canada over een bevroren rivier naar Amerika. Er bevriest bijna een baby en de vrouw wordt opgepakt. Het is de realiteit vertellen Samir en Jolande….

 Annemiek.

TRIP TO AMERCA deel acht

Zondagmorgen besluiten Samir en ik dat we even los van elkaar de dag willen doorbrengen. Vroeg in de morgen besluit ik naar het park te gaan omdat er op zondagmorgen altijd wel iets te doen is. Als ik bij mijn lievelingsplekje ben aanbeland tussen de bomen hoor ik in de verte orgelmuziek en een koor. Wat mooi bij die bomen en het park. Ik besluit eens te kijken waar het vandaan komt. Er blijkt een mis te zijn in de open lucht van de FIRST PRESBYTERIAN CHURCH.

 Een mevrouw komt naar me toe als ze ziet dat ik belangstellend toekijk. Of ik aan de dienst wil deelnemen? Eigenlijk wel! In ieder geval luisteren naar de muziek en het gezang. Een dominee en zijn vrouw leiden de dienst. De dominee vertelt boeiend over het leven van alle dag.


 Hij vertelt over een studente die afstudeert en dat met haar vrienden wil gaan vieren in de kroeg. De ouders zijn het daar niet mee eens en stellen voor dat ze eerst haar succes viert met naar de mis gaan en daarna lunchen met haar familie. Er wordt een taart aangesneden en ooms en tantes komen op bezoek. In de namiddag en avond zijn de vrienden en de kroeg aan de beurt.

De vader van het gezin vertelt over de familie boom, stevig verankert in de aarde. Vader moeder broer en zus zijn de stam en de dikste takken. De boom zou nooit overeind blijven zonder dat fundament. Dus gaat je eerste zorg, dankbaarheid en aandacht daar naar uit en vrienden komen later aan bod.

Even later breekt de vrouw van de dominee het brood. Een hele mik breekt ze in twee…

Er wordt wijn in een kelk geschonken. Er is een sanctus en een onze vader in het Engels…Ontroert bid ik mee op deze zondagmorgen in de zomerzon. Ik weet niet of het mag maar ga ter communie. De dominee geeft me een hompje brood dat ik in de kelk wijn doop. Hij kijkt me aan en ziet dat ik ontroert ben…Later na de dienst geeft hij iedereen een hand. Zijn vrouw staat naast hem. Voor iedereen is er wel een praatje. Ze nodigen me uit voor de lunch. Nou een kopje koffie dan maar…….Ik vertel hem dat ik geniet van de sfeer, de dienst in het park het daarbij wil laten… Het is oké…

Sunday afternoon breng ik door met wandelen door de stad. Drink hier en daar koffie en kom later op de dag vanzelf weer in het park terecht. Vele honden en hun baasjes rennen rond. Leonardo Da Vinci (een klein keffertje) is ook aanwezig. Zijn naam is afgekort in Leo. Er is een Bob een Koko en een shorty. Ik praat er wat met de mensen en mis opeens heel erg mijn Floortje. Lang weg van huis is niets voor mij…

Maandagmorgen is het wederom stralend weer. Samir heeft het druk dus ga ik mijn eigen weg. Kathy uit Ierland groet me al op straat. Ik heb al bekenden merk ik. Er zijn verder heel erg veel mensen met overgewicht. Daar ben ik een slanke den bij. Kinderen van rond de vijftien die 150 kilo wegen. Waggelend naar en van de bus. Obesitas. Heel triest. Ze zullen nooit echt mee kunnen doen, naar het strand en sporten zit er al niet meer in. Ze bewegen amper en eten…


Er is een moment dat ik wordt aangesproken door een jonge man in de Price-shopper. Hij vraagt of ik wil betalen met een credit card die hij heeft. De helft van het aankoopbedrag wil hij dan graag contant hebben. Gestolen natuurlijk! Ik reageer verontwaardigd en de meneer blijft me ook buiten de super volgen. Ik wacht hem op in de buurt van mensen en spreek hem aan met mijn telefoon in de hand om de politie te bellen, al zou ik niet weten hoe… Hij trapt in mijn zelfverzekerde houding en kiest het hazenpad. Met die houding ben ik in mijn leven vaak weggekomen.

Vroeg in de ochtend donderdagmorgen wil ik ontbijten in het park. De nevel trekt langzaam op. Op banken zijn de zwervers nog in diepe rust. Een oudere meneer in goeden doen rent rondjes op de gravelbaan. Als hij een slapende zwerver ziet stopt hij in zijn nabijheid slaat een kruis en bid met gesloten ogen. Dan hervat hij zijn rondje. Wat een mooi gebaar…Misschien was een broodje beter geweest?

Albany New York. Het rijke deel van Amerika. De prachtige gebouwen en een gedenkteken voor de gevallen brandweermannen van 9-11. Heel indrukwekkend. Samir is een stadsmens, zijn moeder het tegendeel.

“ Als je een boom was, ma… hoe zag je er dan uit?” “Nou…bede stam en knoestig door aanslagen. Mensen die daaronder kunnen schuilen…Zijn boom ziet er heel anders uit vertelt hij. Ieder zijn/haar eigen groei…en bomen hebben ook overeenkomsten…

Samir lijkt aan te nemen dat mijn beleving w.b. Amerika en de mensen weinig met de realiteit te maken heeft. Nou…dat kan. hij hoeft me niet om te turnen. Ik weet dat ieders beleving is gekleurd door ervaring, karaktereigenschappen o.a. mildheid en zelfs opgelopen trauma’s. So what? Laat mij mijn boom en hou jij die van jou…..Ga weg met jouw boom…..

We lachen en bekvechten. Hij voelt heel dichtbij…mijn zoon. We bespreken zaken die we nooit bespraken en toch ooit gezegd moesten worden. En er was altijd al een diep intens contact. Hij heeft me eens verteld dat hij mijn aanwezigheid voelt alsof ik met een video camera naar hem kijk. Al zit er een halve wereld tussen……We zaten samen in de loopgraven van het leven waarvan jaren die ik geen moment over zou willen doen. Zijn ma is zijn maat zegt hij...of dat zal blijven?


Ik hoop dat hij een echt maatje zal vinden die hem accepteert zoals hij is. Niet om zijn mooi lijf of zijn intelligentie…maar het geheel.

Hij blijft die avond bij een vriendin slapen…Ik vraag niet of het dezelfde is van vorige week. Daar gaan we weer…De jeugd van tegenwoordig kent elk plekje op elkaars lijf.
Of er overeenkomst in denkwijze interesse liefhebberij is…
Dat komt op plaats vijf of veertien…
Oh ja…Ik zou jouw boom bij jouw laten he zoon…Ik heb genoeg te stellen met mijn eigen boom.

Annemiek

Trip to America slot...

Dit land is niets voor mij. Ergernis over het teveel en te groot. De vreselijke verspilling. Alles verpakt in lagen papier en plastic. Ik zou hier nooit willen wonen…

 De zaterdag brengen Samir en ik gezamenlijk door in het park. Hij met zijn scate board en zijn ma met haar schrijfblok. Ik kocht bij een koffiehuis een prachtige kleine thermos met de opdruk STARBUCKS. Fijn voor in de fietstas thuis en tevens een mooi souvenir met herinneringen aan park washington in Albany N.Y.

Een benevelde meneer met een fles in de inmiddels bekende papieren zak komt naast me zitten. Een Vietnam veteraan. Een halve hand, een beschadigde voet en een vreselijk litteken op zijn lijf. Hij wil alles vertellen. Nou dat mag wel eventjes. Hij lalt en bralt over Nederland en de vrije wiet die hij graag zou willen…Tja.  Hij maakte teveel mee en kan niet vergeten, een luisterend oor kan ik hem geven…

Er is een oudere meneer die om een praatje verlegen zit. Hij wil me zijn telefoonnummer geven voor als ik eenzaam zou zijn. Nee meneer ik ben nooit eenzaam! Zondag ga ik Godzijdank back home….

Er komt alweer een mooie donkere meneer op mijn bankje af. Hij schuift aan en vraagt waar ik vandaan kom. Een oud militair die lange tijd in Duitsland woonde. Hij kent het woord kartoffel en Hahnchen nog. Ook hij draagt een fles in een papieren zak met zich mee…

Hij zou een hand willen missen om weer terug naar Duitsland te mogen vertelt hij. So clean ma..am Hij houd van schoon en vertelt hoe de vrouwen in Duitsland de huizen poetsten. Hij vertelt over zijn familie. Zijn vrouw die overleden is na het zevende kind. Zijn dochter die af en toe voor hem zorgt en dat hij elke dag in het park doorbrengt. Hij helpt wel eens met het onderhoud…

Er komt een heertje in net pak aangelopen. Hij schuift aan en vertelt dat hij mennoniet is. Volgelingen van de Friese Menno Simonsz die leefde van 1496 tot 1561.

De Amisch volgen de iets strengere leer van de Zwitser Jacob Ammann die leefde van 1644 tot 1712. Er ontstaat een boeiend gesprek.

Beide groepen leven heel primitief.  Vele boeken las ik over The Amy’s. De mannen zijn doorgaans gekleed in het zwart met een strohoed. De vrouwen meestal in lange rokken. Ze bewerken hun land met paard en mankracht. Ze hebben geen elektriciteit en geen auto. Ze reizen met paard en wagen als ze al weg moeten. Een gesloten gemeenschap met eeuwenoude regels. Uittreden is moeilijk. Ik krijg een CD en een boekje van meneer met korte verhaaltjes over je vijand liefhebben….

Inmiddels heeft de ex-militair de fles erbij gehaald. Het heertje spreekt hem daarop aan. Ga met je lichaam om als de tempel van God. Daar hoort geen alcohol in. Hij zegt het op een vriendelijke toon en zeker niet belerend. De militair zegt dat hij van ZIJN God wel mag zuipen. Het heertje besluit verder te gaan en ik sluit me bij hem aan om zijn meegebracht “koor” te zien en te horen.

Ze zijn gekleed in klederdracht die zeker wel terug te voeren is naar Nederland in vroeger tijden. Ze zingen vreselijk vals maar duidelijk waarneembaar is de rust om hen heen. Opeens zou ik daar bij willen horen. Een maand of twee drie….Samen delen samen dragen, samen eten bereiden op primitieve fornuizen of open vuur. Brood bakken en koren malen of zo. Truien breien en kleren naaien met de hand… Voor het gemak vergeet ik dan maar dat ik in nederigheid de regels moet volgen. En wie controleert me dan? Daar zal toch ook wel weer een baas zijn? Even later komt een “moeie” zoon me weer op aarde zetten. Hij lacht zich helemaal kapot om zijn ma… “Heb ik overeenkomsten met die Mennonieten zoon?”

Een terrasje en een ijsje. Koffie bij Daily Grind in de schemering. De gemeente komt de weg afzetten en we zien de leukste taferelen… Grote dikke auto’s met mooie dames en heren erin. Wat het moet voorstellen? Waar gaan ze heen?

De dag dat ik weer huiswaarts keer begint met veel ergernis. De taxichauffeur die ons naar de Greyhoundbus-stop moet brengen laat het afweten… Mijn zoon vertelt dat Amerikanen op de eerste plaats incompetent zijn. Op de tweede plaats incompetent en op de derde plaats incompetent zijn. Uiteindelijk halen we net de Greyhound naar New York Manhattan. Ik begin al moe aan de terugreis. We hebben de hele nacht gepraat. Samir slaapt onderweg... In Manhattan eten we voor de laatste keer samen. Een echt restaurant met echt servies en echte prijzen. Ma trakteert. Zoon ergert zich dat ik hardop zeg hoe lang ik daar thuis van leven kan. Hij heeft gelijk. Wat is 37 dollar per persoon.Ik wordt gierig merk ik. Dat komt door het zakje dollars dat ik verstopte in mijn zoon zijn “apartment.” Ik zal hem op skype mededelen waar de buit ligt… verheug me daar al op.

De metro en de airtrain…de lift naar JFK Airport. We checken de bagage in en het is inmiddels 16.00 uur zondagmiddag. Om 20.50 vertrekt mijn vliegtuig. We kunnen nog New York in merkt Samir op. Ik zie de vermoeidheid op zijn gezicht. De brakke nacht. Ik heb het helemaal gehad met Amerika en wil even bijkomen in niemandsland.

Samir vertelt dat hij zo graag mee zou gaan om even in Nederland te zijn. Het grijpt me bij de keel… Het kan nu niet… weten we allebei. Ik beloof hem een ticket rond de feestdagen of wanneer hij maar wil of wat uitkomt met zijn studie en werk. Al moet ik er een bijbaan voor nemen… We nemen afscheid met een omhelzing… Niet meer kijken niet meer achterom kijken! God bless you zoon…

Ik hoor niet wat de douane ambtenaar zegt. Ben even weg van de snelweg. Mijn handbagage moet weer open. De schoenen uit. Fouilleren. Een stok met een lichtstraal wordt langs en rondom mijn lichaam gehouden. In de vertrekhal zit ik tijden lang ergens met een beker koffie. Gesloopt!  Eens kijken waar gate 8 is waar delta vertrekken zal. Ik kijk wat naar de vliegtuigen die opstijgen en zit naast een Japans uitziende man die een geliefde belt. Terwijl hij luidkeels “I love you” bralt laat hij een harde scheet… God wat een barbaars volk.


Weg alweer op zoek naar cultuur en echte menselijkheid. Ergens op een zachte leren bank in een hoekje zit ik de tijd door te komen en probeer rustig te worden. Er draait gevoelige muziek die flash back meevoeren. Gevoel kan ik nu niet toelaten. Ik zou erin blijven. Weg hier! Verstand de boventoon voerend ga ik de freeshops bekijken. Ik koop voor een cliënt een koelkast magneet met het Vrijheidsbeeld. Ze spaart die dingen en heeft me gevraagd er eentje mee te brengen….

Het vliegtuig heeft een uur vertraging omdat de aansluiting van Las Vegas te laat is. Een rommelig vertrek met op het laatst binnen rennende mensen die nog mee moeten. De vlucht zit ik uit en probeer te slapen wat niet lukt.

Schiphol en elkaar verdringende mensen rond een bagage carrousel. Iedereen is moe en dan blijven goede manieren achterwege. Het treinstation ligt bij het vliegveld. Wat mooi….Mijn Blokkerkaartje wordt opgeduikeld. Zo kan ik voor 14.95 euro naar Heerlen. Ik koop voor in de trein een flesje spa en drie krentenbollen voor de afzetterprijs van bijna vijf euro. Dan schiet het Nederlandse landschap aan me voorbij. Het is hier een stuk kouder. In Eindhoven is er een overstap en ik vecht tegen de slaap. Even een beker koffie om wakker te blijven. In de ene hand de zware koffer, in de andere hand de trolley en de rugzak om. Geen hand vrij voor de broodnodige koffie, vraag ik een jonge vrouw of ze me helpen wil de trein in. Ze helpt me met de koffie naar de eerste stoel die vrij is. Het is inmiddels maandagmiddag. Ik ben al bijna 40 uur wakker en neem in Heerlen een taxi… Thuis wacht een goed verzorgt Floortje. Ze komt zoentjes en kopjes geven en loopt de rest van de dag achter me aan.

OH… wat is mijn eigen bed heerlijk na een lange warme douche. Hoe mooi mijn huis mijn hofje en mijn woekerende tuin. Het eigen gebakken brood uit de vriezer met de confituur van mijn land. Het eenvoudig potje morgen van een zelf geteelde aardappel en een hoopje boontjes zonder meat. De rijkdom van eenvoudig leven waardeer ik meer dan ooit. Op skype hoor ik dat Samir ook goed is thuis gekomen en vertel hem waar de pot met “goud” ligt…

Annemiek.
________________________________________________________________

Consumindervakantie Noord Holland.


Vrijdag 11 mei 2007.

De wekker liep af om zes uur in de morgen. Wat maakt de dag ook alweer zo speciaal? Een fietsvakantie in Noord Holland, maar eerst de fiets op de trein. Als ik bibberend net uit mijn bed door het raam kijk, zie ik een nat wegdek en hoor de wind loeien. Stiekem hoop ik dat er een storing bij de spoorwegen is maar niet echt. Lotte Loesje en Madelon kip krijgen nog een extra pluk hooi in het nachthok en een flinke handvol graan… Pommetje de poes extra luxe voer in haar bakje. Dag meisjes… Jozeetje past op jullie!

De fiets wordt uit de schuur gehaald. Gisterenavond heb ik meer dan de helft van de bagage al in de drie fietstassen gepakt. Alle zaken die best mogen kreuken. Ondergoed shirtjes nachthemd miniflesje doucheschuim haarborstel, föhn en een dikke trui. De sandalen moeten er nog bij en een hesje. Een schrijfblok en verrekijker fotoapparaat en telefoon plus oplader. Geld en landkaarten pleisters en paracetamol. Een reserve fietsbroek moet er nog in en eentje aan, onder een dikke broek. Alle zware veel ruimte vragende kleding draag ik aan mijn lijf. De dichte schoenen en een dik fleecevest plus…de regenjas. Een thermos met koffie en een boterham in de rugzak. Alle dure kwetsbare zaken zitten in het fiets stuurtasje…


Tel je zegeningen mevrouw van Deursen! De site van de spoorwegen meldt geen storing. Windkracht acht of zo is minder erg omdat het bergaf gaat richting Heerlen. Verder valt een afgebroken zware tak net achter me neer en niet op mijn hoofd. Onderweg neemt vakantiegevoel langzaam bezit van dit mens. Ik hou van dat vechten met de wind met zware bepakking. Dan voel ik mijn lijf en spieren. Een goede fietser maakt de regen en wind tot zijn/haar vriend. Er kan mij niets gebeuren. Band plakspul in de fietstas. Maar hoe dat plakken ook alweer gaat? De woensdagvriend heeft het me nog voorgedaan. Ach…ergens op mijn pad loopt wel een handige meneer.

Veel te vroeg arriveer ik bij het station en ga in overleg met de vriendelijke dames achter het loket. Ik vraag een uitdraai van de reis. Hoe laat en waar ik over moet stappen. In Castricum.

De lift is buiten werking…
Op zoek naar een stevige vent stuit ik op een meneer die werkzaam is bij C.S.U. total care.

Hij helpt me graag de trap op met mijn zwaar beladen fiets. Om acht uur veertig loopt de trein binnen en ik zie direct een fietscoupe. De aardige schoonmaker die nog aanwezig is, helpt me in de trein. Ik dank hem nogmaals met een stralende lach en zeg
shoekran.  Oh, wat een zaligheid een fietscoupe voor mij alleen. Er staan vier comfortabele stoelen. De fiets wordt met de kabel aan twee klapstoeltjes vast gehangen zodat ik er de eerste drie uur geen omkijken naar heb. Ik installeer me met mijn thermos, een boek en mijn schrijfspul. Jas uit en met een achtergebleven krant onder mijn voeten leg ik mijn benen hoog. Heerlen 8.51 uur. Aankomst Heerhugowaard om 12.24 uur.
Het regent inmiddels pijpenstelen en ik begin aan een ontbijtje.


Roermond 9.18 uur. Twee vrouwen komen de coupe binnen en kijken me vragend aan. Plaats genoeg merk ik op. Ze zien er bijna hetzelfde uit. Jonge moeders in spijkerpak. Een dagje uit en oma past misschien op de kinderen. “Wat zullen we aandoen, “ hebben ze wellicht aan elkaar gevraagd. Het spijkerpak dus... met driekwart broekjes. Een zwarte bodywarmer daarover heen. Ze zijn superslank en dragen lange laarzen. De ene heeft iets dikkere kuiten zie ik en een dikke zwarte sjaal om. Die heeft het zeker sneller koud….

De jonge blitse kaartjescontroleur is duidelijk onder de indruk van de hippe dames en besluit ze grondig te controleren op kaartjes en stamkaart. Ik plaag hem een beetje door mijn stamkaart ter inzage aan te bieden wat hij vergeten is… Hij lacht en ik knipoog. De vrouwtjes kabbelen en babbelen over schoenen en bikinietjes. Teveel kinderspeelgoed en de woordjes die hun kindjes allemaal al zeggen. Een van de twee kocht op de rommelmarkt een loopautootje voor 5 euro. Dat is een besparing zijn ze het helemaal over eens… Ik merk maar niet op dat de beker spoorwegkoffie die ze kochten 1.60 euro kostte. Daar heb je bijna een halve loop/auto voor. Ik zwijg omdat ik hun dag niet wil bederven en neem nog een kopje koffie uit de thermos. 9.55 uur lopen we het station in Eindhoven binnen langs een mega billboard met billen. De sloggi is weer in de reclame.

Een mevrouw dik ingepakt in regenjas met fiets maakt de coupe compleet. Ook zij is blij met de comfortabele stoel en kwakt haar fiets zonder standaard tegen de mijne. Een van de jonge vrouwtjes kijkt me aan en ik merk op dat de fietstassen mijn fiets beschermen. De “nieuwe” mevrouw doet net of ze niets hoort.

De trein hervat de reis. Inmiddels weet ik dat de jonge vrouwtjes een dagje naar de Libelle zomerweek gaan. En oma past inderdaad op de kinderen. De “nieuwe” mevrouw gaat twee weken op Silence Reading of zoiets, is kind aan huis bij een goeroe in India die haar leven redde toen ze er op vakantie was en opeens geopereerd moest worden. Doordat ze binnen de energie van de goeroe zat is ze genezen en hoefde opeens niet geopereerd. Ja ja…Ze heeft een grote foto van de man om haar hals die ze af en toe streelt. Geef mij de “energie” van mijn woensdaglover maar die is duidelijker aanwezig. Ik ga op Silence week tussen de koeien merk ik op en hebben we toch iets gemeen?

Ze bekijkt me verontwaardigd en geeft geen antwoord. Ze vertelt hoe zo’n Silence reading werkt. Te moeilijk en te duur voor mij. Ik ga gewoon een week op fietstoer  en noem het sabbatical time. Ik geniet van de gezichtjes van de jonge vrouwen die ademloos aan de lippen van de Silence mevrouw hangen. Ze vertelt te kunnen voelen welke kwalen mensen hebben. Zo dadelijk zal ze wel opmerken dat een van de twee (met de sjaal) nekklachten heeft… Ik knipoog naar het sjaalvrouwtje en ze kijkt verlegen terug.

Utrecht Centraal. De drie vrouwen moeten eruit! Ik wens ze een fijne dag en geniet van de Silence die ze achterlaten. Een meisje komt de coupe binnen met een installatie op haar rug. Ze verkoopt koffie. Er hangt een slang aan een rugzak die in een bekertje moet. Wat poeder erin en heet water. De koffie kost 1,80 het bekertje dus twintig cent meer dan op het perron. Ze vraagt vriendelijk of ik koffie wil en ik wijs naar mijn thermos. Ze lacht en gaat verder…

Een praatgrage oudere meneer moet naar het toilet iets verder op. Bij terugkomst vraagt hij me of ik een spoorboekje bij me heb. Nee dus… Hij zoekt duidelijk aanspraak en gaat zitten binnen mijn “open energie.” Hij moet overstappen in Amsterdam Centraal en de trein naar Uitgeest halen. Overstaptijd drie minuut. Dan wil je wel het juiste perronnummer weten op een groot station. Hij had nog op internet gekeken welk perron en weer vergeten uit te printen. Ach er rijden vandaag nog vele treinen die kant uit merk ik op. De meneer komt uit Munster Geleen dus ook uit het zuiden en we praten over het landschap dat zo anders is dan in Limburg.


Hij was bij een stichting “behoud landschap Munster Geleen” Ik vraag hem wat ze zoal deden binnen de stichting. “Zorgen dat er niets wordt gedaan,” zegt hij….Af en toe een vergadering. Dat was toen, alle leden gingen dood. Hij is als enige over, zegt hij. Vergadering op het kerkhof dan maar? Ach… de ziel.

11.20 uur Amsterdam Centraal. Delfsblauwe tegeltjes als een rand langs de muur van een oud station. De meneer stapt uit en ik wens hem veel succes in het midden latend wat ik daarmee bedoel. De trein gaat verder en passeert oude geveltjes en hotel Ibis…12.28 uur Sloterdijk. Even later Zaandam. Even een plasje en mijn spulletjes bij elkaar zoeken. In Castricum heeft de aansluitende sneltrein tien minuten vertraging. Dat is geen punt. Ik heb vakantie. Om 12.34 loopt de trein station Heerhugowaard binnen…Daar moet ik eruit…

Consumindervakantie Noord Holland deel 1A

Aankomst in Heerhugowaard op perron een. Bij aankomst zou ik bellen was de afspraak met Johan de eigenaar van “het huisje” dat ik voor een week huur en in Westdijk staat. Meneer wilde me ophalen samen met de zus van een vriendin van mij die niet ver van het huisje woont.

Voor mij hoefde dat niet want ik kom er op de fiets ook wel, een sleutel onder de mat zou voldoende zijn. Op de plattegrond van Heerhugowaard zie ik Westdijk staan. Dat is helemaal niet zo ver en ik ben vrij vroeg aangekomen. Ik besluit zelf op zoek te gaan en als ik aan kom pas te bellen. Even later sta ik op Westdijk bij nummer acht aan de deur en blijkt het niet het juiste adres te zijn. Westdijk in Noord Beemster daar moet ik zijn en niet Westdijk Heerhugowaard…wat een muts ben ik.

Johan vertelde dat het twaalf kilometer zou zijn van het station naar het huisje...In vogelvlucht of zo? Over de snelweg? Ik besluit maar terug te gaan naar het station en Johan te bellen… Ik krijg ik de vrouw van Johan aan de telefoon (Jannie). Ze verteld dat Johan in Alkmaar op het station staat, samen met Renée… Wat een chaos. Ze zal hem proberen te bellen op zijn mobiele telefoon en wacht ik braaf bij station Heerhugowaard. De laatste rest koffie wordt uit de thermos ingeschonken en ik kijk eens wat rond. Op het perron staat een vrouw die op Renée lijkt maar dat zal ze beslist niet zijn want die staat in Alkmaar volgens de vrouw van Johan. De vrouw blijkt toch Renée te zijn met een verwarrend verhaal en stel ik me voor aan de meneer met baard die naast haar staat. Johan van der Hoek.

Mijn fiets wordt achterop de auto vast gezet en volgens Renée kunnen we het beste eerst naar de Aldi boodschappen voor een week gaan doen. Ik geef aan dat dit nergens voor nodig is Ik zou liever alles alleen doen…Ze luisteren niet. Wat een betutteling...

Onderweg komen de boodschappen nog meerdere malen ter sprake en Renée vind dat we naar haar huis moeten gaan en haar 30 kilometer autootje ophalen. Ze kan dan achter ons aan rijden en bij het huisje, mijn bagage binnenzetten. Johan kan dan naar huis en Renée en ik aansluitend de boodschappen doen. Ik zwijg. Het heeft geen zin… ze doen wat ze willen… dan maar meegaan met de stroom. Een half uur later lopen we in de Aldi en doen de boodschappen voor een hele week. Renée vraagt wanneer ik gezellig bij haar op bezoek kom… Nou…

Eindelijk ben ik alleen in het huisje onderaan de dijk in de verwilderde bloementuin met meneer haan en zijn kipjes en slaak een zucht van verlichting… Johan en Renée wilden absoluut mijn telefoonnummer wat ik na heftig aandringen maar heb gegeven en zet direct mijn telefoon uit als ze vertrokken zijn.

Ik dwaal wat door de boomgaard en de tuin terwijl de avond valt. Met de kippen op stok.

Morgen ga ik fietsen…

Dag 2.

Zaterdag… Eerst maar de dag noteren. Achter de dijk raak je dag en uur en zomaar een halve eeuw kwijt. Ik waan me 50 jaar terug in de tijd. De haan was mijn wekker toen het eerste daglicht verscheen. Met open raam en open gordijnen heb ik geslapen als een blok. Er is een slaapzolder in het huisje, bereikbaar met een houten trapje vanuit de woonkamer. Boven aan de trap is een luik dat je met een touw kan openen en neerlaten. Verder bestaat het huisje uit twee delen. De voorkant is een museumgedeelte (kijk op internet noord Beemster Neeltje Pauw) Het achterste gedeelte is aangebouwd en wordt verhuurd.

Jannie van der Hoek de echtgenoot van Johan is in het voorste gedeelte geboren. Wat een gedoe moet dat zijn geweest. Een bevalling in de bedstee. Kokend water op de kachel. Hoe mensen toen leefden, zo wijd het land en zo op elkaar leven in kleine hokjes. Wel achter de dijk in de luwte… Ze moeten klein zijn geweest, de mensen uit die tijd. Als ik op mijn knieën zit kan ik aan het aanrecht werken. In de bedstee zittend slapen of opgekruld. laat staan bevallen. Het kind zou er niet bij kunnen...

Alles is donker en het ruikt er naar roetaanslag. Zou de kachel in koude winternachten aan zijn gebleven? Er hebben twee koeien gestaan in het vertrekje naast de keuken, gescheiden door een half muurtje. Koeien geven ook warmte. In de kamer staat een oude trapnaaimachine. Neeltje Pauw naaide kleding die ze te voet ging afleveren in de wijde omtrek. Op latere leeftijd is ze getrouwd met ene Gerrit Hartog die vijf jaar jonger was. Op haar drieënveertigste kreeg Neeltje haar enige kind Jannie…

Ver van de bewoonde wereld groeit het meisje op. Geen kinderen om mee te spelen tot ze naar school ging. Wat in mijn ogen een nostalgisch paradijsje is, was vroeger niet zo geweldig voor een klein meisje lijkt me zo. In het museumhuisje zie je nergens speelgoed. Zou haar moeder een lappenpop hebben gemaakt? Zal ze veel buiten hebben gespeelt met een hond of poesje? Je mag ernaar raden… Ik mag overal komen heeft Johan gezegd, ook in het museum huisje en door de deur tussen de huisjes ga je 50 jaar terug of vooruit in de tijd… 


Op de fiets de polder in…Er is een museum molen waar best een stuk geschiedenis zal zijn over deze streek. Aan het einde van de zestiende eeuw werd begonnen met de vele meren in Noord Holland droog te leggen. Dat gebeurde door molens en het water kwam in vaarten waarlangs dijken werden aangelegd. Al fietsend over de dijk heb je aan de ene kant het “nieuwe land” (voorheen water) dat veel lager ligt en aan de andere kant het “oude land.”  Ik leer veel die dag.


God schiep de aarde en de Hollander schiep Holland.

In 1618 was de Beemster droog. Timmermanszoon Jan Adriaanszoon Leeghwater bouwde 53 molens voor dat doel. Ik ken zijn naam nog van de geschiedenisles vroeger op school. Hoe zwaar was het leven van de molenaar. Dag en nacht gaat de waterbemaling door om het land droog te houden. De molenaar woonde met zijn gezin in de molen. Piepkleine raampjes in piepkleine kamertjes. Steile ladders en ook hier weer de bedstee…Ik durf niet helemaal naar boven op de iele laddertjes. De molen laat ik na een tijdje achter me en  fiets langs dijken en vaarten. Richting gemaal


WILHELMINA. In 1928 werd over gestapt op elektrische bemaling waarmee de molens hun functie verloren. Tegenwoordig zijn de molens nostalgische woningen... Er is ook nog een gemaal EMMA en JULIANA. Tegenwoordig worden de Schermer en de Beemster droog gehouden door computer gestuurde gemalen o.a. de WILLEM ALEXANDER.


De rest van de dag fiets ik door kleine dorpjes zoals Schermerhorn, Ursem, Stompe toren, Rustenburg en Hensbroek. Langs tulpkwekerijen en uitgestrekte velden met pioenrozen. Mooi landschap en kleine dorpskernen rond een kerk. Gesloten cafeetjes en piepkleine buurtwinkeltjes. De mensen lijken stug…totdat je ze aanspreekt.


Ze lachen om mijn accent en vertellen me veel over de wind en het water… Er is een meneer in een volkstuin op een eilandje. Een loopplank over de sloot ernaar toe. Omringt door water hoeft hij in droge tijden alleen maar een emmer te laten zakken. Ik vraag of ik even mag meekijken naar zijn moestuin. Hij bouwde een schutting om zijn landje zodat de wind zijn gewas niet uit de grond waait. Het zaaigoed, zelfs de bonen teelt hij binnenshuis tot het flinke planten zijn met stevige wortelkluit. 

Op het land worden de planten direct aan stokken vastgezet. Daar kan ik me iets bij voorstellen in dit land van wind en water…Ik bedank meneer hartelijk voor het mee mogen kijken. Inmiddels is een storm opgestoken met wat fijne motregen. Het maakt de foam in mijn haren tot een plak/pot. Dit is geen land voor haarlak foam of make-up. Een flinke crème is meer aan de orde.

Genoeg voor vandaag en doodmoe gevochten tegen de straffe wind kom ik aan in mijn huisje achter de dijk. Wat beschut ligt het daar in de late namiddagzon. Ik voel me erg thuis terwijl de haan en de kippen me volgen komt een hond even buurten. Waar hij thuis hoort mag Joost weten. Hij krijgt een snee brood met boter en is helemaal tevreden. 

Later vind ik hondenbrokken in een pot. De hond gaf me aanwijzingen door voor de pot te gaan staan. Ik noem hem de hond zonder naam. 

De stilte en de zon die door de ramen schijnt zijn aangenaam terwijl ik mijn potje kook en een
mooi boek vind in de “bibliotheek” van het huisje. Later zwerf ik weer door de boomgaard en de tuin tot het donker wordt…Wat een paradijs…

Consumindervakantie Noord Holland dag drie.


Moederdag…..mijn zoon heeft gisterenavond gebeld om even bij te praten en een fijne moederdag te wensen. 8.30 uur zit ik aan het ontbijt. Mijn haar is gewassen en gedroogd zonder foam of fohn... Een pet op is prima. Een dot crème op mijn gezicht tegen de wind en een dunne fietsbroek aan met een driekwart broek erover heen die snel droogt bij regen. De regenjas in de fietstas en een fleecevest aan. Klaar voor een nieuwe dag. De haan wekte me om 6.03 met zijn vrolijk gekraai. Ik heb me nog een uurtje omgedraaid… Moederdag is immers luieren en ik heb de tijd aan mezelf.

Zonder TV en radio is er geen weerbericht. Dus kijk ik naar de boomtoppen die boven de dijk uitsteken. Hoe hard zal de wind zijn, en zijn er donkere wolken? Het lijkt open schoenen en topjes zonder mouwen weer.

Nog even een krabbeltje voor Johan de verhuurder. Hij komt regelmatig planten verzorgen of eieren rapen.

10.30 uur en tien kilometer op de teller. Pauze bij een bank tegenover de Paulina hoeve. Koffie uit de thermos en een koekje dan maar? Schapen staan in een weitje met piepjonge lammetjes erbij. Ik mijmer wat terwijl ik geniet van de omgeving. Wat een heerlijk leven hebben die schapen. Je wordt vanzelf gedekt, krijgt vele lieve lammetjes en de ram is weer de hort op. GEWELDIG TOCH!


Beter dan kip zijn in een toom en achter de haan aan scharrelen. De haan altijd voorop de kippen erachter. Al moet ik zeggen dat het heerschap bij het huisje wel een deuzige haan is. Ik weet al welke kip werkelijk de baas is en alle lekkere hapjes weg snaait voor ieders snavel. Voor de vorm laat ze meneer voorop lopen omdat het zo hoort maar hij heeft geen donder te vertellen… zo ken ik er wel meer. Ook in de mensenwereld…

Richting Alkmaar vandaag via een omweg over de lange molenweg. Onderweg wisselde ik van driekwart naar korte broek zomaar langs de weg. In de verre omtrek geen mens te zien. Weiland koeien en schapen en hier en daar een paard die daar geen moeite mee schijnt te hebben. Het is stil en vredig in mezelf. Ik zou dagen zo door kunnen fietsen. De wegenkaart maar eens bekijken of ik goed zit. Oude boerderijen achter sloten met hoge hekken. Hectares grond erom heen. Via wegomleggingen kom ik in het centrum van Alkmaar en ik zou de weg niet meer terug weten… Dat is de eerste uren ook niet aan de orde.

In het hart van de stad neem ik een terrasje en ontmoet er een stel waarmee ik het eerste uur in een diep gesprek duik. De zin van het leven, de liefde voor je kinderen en elkaar… We wisselen onze visitekaartjes uit en ik krijg nog tips waar mooie plekjes zijn. De mooie oude stad is zeker de moeite waard en ik blijf uren genieten… Later in de middag zoek ik de weg naar “huis” en verdwaal wel drie keer. Gewoon blijven zoeken tot ik een bord vind waar Stompe toren op staat. Dat is richting Schermerhorn weet ik. In die buurt ligt “mijn” huisje. Er is een gratis expositie in de kerk van stompe toren. Nou daar ga ik even kijken omdat ik opeens erg moet plassen. Een gereformeerde kerk heeft beslist een toilet en ga je niet achter een zerk op het aangrenzende kerkhof piesen.

Alkmaar.

Ik wordt enthousiast verwelkomt door een stel ouderlingen in zwart pak gestoken. Ze wijzen me de weg naar het toilet en even later bekijk ik met opgeluchte aandacht de kunstwerken. Er zijn loten te koop voor een euro. Je kan er een schilderstuk mee winnen dat ik nog niet eens voor niks zou willen hebben. Je doet wat voor de kerk en ik koop een lot wat ik op naam van mijn zoon zet. Ha… je zal zien dat hij de rotzooi wint. Dat is mijn wraak voor alle gratis folders en informatie materiaal dat hij op mijn adres laat aankomen, terwijl hij in Amerika zit.  De keren zijn niet te tellen dat er een koeriersbedrijf aan de deur stond en vroeg of hier Napoleon Bonaparte woonde of Piet Hein.

Maarten Luther king of Willem Alexander was ook een goeie. Mijn zoon heeft gevoel voor humor. Waar heeft hij dat toch van… Ik loop even later eens over het kerkhof, lees de teksten op de graven en fantaseer een geliefde of een “knotterpot” bij de tekst “hier ligt mijn echtgenoot”… In gedachten lees ik “en hij ligt hier goed”. Ach… ”Hier ligt mijn enige broer” Dat “enige” raakt me. De kindergrafjes sla ik snel over… Daar kan ik niet goed tegen… Verder maar langs velden vol pioenrozen en prachtige laantjes met bomen langszij.

Hoe welkom is het huisje achter de dijk met de haan en de kipjes. De hond zit alweer voor de deur en ik vraag beleefd wat hij komt doen... Ik klop eens op zijn kop en zijn staartje gaat kwispelen. Het staartje van een hond is zijn “lolmeter” vertelde mijn vader altijd. Hij lust wel een koekje… Als ik in de namiddagzon door de mooie tuin loop komen er tranen van zoveel schoonheid en serene stilte...Gemis van mijn vader de enige van ons gezin die daar iets van zou begrijpen… 

In de late namiddag maak ik een ei/tomaatsalade met verse bieslook uit de tuin.  Blaadjes van de paardenbloem erbij en warme afbakbroodjes uit het oventje. De eitjes van de kipjes zijn heerlijk. Ze scharrelen in alle vrijheid en dat proef je. Een afwasje en koffie in de serre. Langzaam gaan de haan en de kipjes richting nachthok. In de serre hangt zwaar de zoete geur van bloeiende bloemen. Wat een weelde om hier te mogen zijn. Ik voel me een bevoorrecht mens… vanuit dat gevoel ruim ik elke avond na het eten een uurtje achterstallig onderhoud weg. Even stoffen of stofzuigen. Een dweiltje hier en daar…omdat ik overloop van dankbaarheid. Voor wat hoort wat.

Annemiek

Vakantie Noord Holland dag vier.

De haan heeft zich verslapen en kraaide een half uur later…..Mijn ontbijtje dus ook. Er staat meer wind zie ik. Reserve kleding maar weer in de fietstassen de dichte schoenen regenjas en lange broek aan. Omkleden onderweg is zo gebeurd. Vandaag gaat mijn fietstocht naar Graft - de Rijp. Een van de mooiste dorpjes van Nederland volgens Jan Adriaans zoon Leeghwater. Hij kan het weten en hielp bij de opbouw. Het gemeentehuis is o.a. zijn ontwerp. Het dorpje is veel dichterbij dan ik dacht. Mijn fietstocht langs de Beemstervaart is maar kort.

In het hart van het prachtige dorpje besluit ik eerst koffie te gaan drinken. De wind is hard tot stormachtig. Er is appeltaart die verrukkelijk smaakt en ik praat wat met de eigenaresse van de zaak. Graft is een dorpje op zichzelf en de Rijp is weer een ander dorpje vertelt ze. Ze beconcurreren elkaar met verenigingen en hebben ieder hun eigen scholen kerken en een eigen gemeentehuis. Toch liggen ze tegen elkaar aan en beiden zijn prachtig. Kleine bruggetjes en huisjes aan de waterkant. Ik kan er niet genoeg van krijgen en wandel er steeds weer doorheen zie steeds meer bijzonderheden en proef de sfeer uit vervlogen tijden. Het museum is gesloten, wat jammer! Ik besluit verder te gaan richting Noordeinde. Daar is niet veel moois en ik fiets verder langs polders en water richting Driehuizen. De wind is in het open land niet tegenop te fietsen. Ergens midden in de polder staat een bank achter een dijkje. Ik zet er mijn fiets tegen aan en haal de thermos uit mijn tas. Koffie en een boterham…

Ik zit er wat in de luwte voor me uit te dromen. Bij een boerderij is een oudere meneer met een zeis aan het werk. Het gras dat hij maait is voor de schapen zie ik… Als hij mijn richting opkijkt zwaai ik… Hij zwaait niet terug. Weer op adem besluit ik niet verder die kant uit te fietsen. De wind is te hard. Mijn conditie is die dag niet zo goed merk ik. Spierpijn en moe. Terug maar weer fiets ik richting Grootschermer een dorp wat als een lint langs de Beemstervaart ligt. Bij de kerk aangekomen begint het te stort regenen en ik schuil onder hoge bomen. De bui duurt te lang en ik besluit verder te fietsen door de regen...

Tot mijn verbazing kom ik langs een beeldentuin van Nic Jonk. www.nicjonk.nl

Expositie Nic Jonk.
 Daar is ook nog een expositie van Corneille zie ik. Cobra stijl. Daar hou ik zo van… Ik heb een boek over het leven van Corneille en een door hem beschilderde fles. Cobra stijl doet zo heerlijk kinderlijk aan met de felle kleuren. Tjee... De beeldentuin en het museum zijn gesloten…

Ik besluit om morgen terug te komen. Verder langs de Beemstervaart kom ik de Emmacentrale tegen. De wind is moordend hard en als ik bij een molen kom val ik bijna van de fiets. Ik moet plassen en wil niet langs de weg. Goed om een blaasontsteking te krijgen. Met al die spierpijn kan ik ook niet meer hurken. Ik heb het helemaal gehad. Even uit die wind zou fijn zijn. Aankloppen bij een molen? Hoe doe je dat? Nou, troela er zit een deur in een molen ……

Ik wordt vriendelijk te woord gestaan door een oudere mevrouw en ja ik mag naar het toilet en ik mag even gaan zitten in de kamer zo lang ik wil zegt ze vriendelijk. Ik krijg zelfs een kop koffie en kon zo in slaap vallen. Als mijn hoofd naar voren knikt in een halve sluimering besluit ik op te stappen….Ik bedank hartelijk en voel me verlegen van zoveel gastvrijheid...

Richting huisje maar terwijl het nog middag is. De wind is te erg. Regelmatig moet ik de pijn verbijten en keihard doortrappen tegen de wind. Achter de dijk in de luwte is Johan van der Hoek (eigenaar huisje) bezig met de gasbron. Er moet iets aan gerepareerd worden. Er zit gas in het bodemwater verteld hij. Het water wordt opgepompt en het gas werd vroeger gebruikt voor de gaslampen in huis en om op te koken. Nu wordt het niet meer gebruikt maar Johan wil wel dat alles het nog doet. Ik ga koffie maken en nodig meneer uit in zijn eigen huisje. We praten wat over de groenten die hij zaaide in de serre en hij is verbaasd dat ik een moestuin heb en zoveel weet van “vergeten groentesoorten’. Ik zaaide voor ik weg ging nog “boerentenen” en “knoebelbeuntjes”. Hij heeft “jin-jang” boontjes voor me en Belgische loftbonen. Hij laat me het rode boerenkoolzaad zien wat hij gaat zaaien en kijkt me met ontzag aan.

Hij weet duidelijk geen raad met dit soort vrouw dat mannen en vrouwenwerk doet en alleen op vakantie
gaat. Hij zegt gezien te hebben dat ik schoon heb gemaakt. Ja, als tegenprestatie voor het goedkoop huren…..en er is wat achterstallig onderhoud merk ik op. Hij zegt dat tien euro per dag huur voor het huisje nog teveel is nu ik dat schoonmaakwerk deed. Omdat ik geen verplichtingen wil zeg ik dat het prima is die tien euro per dag.

Anno 2025 begrijp ik pas dat dit “wild wijf” het jachtinstinct van mannen aanwakkerde. Het heeft me nooit in ongewilde situaties gebracht.

Terug naar de fietsvakantie: Meneer Johan gaat naar huis en vertelt me nogmaals dat ik moet bellen als er iets is…Wat zou er zijn! Ik ga een roerbakgerecht maken met rijst en vroeg naar bed met een boek van Simon Carmiggelt dat ik in de boekenkast vond. Ik ben gek op de korte verhalen van die man. Doodmoe van het gevecht met de wind in dit land van wind en water val ik na de eerste bladzijde al in slaap!

Annemiek.

Fietsvakantie Noord Holland dag vijf.

Vroeg op vandaag misschien nog wel voor die luie haan! Om acht uur ontbijt na een uitgebreide douche en verzorgsessie. Alle moeheid is verdwenen. Als ik door het raam kijk zie ik aan de bomen op de dijk dat het bijna windstil is. Achter de dijk krijg ik een vertekend beeld weet ik inmiddels. De zon schijnt en ik besluit vandaag naar Heerhugowaard te gaan. De stad is zeer de moeite waard beweerd “men.”

Iets meer dan 12 kilometer op mijn dooie gemakje. Soms is er iets wat me raakt en stap ik af. Een cafeetje op een hoek met een fiets tegen de gevel waarnaast een bordje hangt met de tekst: Hij komt niet meer. Alleen zijn fiets die er nog staat. Een stamgast die gemist wordt? De fiets is danig aan het roesten en moet er al een jaar of zes/zeven staan in weer en wind...

Iets verder kom ik richting centrum langs een gigantisch winkelcentrum. Nog iets verder is het politiebureau de brandweer en het station .Ik drink een kop cappuccino bij restaurant Basserhof en zit in de zon op het terras. Een vriendelijke meneer zegt dat de eigen gebakken appeltaart lekker is en als ik die bestel komt hij een beetje beteuterd terug…De appeltaart is op! Een broodje misschien? Nee hoor brood heb ik zelf bij me vertel ik hem lachend. Het leven is GEWELDIG. vol humor en vooral VRIJ van de dagelijkse sleur.. Ik ben op vakantie bij mezelf. Evalueren en eventueel  mijn doelen bijstellen. Ik ben een bloem met een verweerde stengel vol knoesten en een enkel blad. Dat blad is volgroeid en heeft niet meer direct mijn energie nodig (Samir) Al leert de praktijk me wel anders. Boven aan de stengel komen allemaal nieuwe blaadjes. De wegen die ik kan inslaan... of niet.

Sommige wegen verkende ik al en ging er een stukje mee aan de slag…keerde om en probeerde een nieuwe weg. Een bloem met wonden uit een verleden heeft een sterke stengel vol knoesten. Die kan wel wat tegenwind aan.

Ik reken af na mijn filosofietje en vraag waar het centrum eigenlijk is. Dat grote nieuwbouwding met al die winkels zegt de appeltaartmeneer. Ach…verder zijn er nog wijken met daken met zonpanelen. Heerhugowaard is nieuw nieuw nieuw. Wat een gedrocht. Het winkelcentrum dan maar? Ik zet er mijn fiets vast met dubbel slot aan een rek. Ze mochten hem eens proberen te stelen. Alle winkelcentra in steden zijn hetzelfde. Dit slaat wel alles wat ik al zag….muffe overdekte gangen met koffietentjes naast de HEMA C&A enz.…Er is een zaak met “dikke damesmode” waar ik even naar binnen loop.  Er staat een slanke meneer decoratief te zijn, naast een iets vollere vrouw van het soort dat “volslank” genoemd wil worden. Op hun vraag “Kan ik u helpen” antwoord ik “Ik kijk even rond, als het mag?”

Natuurlijk mag het en de meneer vraagt nog of ik op de fiets ben? Ach ja die handschoentjes heb ik nog aan. En die fietsbroek natuurlijk… In een spiegel zie ik pas dat die me niet zo geweldig staat. Ik steek mijn tong uit naar het Michelin/vrouwtje in de spiegel en de meneer vangt mijn blik…..Vol aandacht bekijk ik de bloesjes…wat doe ik hier eigenlijk…...Verderop is een boekhandel die wegens sluiting grote kortingen geeft. Ze zullen hier wel veel huur moeten betalen voor een winkelpand. Ik zie er een supergrote adressen/telefoon map met de mogelijkheid voor e-mailadressen achter de telefoonnummers.

Deze heeft per letter van het alfabet drie pagina’s. Dat zoek ik al een tijdje en ook nog afgeprijsd tot 4,95 euro. Die wordt gekocht. Blij met mijn buit sla ik de rest van de winkelgangen over en probeer de gang te vinden waarbij ik mijn fiets stalde. Dat heeft wat voeten in aarde. Annemiek kan zelfs in een winkelcentrum verdwalen…

Een mevrouw verliest een pak closetrollen van het Kruidvat zie ik. Ze fiets al weg en ik ga er achteraan op de fiets. Als ze afstapt iets verderop kijkt ze mijn kant uit, ziet het pak closetpapier en mist dan pas het hare. Ze zegt een beetje boos: “Die is van mij!” Nou zeg! Ik kom hem toch al nabrengen… Ze bedankt een beetje schuldig en ik keur haar geen blik meer waardig. Weg hier van die zotten...

Iets verderop is een parkje met banken waar ik mijn boterhammen opeet. Snel weg uit deze stad vol beton en nieuwigheden. Ik zoek de dorpjes weer op en als ik in de buurt van Hensbroek kom, bel ik Renée die daar woont. Ze is thuis en ik ga op zoek naar haar huis verstopt achter bomen en struiken. Daar woont ze met haar kippen, konijnen katten en wat allemaal niet… De zon is warm op het bankje in haar beschutte tuin. Renée leeft van heel weinig en is net als ik gelukkig met wat ze heeft. Een boek op de rommelmarkt voor 50 cent of een gevonden pot of schaal. Ze pakt alle oude en zieke dieren op die ze tegen komt. Ze komen altijd weer op haar weg. Bijna al haar geld geeft ze uit aan de dierenarts. De beestjes zijn haar “kinderen”.

Wat een mooi mens! Het is alsof we elkaar al jaren kennen en de uren gaan voorbij. Ze stelt me voor aan haar ouders die op de schouw in urnen staan. Ze gaan steeds mee in de trein naar Limburg als ze haar zus bezoekt in Landgraaf.

Later in de middag besluit ik naar “huis” te gaan en Renée zal me even de weg wijzen, met haar 30 km autootje. Ik rijd alvast aan en sla prompt de verkeerde afslag in. Het eerst volgende half uur zijn we naar elkaar op zoek. Ik rijd nog twee keer rond het dorp en sla de goede weg in die de goede niet blijkt te zijn. Een mevrouw die bij een huis staat verteld me dat ik weer naar Heerhugowaard onderweg ben…

Ach, terug maar weer. Ik fiets een lange weg af terwijl het begint te regenen. Geen bord te zien waar Ursem of Schermerhorn op staat. Op een kruising bel ik aan bij een verwaarloosd huis en vraag de weg aan een half dronken meneer die een kegel verspreid. Dronken mensen spreken altijd de waarheid nietwaar? Dus ga ik de kant uit die hij me wees. Renée ben ik niet meer tegen gekomen! Even na zeven uur in de vooravond ben ik weer bij het huisje achter de dijk. Een maaltijdsalade met brie en broodjes maakt mijn feestmaal compleet. Morgen dan maar naar het museum? Misschien…!!

Fiets vakantie Noord Holland dag zes.

Volkstuin op een eilandje.
Woensdagmorgen half negen. Slecht geslapen vannacht…….. Samir belde nog tegen middernacht. De tijd in Amerika is zes uur vroeger dan hier, dus was het bij hem 18.00 uur. Een blij kind aan de telefoon. Het “kind” is bijna dertig maar blijft mijn kind de rest van mijn leven. Dat gaat zo met moeders. Nou ja met moeders die van hun kinderen houden… Mijn moeder heeft nooit van me gehouden zoals ze vertelde vanaf mijn vroegste jeugd. We zijn allemaal tegen haar zin geboren. Dus ben ik niemands kind… Mijn “lover” de woensdagvriend  (dertien jaar ouder) noemt me “kind”. En zo voel ik me ook bij hem… Een kindvrouwtje in een Rubenslijf of zoiets...

In de nacht denk ik aan mijn kind van klein naar groot. Het kind dat altijd weer kleding wilde met New York erop. Nu is hij in Amerika en hoopt er te blijven. Hij voelt zich daar gelukkig en hoopt als werknemer aangenomen te worden bij de Universiteit in Albany. De dag dat hij belde sprak hij een doctorandus die bij de aanname bespreking aanwezig was. Zijn kansen zijn groot vertelde Samir. Ik ken zijn steeds weer terugkerende terug vallen in stabiliteit, de reden daarvoor blijven onduidelijk...

Vakantiedag zes begin ik wat dizzy.. een ontbijtje en smeer een boterham voor onderweg. Vandaag ga ik terug naar Graft-de Rijp. Het museum is open om 13.00 uur. Om elf uur wil ik in de beeldentuin zijn van Nic Jonk te Grootschermer. Op de fiets kom ik langs de mij nu al bekende volkstuin op het eilandje met de schutting en het loopplankje. Ik vraag me af hoe ze er een kruiwagen met mest overheen krijgen. Ik zou zo met mijn schele ogen de plomp inflikkeren.
Toch een leuk gevoel “Robinson” spelen.

Bij de beeldentuin aangekomen verbaasd me het supergroot museum. De museumkaart is niet geldig omdat er geen subsidie wordt gegeven. Nic Jonk leeft niet meer en ik praat een tijdje met zijn zoon die me alles vertelt over zijn vader en moeder. Vader de beeldhouwer en moeder die eenvoudige gedichten schrijft. Het is een familiebedrijf. De kinderen geven boeken uit en exploiteren de beeldentuin en het museum als nagedachtenis aan vader. Greet de moeder leeft nog begrijp ik. Vader Nic schilderde naast het beeldhouwen en moeder zette gedichten onder zijn werk. Kopie is te koop zie ik. Ik blader door werk van Greet. Mooie gedichtjes in boekvorm en ik twijfel… zal ik er eentje kopen? Maar even uitstellen. Kan later op de ochtend nog. Met ontroering bekijk ik de expositie en lees in de gedichtjes de pijn over de weggevallen man en vader. In een apart gedeelte van het museum is een expositie van Corneille waar ik eigenlijk voor kwam……Het bekende werk van hem en zo herkenbaar. De vogels en de vrouwen… de felle kleuren. De eenvoud trekt me aan. Het zou haast door kinderen geschilderd kunnen zijn. Ik wordt met rust gelaten en laat de sfeer op me inwerken. Dit is puur genieten!


Dan komt de beeldentuin aan de beurt. Ik heb niet zoveel met beelden maar vind de mooie ronde vormen en de kleur wel mooi. Ze passen prachtig in het landschap van wind en water merk ik. Het verzacht… Helemaal stil gevallen bedank ik de zoon van Nic en stap op de fiets.

Iets verder is een cafetaria waar ik koffie drink. Er is wederom wordt de bekende appeltaart aangeprezen een toef troepslagroom uit de spuitbus erop. Ik wordt opeens kwaad om al die verlakkerij . Al die zooi die mensen maar verkopen onder de naam eigen gebakken en de kwaliteit uit grootmoeders tijd suggereren. Ik hoef de troep niet meer! Ik raak in discussie met de serveerster die het wel met me eens is. De taart is oudbakken zegt ze fluisterend.

We praten over een tuintentoonstelling waar ze onlangs was en laat me een folder zien over nieuwe soorten hortensia’s. Ze wil de hare een blauwe kleur geven en moeten er zeker acht roestige spijkers per struik in de grond plus drie maanden lang een keer per maand aluinpoeder. Dat moet ik ook eens uitproberen.

Ze vertelt over haar werk en dat ze sinds kort samen woont. Haar ogen schitteren als ze over “hem” praat. In het seizoen werkt ze zes dagen per week van 10 tot 23.00 uur. Haar vriend werkt in de landbouw en zit in die tijd in het hooiseizoen. Ze zien elkaar alleen ‘s nachts en als ze niet te moe zijn vertellen ze in bed hoe de dag was… Ach, hoe romantisch. In de winter wordt de kennismaking vernieuwd en voortgezet…Dan hebben ze zeeën van tijd voor het uitgebreidere werk. Ik wens haar sterkte en geduld en fiets weer aan…


Museum “het houten huis” in de Rijp. Met de museumkaart kom ik gratis binnen en een mevrouw vertelt wat ik al op het aanplakbiljet las. Er is een kluisje waar mijn tas en jas in kan en ik mag er fotograferen zegt ze nog… Het museum valt erg tegen moet ik zeggen vooral omdat de vrouw me steeds naloopt en vertelt wat het voor moet stellen. Ik moet wel een achterlijke indruk maken omdat ze me de rode knopjes aanwijst waarmee de computers in gang gezet worden… teveel computer waar ik tijdens mijn vakantie “terug in de tijd” geen zin in heb. Er is een ruimte die me meer aanspreekt. Het is een kantoor van een reder uit vroeger tijden. De mensen van dit land van water, leefden in vroeger tijden van de haringvisserij en de walvisvaart. Er waren touwslagerijen en vaak brak er brand uit in de hennep opslag. Hele dorpen branden af omdat de huizen overwegend van hout waren. Op de eerste verdieping is een computertje dat verhaald over Jan Adriaans zoon Leeghwater. Te weinig informatie naar mijn mening.

Teleurgesteld verlaat ik het museum en besluit ergens verplicht koffie te gaan drinken omdat het begint te plensregenen. Een mooi oud geveltje daar verwacht ik een restaurantje met oud interieur. Tot mijn verbazing zit er een cafetaria/frituur in met grote vitrines en lange prijslijsten boven de friet bak. Ik bestel een kop uiensoep waar ik opeens zin in heb en neem plaats aan een tafeltje. Het kind achter de toonbank heeft een navelpiercing en een te klein truitje aan…..ach je wil je handel tonen als je zestien bent nietwaar? Hoge borstjes en een plat buikje dansen boven en onder het truitje uit. Volgens mij slaapt ze onder de zonnehemel.

De kok die meer rond de vitrine hangt dan in de keuken, kan zijn handen niet van het kind afhouden zie ik. De man is grijs aan de slapen en draagt kleding die zijn zoon niet zou misstaan. Hij zou haar vader kunnen zijn en ik trek mijn wenkbrauwen op als zijn ogen de mijne kruisen en ik direct daarna naar zijn handen kijk die het blote heupje strelen…Hij laat me uiteraard als straf lang wachten en het geroosterd brood valt ook nog op de grond. Moet hij weer even nieuw halen……ocharm.

De uiensoep is tomatensoep met ui erin, verstopt onder wat geraspte kaas. De gril is misschien wel stuk. Mijn gedachten gaan terug naar de tijd toen ik nog bij Van Hecke Catering werkte. Ik serveerde en kookte samen met de cateringmanager. Elke dag hadden we wel eten over dat werd ingevroren. Aan het einde van de week op vrijdag gooiden we alles bij elkaar. Wat een plezier en uitdaging als al de resten van de week, in een grote pan een soepje werd. Water erbij en dan proeven hoe het smaakte…….wat moest er nog bij het brouwsel? Leek het al op soep? Waren er aardappels over dan werd het gebonden soep. Aan het eind van het kookproces moest een naam worden gevonden. Op het menu bord schreef ik eens “Argentijnse vrachtrijders soep”. Het was stevige kost met o.a. de resten van chili con carne. De soep was een geweldig succes en iedereen vroeg wanneer die weer op het menu zou staan. Uiteindelijk moesten we de weekmenu’s achterhalen en daar een gemiddelde van nemen.... We kregen het juiste recept nooit meer bij elkaar gehusseld. De kok van deze cafetaria zal ook wel wat gemixt hebben. Rest tomatensoep en een rest uiensoep bij elkaar.

Weer op de fiets besluit ik nog een tijd door de polder te freewheelen. Het weer klaart op en ik vind later bij een bank aan de onderdijk een beschut plekje voor mijn boterham en de thermos… In de luwte is het zelfs warm. De beeldentuin en het bijbehorende museum was het mooiste van de dag...


Thuis gekomen staat er een emmer met jonge vogeltjes in de schuur. Johan zijn auto staat aan de dijk. Ik doe of ik de auto niet heb gezien en ga eten koken… Even later klopt hij aan en vertelt dat hij reparatie werkzaamheden deed op de zolder van het museumgedeelte van het huis. Het gat in de nok is gedicht en kan de moeder de vogeltjes niet meer bereiken. Hij zegt dat het jonge “kauwen” zijn en neemt ze mee naar huis om te voeren met kattenvoer. Hij deed het al eerder. Als ze groot zijn laat hij ze weer los en langzaam aan gaan ze dan weer verwilderen. Gelukkig maar. Hoe mooi zijn de naakte lijfjes met de grote open snaveltjes die schreeuwen om voer…

Elk uur zal hij ze moeten voeren… dat wordt nachtdiensten draaien met zijn vrouw. Ik reken alvast de huur van het huisje met hem af  60 euro voor zes overnachtingen en hij zegt morgen heel vroeg nog wel even aan te komen. "Breng de vrouw mee," zeg ik nog. Hij weet dat ik de twaalf kilometer naar het dichtstbijzijnde station zelf wil fietsen. Geen betutteling eh begeleiding meer... We kennen elkaar nu wel na een week.

De hond zonder naam.

Later in de avond pak ik de vuile was in de fietstassen en leg de rest klaar in de woonkamer.
Morgen ga ik naar huis… Hoe zou het thuis zijn? De kipjes de poes en de plantjes? Opeens verlang ik naar huis...

Annemiek.

Fietsvakantie Noord Holland dag zeven.


Donderdag Hemelvaart. Ik sta op met het gevoel dat het goed is om naar huis te gaan maar ook om hier weer terug te komen. Als vakantie vieren zo goedkoop is kan een mens best twee keer per jaar op vakantie. Ik ontbijt met het laatste broodje en een potje koffie. Het bed is afgehaald en de fietstassen zitten propvol. Het lijkt wel of ik met meer bagage naar huis ga dan ik meenam. Logeren bij “vrienden op de fietsadressen” heeft het voordeel dat je geen handdoeken en lakens hoeft mee te nemen.

Dat scheelt een hoop bagage. Johan en Jannie komen nog even afscheid nemen en hebben hun kroost mee. De drie jonge “kauwtjes” in een emmer op een hoop keukenrol die ze constant volpoepen. Elk uur moeten ze voeding hebben en ik zie wel dat Johan de nachtdienst heeft gedraaid. Dikke wallen onder zijn ogen…


Eigenlijk moeten de jonge vogels naar de vogelopvang. Daar zijn ze niet alleen, maar bij soortgenoten. Lijkt me beter al is het geweldig leuk om vader of moeder te zijn van een vogel... Je moet op de eerste plaats aan de beestjes denken. Ze gaan over  die vogelopvang denken vertellen ze. Tegen tien uur vertrek ik met volle bepakking richting Heerhugowaard. Alles op mijn gemakje geniet ik nog steeds van het vrije gevoel. Mijn hele huis in de fietstas voel ik me een zwerver en vrij als een vogel in de lucht.

De kaartjesverkoop is in een snoepwinkel waar de verkoopster met een vriendin aan het bellen is… Als ik demonstratief op mijn horloge kijk legt ze de telefoon neer en vertelt me op welk perron de trein vertrekt… Een zwaar getatoeëerde man met een vlecht en geblondeerd haar klaagt over de spoorwegen. Er zit een mevrouw naast hem die wel eens zijn moeder kon zijn. Het mens zit klem in een rolstoel die vol liefde door de man wordt voort bewogen. Schijn bedriegt. De meest grote criminelen lopen met aktetas en maatpak…..De als boeven uitziende mensen zijn lieverdjes bedenk ik zo…


Hoera! De trein heeft een fietsencoupe en helemaal blij stap ik in. Overstap in Castricum, waar ik de trein pak van 12.06. De helft van de trein wordt in Sittard afgekoppeld weet ik en zo meteen zal ik eens kijken of ik in het goede deel (richting Heerlen) zit. In ieder geval is er een fietscoupe met stoelen waar ik me eens uitgebreid ga installeren. De thermos en een krentenbol die ik gisteren in de Rijp kocht. Ik kijk wat door het raam en laat de week nog eens passeren….

In Amsterdam komt een echtpaar met een kinderwagen me gezelschap houden. Een meisje met gebroken arm en een baby. De ouders van het stel zijn vrolijke dertigers. De man is een echte Hollander fors groot en blond. De vrouw is spontaan en een voorbeeld van hoe mooi een rubensvrouw kan zijn. Alle rondingen zitten nog op de juiste plaats en ze lacht veel. We komen in gesprek en ze vertelt dat het een hele onderneming is op bezoek naar oma in Groningen.

Het meisje vertelt hoe ze haar arm brak en ik moet de plakplaatjes bewonderen op het gips. Ze reizen tot Utrecht mee, de baby moet voeding en de kleuter een boterham. Terwijl de vrouw een borst uit haar truitje trekt pakt de baby al gretig naar de tepel. Automatisme bedenk ik.

De man zoekt in de tas naar een boterham voor het meisje. Je ziet dat het een heel gelukkig gezin is. Iedereen kent zijn werk en ze glimlachen naar elkaar alsof ze willen zeggen: “Wat hebben we het goed.” Uitgebreid wordt vertelt dat ze gaan kamperen bij oma in de buurt om het “ouwe mens” (even oud als ik) te ontlasten. We lachen wat bij mijn gespeelde verontwaardiging.. Het was een grap begrijp ik. We praten over van alles en nog wat en opeens is daar station Utrecht. Snel gaat de tepel uit de mond van de baby en verdwijnt de borst in het truitje. De kleding wordt recht getrokken en stappen ze uit. Ik help even met de kinderwagen. De man heeft de handen vol aan de kleuter en de vrouw met de brullende baby die de tepel mist… Dag!!

Er stapt een ander prachtig echtpaar in met… een kinderfietsje. Ze hebben een heel donkere huid en lijken Ethiopiërs. Ze spreken Frans hoor ik en ze gaan er van uit dat ik ze niet versta… Ik speel wat luistervinkje en vraag na een poosje of de man op het fietsje gaat fietsen… Ze schrikken en antwoorden: Non, Non… met een glimlach. De rest tijd van de rit zwijgen ze. ‘s-Hertogenbosch... het echtpaar stapt uit en ik bedenk hoe grijs het buiten is geworden. Als het droog blijft ga ik het laatste stuk naar Landgraaf op de fiets. Bij regen stap ik over op de stoptrein…

Tegen 14.00 uur naderen we Eindhoven en ik zie het super hoog gebouw met de naam INKASSO erop verschijnen. Het hoort bij deze tijd. Iedereen blijft maar kopen terwijl het grote geluk gratis is…..je moet er alleen oog voor leren krijgen. Steeds meer mensen komen in de financiële problemen willen dure vakanties… Ik blader eens door mijn map en tel de bedragen op die mijn vakantie kostte.

Treinreis (met fiets) naar Heerhugowaard 27,10
Huur zes dagen huisje 60 euro
Beeldentuin 3,50 euro
Terrasjesbezoek 18,70 euro
Treinreis terug 24,80 euro.
Totaal een week vakantie: 134,10 euro.

Het eten voor een week (26,03) zou ik thuis ook kwijt zijn. Dus dat telde ik niet. De aankoop van de telefoonklapper zou ik thuis ook gedaan hebben.

Met opzet heb ik mijn klein föhn-tje achter gelaten… in de la van het badkamerkastje. Ken je het liedje van… een koffer in Berlijn? In de wijde polder ergens onder Schermerhorn in het land van wind en water ligt een föhn. Ik heb hem nooit meer opgehaald. Door de vragende ogen van Johan denk ik wel...

In Heerlen besluit ik op de fiets naar landgraaf te gaan. Als ik de poort van mijn boerenhofje open maak…begint Madelon kip al te kwekken……De zusjes communiekant doen al driftig mee met de welkom serenade………Oost west, thuis best!

Annemiek.

De weg naar mijn werk …Zomer 2018.
 

Vroeg in de morgen…suis ik van de heuvel richting consuminderhuis in Molenberg. De frisse wind op de fiets in de vroegte brengt me terug in de tijd…. Voortgezet onderwijs 55 jaar geleden. Mejuffer Overbeek… Ze gaf natuurkunde en zangles… een verstokte vrijgezel met degelijke steunschoenen met veters en een lange rechte grijze of donkerblauwe rok, een hoog gesloten witte blouse met strik aan de hals…  haar grijze haar in een knot achterop haar hoofd. Ze kon zo uit 1900 zijn, tijdloos en stram….. Ik mocht haar wel, hield toen al van alles uit de oude tijd al wist ik dat zelf nog niet….

Charlotte en Annemiek 2018.

 De meiden in 1964 van onze klas…Mijn vriendin Nelleke en ik pasten daar niet bij. Nelleke met haar vlechten en eczeem en ik met mijn melkboerenhondenhaar en het ziekenfonds brilletje. De "meiden" hadden bijna allemaal hoog getoupeerd haar met veel haarlak overeind gehouden en de pil was net uitgevonden hoorden we. Sex drugs en rock en roll was op het schoolplein het dagelijkse gespreksonderwerp. Een enkel meisje verliet vroegtijdig de school, die had “het” al gedaan met gevolgen… Meisjes van veertien en vijftien die naar de Alpha bar mochten of gewoon stiekem gingen want “iedereen” ging.


Juf Overbeek gruwde daar duidelijk van en zie….er moest wat frisse wind komen rond de zwaar opgemaakte kinderen. Juf besloot tijdens mooie dagen in plaats van zangles, met de hele klas pubers wandeltochten te maken door de natuur. Berg op en af door het omringende heuvelland. Eigenlijk waren het meer mars tochten door de bossen, de paden en de lanen op, met fris gemoed….
 
De getoupeerde haartjes en de hakjes, de in mini gestoken meisjes die zwaar verweer gaven en allemaal waren ze opeens “ongesteld” want dat was het toverwoord om ergens onderuit te komen. Daar had juf Overbeek dus geen boodschap aan…. Juf galmde onderweg een lied uit de pre historie, waar je zo heerlijk op marcheren kon, vertelde ze. De stoet nylons met ladders en opkruipende mini jurkjes, de “spinnen” getoupeerd haar die inzakten en de make-up die zweterig uitliep…juf leek het niet te zien en banjerde maar door.

Mijn vriendin Nelleke en ik  hadden nergens last van want we waren met 14 jaar nog kinderen. We droegen korte sokjes in stevige sandalen en wijde rokken. Als ik de keldertrap afrende om mijn fiets te halen was mijn BH-tje al uit en lag achter de weckflessen. Make-up mocht niet van moeder  en de bossen waren ons bekend. We klommen regelmatig in bomen. Het lied dat Juf Overbeek ons leerde ken ik nog steeds  “Een vreemde arme snuiter, was moede van het wand’len…. Was moede… enz.… En liederen van de lente…

Drie octaven of zo... en af en toe zing ik ze nog steeds om te kijken of ik die drie octaven nog haal. Op de fiets klinkt dat lekker als je de berg af flitst…van Landgraaf naar Molenberg. Een passerende meneer kijkt me vreemd aan terwijl ik langzaam weer terug kom in 2018 en net die hoge noten probeer te halen…. Ik glimlach hem toe en neem vervolgens de berg naar de “witte wijk.” Ze denken maar wat ze willen... de meneren en duik ik de zaterdagstraat in….weer een heuvel op en op de top….ligt het Consuminderhuis Molenberg…. een groeiend thuis voor velen toen dit mens er nog de scepter zwaaide…

 Annemiek.

VAN EEN FYSIOTHERAPEUT EN ZEN.

Tijdens het lezen van GENOEGmagazine aug. 2008 kwam ik het artikel “liever fluisteren” tegen Geschreven door Francois de Waal. Meestal bewaar ik de column van deze prachtige meneer voor het laatst. Zoals ik steeds het mooiste en lekkerste  bewaar voor een speciaal moment…

Het speelde jaren voor 2008 en was begonnen met een verwijskaart voor de fysiotherapeut. Joop Janssen zou een goede keus zijn en zeer bedreven in manuele (kraak) therapie. Telefonisch werd een afspraak gemaakt en tot mijn verbazing was Joop een zeer fijngebouwde kleine man. Hoe zou hij dit volume mens nu moeten kraken vroeg ik me af.

Hij zag de schrik in mijn ogen en gezamenlijk barsten we in lachen uit. Na wat heen en weer gepraat nam ik plaats op de behandeltafel. Bij het rekken en “kraken” gebruikte hij zijn hele lijf. Het voelde niet slecht aan moet ik zeggen. Het einde van de sessie vond steevast op de vloer plaats.

Meneer had natuurlijk eerst gevraagd of hij over me heen mocht lopen, wel vermoedende dat ik in was voor iets anders dan de regel. Op mijn buik liggend liep hij met blote voeten over mijn rug. Er kraakte heel wat. De man wist heel goed wat hij deed want ik voelde me herboren…

 Tijdens therapieën wordt steevast goede raad gegeven. Volgens Joop was ik geboren om aan krachtsport te doen. Kickboksen of gewichtheffen. Misschien ook wel Yoga en later Zen… Wat was Zen?

Joop vertelde over een ruimte in Schaesberg waar elke zondagmorgen Zen werd gegeven. Ik kon daar eens gaan kijken misschien? Er werd een telefoonnummer doorgegeven en gebeld voor een afspraak.

Of ik al eens aan yoga had gedaan? Nee dus. Meditatie? Ook niet! De meneer aan de telefoon adviseerde me eerst maar eens met yoga te starten… in het dorpscentrum liep een cursus… Nee hoor! Als ik Zen wilde doen deed ik Zen en daarmee uit... Oké, ik was welkom maar wel de regels in acht nemen.

 Zondagmorgen om acht uur fietste ik naar het adres. Iedereen lag nog op een oor. De regels waren schoon gewassen zonder make-up arriveren. Verder nuchter zijn geen parfum of deodorant. Geen nagellak of sieraden. Liefst in het zwart gekleed. Een oud huis/pak zou dienst moeten doen, liefst met capuchon. Later kon ik altijd nog een pij aanschaffen. De deelnemers droegen een monnikspij begreep ik.

 Het adres was gemakkelijk gevonden. Er slopen mensen in stilte naar binnen. Eigenlijk alleen maar mannen. Een meneer die me opwachtte bij de voordeur vertelde dat ik vooral moest zwijgen en mijn schoenen uitdoen. Proberen mijn hoofd leeg te maken en alle gedachten die bij me opkwamen  proberen af te voeren….Eenieder kleedde zich om in monnikspij met capuchon. Het hoofd diep in de kap zag je niet wie in welke pij zat. Naar binnen gericht in afzondering begreep ik.

 Oké….In lotushouding op een kussen plaatsnemen met het gezicht naar de muur. De meneer merkte nog op dat lotushouding wellicht voor mij wat moeilijk zou zijn gezien mijn overgewicht. Ach wat! Dat moest kunnen… Mijn flinke benen werden in de knup gelegd wat inderdaad niet eenvoudig bleek.

Ontspannen ging wel… alleen die gedachten afvoeren bleek een probleem. Had ik de soep wel afgezet? Enne hoe laat zou dat hier gedaan zijn… Oh ja. AFVOEREN! Mijn benen begonnen te krampen. Volhouden maar. Naar mijn gevoel UREN later klonk een belletje waarna er Aa klanken door de ruimte klonken. Een eentonig en gedragen mantra.

Mooi was dat. Na een tijdje stonden de mensen langzaam op. Toen was ik al zo misselijk geweest. Terwijl iedereen al stond zat ik daar maar te vechten tegen duizeligheid. De kamer draaide rond…opstaan was niet aan de orde. Toen was er niets meer…

Weer terug op aarde vond ik mezelf languit op de grond. De meneer die me toegesproken had bij het begin fluisterde dat ik maar stil moest blijven liggen. Dat was het minst storend. De “monniken” liepen heel langzaam in een kring rondom mij. Gebogen hoofd en handen gevouwen. Je hoorde werkelijk niets. Geen stap geen zucht… Alsof ik gestorven was en aanbeland in hogere sferen met een rij zwevende monniken om me heen. Heel onwerkelijk allemaal.

Iemand zette een pot kruidenthee…  Kommetjes werden rond gedeeld en af en toe gedronken. Daar knapte ik een beetje van op. Ik heb maar niets meer gezegd en ben vol schaamte naar huis gegaan… Een pot verse koffie en een croissantje. Er was nog veel te leren voor ik aan Zen toe was. Eerst maar eens met bodybuilding beginnen…dat is een verhaal op zich…

Fiets in berkentakken gewikkeld,
werkstuk van een bodybuilder.

Aanbeland bij het krachtpatsers centrum deed ik het vrouwenschema als voorronde waarna ik aan het mannenschema begon. Het werd op den duur bankdrukken op best hoog niveau. Misschien is dat de reden waarom ik nog steeds kracht in mijn armen heb waar menig man jaloers op is… Adca heeft de spieren in mijn handen grotendeels gesloopt maar de armen en schouders doen het nog prima…waar ik heel blij mee ben.

Nog lang heeft de brede leren riem onderin de kleerkast gelegen waar ik mijn rug mee ondersteunde bij het bankdrukken.

Toen mijn nek wat te gespierd werd en de huisarts verbijsterd vroeg waar ik mee bezig was, ben ik aan fitness gaan doen en geleide meditatie. Dat laatste doe ik nog steeds en fitness doe ik in de tuin en op de fiets… Zen is voor mij altijd een station te ver gebleven…Verder is mijn motto dat je alles gewoon moet proberen wat je interesse op dat moment heeft…

 Annemiek.

Fietstocht naar Eindhoven.


Of ik dat aankon? Dat zou wel blijken nietwaar. Gewoon beginnen met fietsen en kijken hoever ik komen zou.  De fiets op de trein terug naar huis kan altijd nog.


 Mijn fiets was indertijd een Giant met 24 versnellingen en een gel/zadel. Aan stuur en zadel extra vering en intussen had ik enige fietservaring lange afstanden.... het moest kunnen dacht ik zo. Na mijn eerste fietstocht wist ik wel wat ik allemaal wel en vooral niet mee moest nemen.

Beslist mee moest: warme trui, regenjas, toiletspul in de kleinste verpakking, en Linda’s wonder crème, die kan op gezicht als dag crème en op zonverbrande armen en nek, op schrale billen van randjes van slipjes en op mijn voeten. Uier crème voor het kruisgebied vooral niet vergeten. Elke ervaren wielrenner gebruikt het spul.

Een katoenen nachthemd waar ik mee rond kan lopen bij mijn overnacht adres, als ik naar het toilet moet. Mijn onder/fiets/broekjes en sportbeha’s, T-shirts en fietshemdjes en twee korte broeken.


Alles heeft opgerold zijn eigen plekje in de drie fietstassen, ook banden plakspul al zou ik niet weten hoe een band te plakken. Daar zou ik wel een handige meneer voor op moeten snorren.

De woensdagvriend heeft het voorgedaan maar ben ik alweer vergeten zoals meer waar mijn interesse niet in ligt. In het stuur fietstasje mijn flesjes met water, de telefoon inclusief oplader, portemonnee en een oude verwassen theedoek om mijn gezicht en nek mee te ,,dweilen’’ onderweg.

De fietshandschoentjes aan, nog even de kippen controleren en de poes, het briefje voor Joseetje in haar brievenbus, ze gaat de beestenboel verzorgen.
Op een zaterdag begin september 2005 gaat deze dame het avontuur tegemoet, het weer zit mee, niet te warm rond de 22 graden, morgen iets warmer hebben ze voorspeld.
Om acht uur fiets ik de straat uit, richting Brunssum volgens de woensdagvriend is het korter naar Urmond via Hoensbroek, Vaesrade Geleen.
In Urmond begint de eigenlijke maas/route, die ik wil gaan fietsen, veel stille weggetjes langs de rivier.

Het word een ramp als ik verdwaal rond Tull, mijn kaart lijkt chinees en ik besluit richting Sittard te fietsen, waar ik boven aan de windrakerberg uit kom, bekend terrein, maar kilometers om gefietst. Wat een energie verkwanseling.
Ik besluit via Munstergeleen, Einighausen naar Berg te fietsen langs het Fortuna stadion.
Ook dat is bekend terrein, en word ik wat rustiger, al weet ik niet of ik het halen zal met al die extra kilometers aan mijn inmiddels al poreuze billen.


In het hart van Berg besluit ik koffie te gaan drinken, geen café open, te vroeg.
Er zit een oudere meneer op een bankje en terwijl ik een boterham eet hebben we een gesprek, over de vrouwen van vroeger die geen fietstochten alleen hielden en achter het fornuis hoorden, hoe hij iedereen in het dorp kent.
,,Kijk daar gaat Mia die woont daar achter, in die seniorenwoning, ze gaat naar de kapper elke zaterdag, dat is vlakbij.’’

,,Heb ik geen man?’’,, Nee wel een kat en twee kippen’’ vertel ik met een grijns, ,, die breng ik naar het asiel als ik genoeg van ze heb!’’[grapje]
“Dat kan je met een man niet,’’ merkt hij op, hij kijkt bedenkelijk en schuift een beetje van me af, “wilde wijven tegenwoordig’’ hoor ik hem denken.”
Ik ga weer hoor, “goeie reis,’’ roept hij nog.

Aan de maas begint mijn eigenlijke fietstocht, de prachtige weggetjes door kleine dorpjes, soms is er een bord weg en raak ik de weg kwijt, maar niet echt want de maas is mijn leidraad.

Tegen half een in de middag ben ik via Nattenhoven en Grevenbicht in Roosteren beland en bij de Roosterhoeve besluit ik grote pauze te houden op het terras.
Het is nogal een chique gelegenheid maar de kelner heeft er geen moeite mee als ik in fietstenue op het terras ga zitten, hij vraagt waar de tocht naar toe gaat en is echt geïnteresseerd.

De verse koffie is heerlijk, met een schaaltje boterkoekjes en even later zit ik echt ontspannen aan mijn tweede kopje, de laatste spanning lost op en het vakantiegevoel komt. Als ik het niet haal pak ik toch de trein terug, ik heb ook een nette broek bij me, en de fiets kan op de trein. Ik zit er een tijdje, er komen wat netjes geklede gasten met cadeautjes, zeker een receptie, met sommigen heb ik een praatje, hoeveel kilometer ik erop heb zitten bijv. Dat willen ze allemaal weten.

Weer op de fiets richting Ohé en Laak, hier en daar een bankje, de route staat in Noord Limburg duidelijk aan gegeven.

Ik ontmoet een jong stel uit Friesland die hier op vakantie zijn, ze zitten te puffen in de hitte, ik vind het wel mee vallen.
Ze vertellen van regen en wind te houden en dat ik dat wel gek zal vinden.
Nee hoor, ik ken ook zo iemand…

Het vrouwtje vertelt dat ze een hond hebben en om die uit te laten in noodweer met de laarzen aan tegen de wind in geleund, volmaakt geluk brengt. Ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Ze verlangen naar het vakantiehuisje en stappen weer op, ook deze twee mensen heb ik uit moeten leggen waarom ik alleen fiets, en probeer het gevoel van vrijheid te beschrijven.


Gaan zitten waar ik wil en met niemand rekening hoeven te houden, geen prietpraat aan horen en vol kunnen genieten zonder dat iemand me afleidt.
Ik vertel al heel lang alleen te wonen en dan ben je gewend alleen te zijn, en dat het een bewuste keuze is die me uitermate bevalt, alleen fietsen hoort daar ook bij.
Het is de gelukkigste tijd van mijn leven vertel ik.

Nu begrijpen ze het opeens, ieder zijn eigen sprookje, jullie met zijn tweetjes, gezellig.
Voor mij hoeft dat niet meer, het werkt verstikkend omdat ik nooit de juiste vond… Die moet nog geboren worden…

Als ,,eenzame’’ fietser heb ik vaak aanspraak merk ik, en ga er op in als de persoon interessant lijkt en als ik in ben voor een praatje.


Richting Roermond waar de route een lus maakt rond de Maasplassen, daar voel ik niets voor en besluit door te gaan richting Buggenum.
Maar welke kant is dat?

Het staat nergens aan gegeven, er is een wegomlegging en inmiddels weet ik van mezelf dat ik in deze stemming gigantisch mis kan rijden.
Ik neem een pauze en vraag aan wat mensen of ze bekend zijn.
Een jong stel op de fiets moet toch die kant uit en ik fiets achter hen aan een stukje van Horn door en wijzen ze me de weg tussen de weilanden.
Herkenningspunt is een megadisco midden in het veld.


Inmiddels is het bloedheet en de disco word gepoetst en is gesloten.

Ik mag toch op het terras zitten en kan zelfs een bitter lemon bestellen en mijn flesjes worden met koud vers water gevuld, heel hartelijke mensen.

De eigenaar vertelt hoe ik in Buggenum kom, maar iets verder word de weg opgebroken, misschien kan ik er met de fiets toch door.

Even later klim ik met fiets en al over een dikke rioolbuis en kom aan de maas uit. Vlakbij ligt de Centrale van Buggenum, hoera, goed op schema, mijn zelfvertrouwen stijgt.

 

Als ik even later op een bankje balans op maak, vind ik het jammer dat ik in het vestingstadje Stevensweert niet langer gebleven ben, maar er zullen nog vele fietstochten volgen hoor, en weet ik al weer wat meer.

Vooral in Linne had ik wat langer willen blijven bij de sluis, ook later nog eens.
Ik weet nu zeker dat ik op tijd bij mijn overnacht adres van ,,vrienden op de fiets” ben en dat ik dat wel vol hou, morgen zie ik dan verder.

Om vijf uur in de middag ben ik in Buggenum en tijd om aan iets te eten te gaan denken.

Even later kom ik langs een boerderij met kruiwagens vol bloemen en is er een cafeetje annex frituur met een terras, pauze.

Café frituur ,,oppe berg’, de koffie in een beker maar wel lekker en die frituur midden in het café was erg uitnodigend, een frietje met sla en een visstick, vette hap dus en niet mijn stijl, maar ik had er zin in. De serveerster is heel vriendelijk en onder een zonnescherm in een zachte stoel met kussentje voel ik me zalig, voldaan moe en schrijf wat notities op, kijk wat mensjes.

Het word druk in de frituur en ik besluit verder te gaan, langs weilanden smalle weggetjes kom ik bij een eenzaam huis en ben het spoor bijster.

Er staat een meneer te klussen en ik vraag of hij me op de goede weg kan zetten.

We lachen wat, nadat hij heeft gezegd niet van de jehovagetuigen te zijn. Even een praatje want meneer wil ook weten waar die “eenzame” fietser naar toe gaat, die nooit eenzaam is.

Weer verder richting Kesseleind suf ik wat achter een bejaard stel aan langs de napoleonbaan, op die leeftijd kan je ook nog fietsen bedenk ik, ik schat ze ver in de tachtig.
Opeens is er een bord waarop Kesseleind aangegeven staat en doodmoe loop ik een eindje, even rustig aan… de beenspieren strekken.

Het ouder stel heeft me opgemerkt en stopt om te vragen of ik de weg kwijt ben, och eigenlijk niet, maar weten ze toevallig de Peelweg?
“Moet u bij Mia V zijn,’’ vraagt de vrouw, terwijl ze naar mijn zwaar beladen fiets kijkt.


Ja dus, het dorp is klein en de sociale controle goed blijkbaar. Het echtpaar wijst me de weg, een klein weggetje langs een boerenerf, ik ben zo moe dat ik de kluts kwijt raak en nog eens moet vragen aan twee dames die pools spreken en een man halen die precies weet waar Mia V. woont.

Een “Hans en Grietje’’ huis in een verwilderde tuin met een prachtig beschilderd bord B&B in de voortuin vind ik op Peelweg no. 3.

Een hartelijke meneer die aan het snoeien is beantwoord mijn vraag of ik hier wel goed zal zijn?

Later hoor ik dat de meneer Gerard heet, met de klemtoon op de a dus op zijn Frans uitgesproken en dat hij heel veel klust voor Mia en niet alleen de heg snoeit.
De fiets achterom op het hofje, een hartelijke gastvrouw die mijn kamer wijst en verteld dat de mede gasten onder de douche staan om daarna te gaan eten in het dorp.
De kamer is met veel kleine raampjes en schuine balken, groot met een goed bed en een zitje, zelfs een wasbak op mijn kamer.

Wat een luxe, mijn bagage naar boven en even later zit ik op het hofje en drink wat fris.
Mia is achter op haar schema, ze moeten naar een verjaardag en ze moet nog koken.
Samen zitten we buiten, ze schilt dikke schillen van een hoop aardappelen en snijdt een spitskooltje.

“Stamppot,’’ zegt ze, en rent naar binnen om alles op het vuur te zetten.
De was bolt in de wind, droog dus en ik pak hem af en vouw de lakens,
De douche is vrij en het is een zaligheid het warme water over mijn bezweet lijf te laten stromen. De badkamer en een toilet op de eerste verdieping is alleen voor de gasten, wat een luxe.

Een rotan rek vol zachte handdoeken past bij het oude huis, met de oude raamklinkjes met gaatjes en de balken, de deuren in oude stijl.

Ik voel me zeer thuis, het uitzicht op de verwilderde tuin, de haan die gewoon de hele dag door kraait heet Foppe de Haan hoor ik later.

Even op bed met mijn oud katoentje wat weldadig aanvoelt, Linda’s wonder crème op de billetjes en mijn verbrand gezicht, benen en armen dommel ik wat weg.

Heerlijke geuren komen uit de keuken en Mia vind zelfs even tijd voor een praatje, als ik mijn fietskaart bestudeer.

De route naar Eindhoven door de peel, langs een knooppuntenroute raad ze aan.
Langs het kanaal, ik schrijf wat nummers van fietsroutes op en we spreken af hoe laat we ontbijten en ze geeft een telefoonnummer door waar ze vanavond zal zijn.

Sleutels worden klaar gelegd en mee gegeven aan de medegasten, een echtpaar met twee pubers uit het noorden des lands.
Mia en Gerard vertrekken, en word het stil in huis, op de hond na die een wolf probeert na te doen, het is een kluchtig gezicht hoe hij zijn kopje omhoog heft en jankt.
Hij wil mee en dat kan niet, op een stoel staat hij en kijkt door het raam naar het pad waarlangs Mia en Gerard zijn verdwenen. Het arme beestje wordt getroost en wijkt niet meer van mijn zijde…

Annemiek

Einde van de eerste fietstocht dag naar Eindhoven.

 Beland bij mijn logeeradres van “Vrienden op de fiets” heb ik 98 km erop zitten. Moe, verdwijn ik rond 21.00 uur naar boven en lees een boek in bed, te weinig licht, geen bedlampje.
Ik slaap al vlug en word wakker als de andere gasten thuis komen en later weer als Mia en Gerard thuis komen. Zullen ze nog gaan sjoelen?

Dat doen ze vaak nog tot twee uur in de nacht en kunnen dan s ’morgens moeilijk op heeft ze vertelt...
Geen vroege ontbijtjes hoor, half negen is vroeg genoeg volgens Mia.
Spierpijn doet me nog een paar keer wakker worden en om zeven uur sta ik op en was heel zachtjes mijn haar in de wasbak. Ik verzorg mijn beurs aanvoelend lijf en doe wat rek en strek oefeningen, en oh wat ben ik trots op de prestatie van gisteren.

Om acht uur naar beneden met de lakens en de gebruikte handdoeken

Mia in nachtjapon zegt dat ze er aan komt, rustig hoor, tijd genoeg, nog genoeg te doen.
De fiets buiten en de tassen ingepakt, ik reken vast af 16.50 euro, inclusief toeristenbelasting.

De tafel word gedekt, alles in overvloed zoals mijn ontbijtjes thuis, want ook ik ben gastvrouw van “vrienden op de fiets.” Bij mij worden de mikken niet van ver op tafel gepleurd en de kaas hompen in plastic zakken.

Het oog wil ook wat…
Bij mij gaat het spul in mandjes en op schaaltjes van mijn boerenbont servies met een kaarsje en bijpassende servetjes, een crème kleurig  linnen tafellaken en eigen gebakken brood. Bij Mia ligt een zeil op tafel en alles is goed.

Ze heeft ook zelfgemaakte jam maar die zit in potten waar het etiket nog op zit van wat er eens in zat. Het past allemaal wel bij haar.
Ik heb mijn eigen gebakken brood bij me en beleg dat met kaas en een tomaat, de helft eet ik op en de helft gaat mee voor onderweg.
Net als ik wil vertrekken belt Petra mijn zus en wil weten of ik nog onderweg ben….

Ja, hoor de resterende afstand is minder ver dan de tocht die ik gisteren maakte volgens mij, Ik hoop in de namiddag in Eindhoven aan te komen. De sleutel ligt onder de mat, vertelt Petra nog want ze moeten nog naar een verjaardag. Ik vertrek bij Mia en ga richting kanaal zoals Mia aangaf.

 Helaas heeft iemand het kanaal gestolen, ik vind het niet... Wel is er een smal onverhard weggetje langs een beekje, ik volg het een tijdje en kom langs een bord van knooppuntenroute en tot mijn verbazing kloppen de nummers met mijn notities.

Mijn beleving van een kanaal. 
Het Julianakanaal in Elsloo.

Het kwartje valt, het beekje is “het kanaal’’ waar Mia over sprak en had ik zoiets als het Julianakanaal in Limburg in gedachten.

Geen mens te zien op deze prachtige zondagmorgen, de stille peel... de vogels, het water, de zon gezeefd door de bomen geeft me een volmaakt geluksgevoel.
Ik bedenk hoe het hier vroeger geweest moet zijn, de harde arbeid van het peelvolk.
Oud voor hun tijd van het veen afgraven, vervolgend de turf uitgraven, zwaar van het vocht. De blokken in stapels te drogen zetten waar de wind doorheen kon. De armoe, veel kinderen, vele monden te vullen, ziekte, altijd gebogen naar de donkere vochtige aarde.

Door dat uitgraven zijn de vele plassen en kanalen ontstaan. Zou de schoonheid ooit opgemerkt zijn van een zondagmorgen in september? Zeker wel!
Een enkele keer kruist een fietser mijn pad, de mensen zijn erg vriendelijk en ik deel mijn boterham met een vlotte meneer die me verteld dat ik al lang Meyel gepasseerd ben, alleen wist ik het niet.

Zo door de peel, ver van de bewoonde wereld omzeil ik de dorpjes. Hier en daar een boerderij in de verte, het word heel stil in mij, een helende rust, dankbaarheid dat ik dit allemaal nog kan, de rust en de stilte omarmen me, daar ergens middenin de Peel…

Ik passeer een bordje met de tekst “pruimen te koop,’’ een boerderij en rijen fruitbomen, een erf en een zelfbedieningsplekje.

Er liggen appels en peren in plastic zakken te zweten in de zon met een bordje erbij, 3 euro de zak waar zes stuk in zitten. De boer kent zijn prijs, “de pruimen zijn op,” vertelt een slome jonge meneer in een tuinstoel.

Julianakanaal in Elsloo.

Ik loop terug… pak het bordje met de tekst “pruimen te koop” en geef het aan de slome.
Hij kijkt me verbijsterd aan, ik hoef geen appels en peren van drie euro, wat een afzetters.

Dan komt iets van het ondeugend kind in mij naar boven en ik jat een peer uit een kist die me wonderbaarlijk goed smaakt onderweg.

Verder maar en vraag ik onderweg aan een passant waar ik ongeveer ben, heibloem en Neerkant passeer ik vanuit de verte. Teveel liefde voor de stilte voorkomt dat ik de plaatsjes op ga zoeken. Opeens verlang ik naar verse koffie, daarvoor zal ik toch de bewoonde wereld moeten opzoeken…

Annemiek.

Dag twee fietstocht naar Eindhoven… De peel. Ik fietste vier uren dwars door de peel, stak ter hoogte van Neerkant de Noordervaart over en fietste daar een poosje langs. Het was goed pauzeren aan het eind van een fietspad bij een bruggetje over een moerassig gedeelte.

Ik passeer prachtige huisjes en gesloten cafeetjes, peel/moeheid overvalt me nu.
Eindelijk de bewoonde wereld, wat mooie landhuizen en een tafeltje met potten honing te koop.
Er staat een blikje bij met bijen erop, het geld moet in dat blikje, met dank van de imker staat erbij.
Ik koop een pot honing voor Johan de woensdagvriend, leg teveel geld in het blikje omdat die gestolen peer op mijn maag drukte.
Asten en villa Kakelbont!
Een eetcafé met terras, wat een zaligheid, grote pauze hollekiedee…

Zalige koffie…boeiende mensen, broodje gezond, mijn fietskaart en schrijfspul op tafel ben ik een bezienswaardigheid merk ik en wordt direct aangesproken als ik opkijk.

Vele vragen, “ben ik helemaal uit Limburg gefietst, en waar sliep ik, en wat als er een band lek raakt midden in de peel?”
Ik vertel dat ik geen banden kan plakken en dat ik een telefoon bij me heb, maar ik zou niet weten wie ik zou kunnen bellen voor hulp. Het beltegoed is trouwens onverwacht op, vergeten een belkaart te kopen in de bewoonde wereld.
Nee! Ik ben niet bang in het bos, nooit geweest, wel in drukte en groepen mensen.

Fietsers en wandelaars zijn meestal goede mensen leerde mijn ervaring.
Ik besluit bij Gerrit en Resie S. langs te gaan, ze wonen in Asten weet ik en waren een tijdje geleden mijn gasten tijdens de Heuvelland fietsvierdaagse.

Wat zullen ze opkijken, maar of ze thuis zijn? Wie is er nu thuis op deze prachtige zondag... Recie en Gerrit …en als ik voor hun deur sta en het huis eens bekijk zie ik de mij bekende zwarte auto. Ik neem de fiets mee, het pad op naar de voordeur en bel aan.

Gerrit doet de deur open en hij is sprakeloos.
Recie hoort mijn stem en komt uit de keuken. “ Waar kom de gij nou vandaan?” “Van Landgraaf gefietst!” Prachtig die verbaasde gezichten.
Ik word warm onthaald en we kletsen bij, o.a. over de ervaringen van hun laatste fietst vierdaagse. Zo gezellig als bij mij was het nergens, ja dat had ik al begrepen uit de kaart die Recie stuurde.

Wat doet het goed ze te zien, ze zijn me zo eigen.
We zitten op ons gemakje in de tuin, maar ik moet verder, anders verlies ik de moed en kom nooit in Eindhoven.

Nu komt ongetwijfeld het zwaarste deel van de tocht, omdat de pijn zwaar word, van mijn versleten nek en onderrug, ik fiets op paracetamol.
Recie geeft me vers koud water mee, en Gerrit pakt een stuk eigengebakken peperkoek in, die ik even later vergeet, als ik de straat uit rijd.
Ze hebben een route voor me uitgestippeld, de kortste weg naar Eindhoven
Einde straat rechts, bij kruising links…

Op de kruising staat een gigantische rommelmarkt, ik besluit daar omheen te gaan in de hoop dat ik de klokken van de heerbaan vind waar ik een afslag rechts  in moet.

Geen klokken, die nam iemand mee, verkocht op de rommelmarkt?
Wel de heerbaan gevonden, en langs het voetbalveld gekomen, waarna een zwarte auto me inhaalt.

Gerrit met de peperkoek, wat een schat, hij had opeens aan die rommelmarkt gedacht en vroeg zich af… en die vergeten peperkoek.
Ik zat op de goede weg vertelde hij, zo meteen het betonnen fietspad op, dat deed ik dus nadat Gerrit huiswaarts ging.

Er stonden prachtige vetplanten in potten langs dat fietspad, en was er opeens een omheining. Ik fietste rond in een tuincentrum, gauw weg voor iemand de politie belde.

Volgende betonnen fietspad, onder viaduct langs Raaymakers beton, over kanaal richting Heeze volgens het briefje.

Geen kanaal gezien, ook geen beekje en werd ik een beetje wanhopig. Verdwalen kunnen mijn billen in dit stadium  niet meer hebben. Uiteindelijk zit ik op de provinciale weg naar Heeze, stug in de pedalen, verstand op nul en pompen. Kom Annemiek stel je niet aan... gewoon kilometers wegpompen door de pijn heen.

Ergens voor Heeze zit een groep wandelaars bij een provisorische rustplaats van een uitgezette wandeltocht.
Alleen voor de club? Nee hoor ik mocht ook even zitten in een tuinstoel en een koud blikje fris kopen.
Door maar weer, richting Geldrop waar ik bij een tankstation een telefoonkaart kocht en mijn zus belde, met het bericht waar ik was, ging een gejuich op, dat geeft de burger moed…

Annemiek.

Fietstocht naar Eindhoven dag twee…Aankomst.

In Geldrop zochten mijn ogen terrasjes met kussentjes in stoelen, niet dus.

Toch weer even pauze en koffie, dan maar op een harde stoel. Een stukje lopen…op mijn wenkbrauwen kwam ik aan de rand van Eindhoven. Een wielrenner vertelde dat de weg naar de Belgische buurt, dwars door de stad nog acht kilometer was.  “Sterkte, veel sterkte.’’ wenste hij me, terwijl hij me meewarig bekeek. Ik moet er wel erg afgepeigerd hebben uit gezien in ieder geval geblakerd.

Bij het volgende stoplicht dat op rood stond, haalde ik hem in en kon niet nalaten op te merken dat een renfiets ook niet alles is.
Langs de Daf de borden richting centrum volgend kwam ik bij het station en kende de weg weer, richting Woensels winkelcentrum.

Daar heb ik lang in een bushalte gezeten op een bankje waar twee schroeven uit staken volgens mij. Dus niet, dat waren mijn billen die ten einde raad waren, ik fietste, ik liep, ik kroop richting Leuvenlaan. Bij de cafetaria op de hoek een ijsje waarmee ik de straat van Petra en Peer inliep.

Halverwege zette ik nog een sprint vol bravoure en viel min of meer elegant met fiets en al de voordeur door, na onder de mat de sleutel opgeraapt te hebben.
De fiets op de standaard in de gang en de trap op, kleren uit op de overloop en in heerlijk warm badwater…
Hoe zalig kan een ligbad zijn, mijn lijf in Linda’s wonder crème gezet en mijn oud katoenen nachthemdje aan.

Later ben ik nog op de bank in slaap gevallen, heb een boterham met peperkaas gegeten en heb koffie gezet met paracetamol. Toen Petra en Peer thuis kwamen had ik mezelf weer wat opgekrikt en onderdrukte de pijnstiller de ergste pijn.

 Hoe trots waren ze op me, weer een overwinning op mezelf, grenzen verlegd, afzien en oeverloos genoten.

Bij Petra en Peer ben ik blijven slapen en vroeg weer op, want ik wilde wel naar huis.
Met de fiets op de trein, dat moest ik ook nog leren, maar eerst naar het station fietsen.

Het laatste stuk hield het fietspad op en zag ik in de verte het station liggen achter een autobaan, hoe kwam ik daar nu, er was beslist een tunnel of zo die ik over het hoofd had gezien.

 Het zal wel, met mijn fiets onder de arm ben ik vangrail over geklommen die autoweg over gewandeld, en heb de trein gepakt. Wat nerveus van alle tegenslag was ik ook nog de verkeerde coupe in geschoten. Er stond al een fiets en een student waar ik zo ongeveer opklapte. Toen ik erbij gepropt was gingen de deuren dicht en stonden we als haringen in een ton. Als iemand naar de WC moest was het over twee fietsen heen kruipen.

In Weert moesten enkele mensen eruit, maar eerst dit mens met haar fiets, om ruimte te maken.
Vlug maar zoeken naar een ander deel van de trein, waar meer ruimte zou zijn, dat heb ik dus niet gehaald…

De trein vertrok, en stonden mijn fiets en ik even later op een verlaten perron.
Van alle stress heb ik twee gevulde koeken gegeten en een megabeker koffie gedronken…
De volgende trein zou een uur later komen en had prompt een half uur vertraging.

Bij de N.S. roepen ze dat tegenwoordig heel leuk om.
Het woord vertraging hoor je niet meer, een jolige juf roept heel blij om, dat de trein van elf uur om half twaalf het station gaat binnen lopen.
Fiets erin en in Heerlen eruit… door de vertraging de aansluiting naar Landgraaf gemist,


In de middaghitte de berg op gefietst van Heerlen naar huis, waar de kipjes geen drup water hadden, er was een ongelukje met de waterbak geweest wat Joseetje niet had opgemerkt…

 Arme arme beestjes, ik zag en hoorde het aan hun gekrakeel, snel water en graantjes geregeld en Charlotje even aan gehaald en bemoedigend toe gesproken. Zij was nog meer van streek dan Madelon. Ik kon wel janken, arme beesten, met die hitte, hoelang al zonder water?

Naar bed en het rolluik lekker dicht, tot het avond werd. Met de kipjes is het wel goed gekomen en ook met de zadelpijn.

Pommetje de poes was helemaal in haar sas ook al liep “het vrouwtje” wat stijf.



De spierpijn is toch wat langer gebleven.
Het was het waard, zeker weten.

Mijn grenzen opgezocht, en verlegd, genoten en geleerd… Op de fiets naar Eindhoven langs een meanderende rivier is echt wel 200 kilometer. Die werden in twee dagen afgelegd…
Voor herhaling vatbaar, maar anders en ik weet al hoe.
Het wachten is op een mooie zomerdag!

Annemiek

Fietstocht door Zeeland

Vrijdag 12 Mei 2006.

De Zeeland brug voorbij juicht het in mij daar aan de rand van de Oosterschelde. 13.45 uur en neem ik een wel verdiende pauze met een boterham en een flesje water. Ik voel me krachtig en sterk. Mijn ‘stalen ros ’staat tegen een bank geleund. Hij is zwaar beladen met drie fiets tassen vol met alles wat ik een week lang nodig denk te hebben.
Om acht uur vanmorgen is deze fiets vakantie begonnen. Slecht geslapen en te vroeg op. Onzekerheid of ik dit wel moet doen hield me uit mijn slaap. Te vroeg op het station. Vele drempels te overwinnen. Om te beginnen vragen om hulp. Mijn zwaar beladen fiets krijg ik nooit alleen in en uit de trein. Drie keer over stappen voor ik in Goes ben. Eigenlijk ben ik nu al moe! Lafbek!!

Even later ontmoet ik een consumeer meisje op het perron. Ze houd wel van een babbel. Ze heeft een nieuwe ‘Yes,’ twee worstenbroodjes een flesje frisdrank gekocht. Ze is in het bezit van een mobieltje waar je het nieuws op kan horen plus het weerbericht. Ze hebben stapelwolken voorspeld, vertelt ze. En ze woont samen met een jongen die fietsen verkoopt. Die van mij kost wel 850 euro vertelt ze ongevraagd. Ik vraag of ze me helpen wil met mijn fiets.

Dat vat ze op als een uitnodiging om bij me te blijven en het “gesprek” kabbelt voort langs de rails van Heerlen via Sittard naar Roermond.
Daar moet ze over stappen een weldadige stilte achter latend.

In Eindhoven is er een meneer die mijn vraag naar een helpende hand in daden omzet. Op het zelfde perron over stappen op de trein naar… Breda.
In Breda wacht me een echte fiets vriendelijke trein, richting Roosendaal. Plaats genoeg in een coupe waar heerlijke stoelen staan. Luxe hoor! Er zit een mooie studente te stralen.

Blond engelenhaar en haar bikinietje al aan onder een minuscuul truitje. Ze gaat een dagje naar het strand zegt ze. We verdiepen ons in de rol van de vrouw in haar en mijn generatie. Nogal verschillend en we hebben een boeiend gesprek...
Voor haar heel normaal een dag alleen naar het strand. Voor mijn generatie vreemd een week alleen met de fiets op vakantie. Ze wil me graag helpen als onze trein door omstandigheden op het verkeerde perron stopt.

Ik moet de trap af en weer op naar een ander perron, geen lift aanwezig. Ik heb twee minuten met de fiets. “Kies voor jezelf,” vertel ik haar. “Haal jij je trein nu maar, ik red het niet in twee minuut.”

Nee hoor. Ze sleurt samen met mij de fiets de trap af en weer op. De blonde engel kon wel iets van mij hebben… Ze rent naar “onze” trein en roept: “Fietsen!” De conducteur heeft zijn fluitje al aan de mond maar wacht even. YES! Met veel gelach tuimelen we met fiets en al het voor portaaltje binnen. Midden tussen de studenten in een overvolle trein. “Bedankt hoor, je bent een engel,” roep ik haar nog na. Ze verdwijnt met een lach en dansende krullen in de volgende coupe…

Naast mij op een klapstoeltje zit een jonge man met een slecht dekkende deo. Ach…De ziel.

‘Gaat u naar Goes meneer?’ Ja dus! Mag ik u daar aanbeland een handje hulp vragen? Verlegen zegt de meneer ‘ja!’ Om 11.45 uur sta ik in Goes voor het station. Hoera!!

Eerst maar koffie op een terras waar ik de woensdagvriend bel en vertel waar ik ben en dat het gelukt is. Hij geniet van verre mee....
Even later fiets ik de bus achterna waar Zierikzee op staat. Nog even op mijn kaart kijken. Dat ziet er interessant uit. Ik word er niet echt wijzer van en volg de bus die af en toe weer in zicht komt na een stopplaats. Wat een avontuur. Ik ruik de zoute lucht naar mate de Zeeland brug nadert. Krijsende meeuwen en de altijd aanwezige wind.

Het vlakke land. Zee….land….Zeeland.

Even een pittig sprintje de brug op. Het zingt en juicht in mij en pompend ga ik het gevecht met de wind aan. Zeilboten links en vrachtwagens rechts. De toren van Zierikzee word groter en groter. Het restaurant aan de wal word zichtbaar. Ik weet dat een plasje doen daar, een euro kost. De afzetters! Ik hoef nog niet…maar neem wel een verdiende pauze op een bank tegenover het dure restaurant. Zwaar hangt de geur van fluitenkruid over het eiland. Ik deel mijn brood met een verrukkelijk moeder schaap. Overal lammetjes met eigenwijze kopjes...  puur geluk. De zon schijnt warm. Het rode hes met capuchon gaat uit.

 Dat klem ik ergens tussen het zadel en een tas. De wind blaast onder mijn bloesje op mijn blote huid en ik zet mijn pet op. Die kreeg ik van de woensdagvriend die een overnachting sponsorde. Mijn zus de tweede. De andere drie betaalde ik zelf.

Van Goes naar Renesse blijkt 42 kilometer te zijn, een makkie… In de sta caravan beland gooi ik alle ramen en deuren open. De fietstassen worden geleegd.

Alles krijgt een plekje in de kast. Het bed word op gemaakt en ik bezoek wat kennissen aan de overkant van het pad. Eerst maar boodschappen doen in het dorp.
Weer stap ik op mijn fiets en koop brood, groenten en fruit. Een gebakken vismoot bij de visboer. Leve Zeeland.

Terug ‘thuis,” in de stacaravan ga ik lekker in bad. Een caravan met een bad een afwasmachine en een D.V.D. en CD speler. Alleen het bad is aan mij besteed en het zalige bed. Er is een zitkamer, eetkamer en keukentje. Twee slaapkamers plus een schuurtje. Een terras met een grote parasol of hoe heet zo een vierkant ding.

Tuinstoelen ook nog. Ligkussens enz….Ik maak nog een strandwandeling en doodmoe opeens zet ik mijn geblakerd lijf in de crème…..het was 25 graden vandaag. Het bed in en…Welterusten!

Annemiek.

Fiets vakantie Zeeland dag twee.


Wakker worden van de kou, zo dichtbij het open raam. Krijsende meeuwen en de geur van zoute lucht.
Een kop koffie is zo gemaakt en kruip ik nog even in mijn warm holletje. Heerlijke vakantie. Vandaag ga ik langs de Oosterschelde toeren…

Om half acht uur zit ik op de fiets met een boterham voor onderweg, flesjes water en wat fruit. De camping is nog in diepe rust, het is nog fris, mijn fleece vest moet aan.
Dwars door het dorp kom ik uit op de hoge zoom. Richting Burgh Haamstede door een laantje omzoomd met fluitenkruid en knotwilgen, langs stulpje de ‘blommentuun.’
Blindelings vind ik de weg naar Burghsluis. In de verte ligt het bekende huisje langs een slingerende wegje in een bed van fluitenkruid als in een wolk van Brussels kant.

Blijheid golft door me heen. Dit alles weerzien, na die lange winter! Verder weer want ik heb een afspraakje met de Oosterschelde. Daar loopt een fietspad langs het water. Geen auto die er komen kan.
Eerst langs de stompe toren in Koudekerke. Even verder verdwijn ik in het natuur reservaat.
Er zijn wat banken bij gezet zie ik. Zal ik even pauzeren? Nee! Ik wil eerst alle mooie plekjes in vogelvlucht zien! Later in etappes veel langer…
Bij Schelphoek pauzeren, even verder begint project de ‘Tureluur!’ Landbouw grond dat terug werd gegeven aan de natuur. Broedplaatsen voor eenden kieviten meeuwen en de tureluur….

Mijn vest gaat uit en in de beschutting van het dijkje bespied ik met mijn verrekijker de broedplaatsen. Stilte alom nog steeds geen mens te zien.
Rond elf uur kom ik aan in Heerenkeet. Een hotelletje restaurant aan de waterkant. De waardin heeft een metamorfose ondergaan zie ik. Ze is veel afgevallen en lichtere streepjes kleur in het haar. De tweeling is “op reep,” zegt ze. Mee met opa, aas steken op het strand.
Ik mis de oude kater waar ik zo gek mee was. Die is overleden afgelopen november. De waardin verteld vol emotie hoe dat zo is gegaan. En ik vertel van mijn goeie Pommetje die 14 December is overleden.
Mijn stem begeeft het en ik zwijg maar even. De honden komen een koekje schooien en krielkipjes lopen op het terras… zoals weleer.

In de verte schemert de toren van Zierikzee. Dag dag! Tot de volgende keer.
Weer op de fiets, rechts van mij de Oosterschelde, links de dijk waarlangs schapen met lammetjes soezen in de zon.
Geweldig dat ik mijn eigen fiets mee heb. Daar houd ik het langer op uit dan een onbekende huurfiets.

In het zicht van Zierikzee. Twintig kilometer op de teller.

Ik zit lang op een bankje in de zon in herinneringen verzonken. In de luwte van een dijkje eet ik mijn boterham. Ik blijf er een tijd en volg urenlang de vogels met mijn verrekijkertje. Alleen natuur geluiden in de stilte.


Verder weer en aan de havenzijde kom ik Zierikzee binnen, wandel wat rond en koop een halfje brood in een klein bakkerijtje. Het is druk in de oude stad. Te veel toeristen in oppervlakkige jool. Drammuziek uit een kroeg. Terug naar de haven vind ik een winkeltje voor scheepsbenodigdheden  en koop een weervoorspeller die op oude zeilschepen werd gebruikt.

Als het water in het fijne tuitje stijgt is storm in aantocht. Het water heb ik (thuis in Landgraaf) met een druppel kleurstof gekleurd en ja het werkt…


Weer onderweg op de fiets rijd ik richting foei lelijk gemeente huis. Daar vind ik het fietspad richting Renesse.

Halverwege verdwijn ik weer het natuur reservaat in…

Ik besluit nog naar Burgh te gaan, dat moet kunnen.
Later op de dag geniet ik nog van de laatste zonnestralen op mijn terras. 48.5 op mijn kilometer teller. Bij Sonnemans werd zoethout, een stroop soldaatje en een wijnbal gekocht. Nostalgie… voor het kind in mij. Deze prachtige dag besluit ik met een boek, een glaasje wijn en de stilte waar ik nooit genoeg van krijg…

Annemiek.

Fietsvakantie Zeeland dag drie.


Acht uur in de morgen hangt mijn dagelijkse handwasje aan de lijn. De was doe ik in het badwater, tijdens het badderen. Daar is niets mis mee. Even spoelen en op een lijntje onder het afdak. Donkere wolken aan de lucht. Er komt vandaag beslist regen. Mijn dichte schoenen aan en de fleece trui, een regenjas mee. Het is fris, zo vroeg in de morgen.

Deze vrouw gaat vandaag in gevecht met de wind, fietsen langs de Noordzee. Via Brouwershaven naar Zonnemaire. Vandaar door naar Dreischor. Als het weer het toe laat. Er staat een flinke wind aan zee. Mijn flesjes water een boterham en de bekende appel in de fiets tas.

Om negen uur vijftien ben ik in het centrum van Brouwershaven. 9.5 kilometer op de teller.
Sjee Bee haar restaurantje is nog gesloten. Ik drink er graag een kop koffie. De eigenares is een leuk mens en we praten elk jaar weer bij. Dat was de bedoeling, maar haar terrasje is leeg en geen mens te zien…


Alle kroegen en koffie huizen zijn gesloten, alleen de gereformeerde kerk is open. Een gestage stroom overwegend in zwart geklede mensen verdwijnt achter de hoge deuren.
Aan de voeten van Jacob Cats [standbeeld] zit ik even op een bank.
Bij de vvv gaan de deuren open. Toerisme mag tijdens de zondag rust. Verder maar naar Zonnemaire…

11.00 uur… en ben ik in Dreischor aangeland waar ik naar het landbouw museum Goemanszorg wil gaan. Daar was ik al eens vlak voor sluitingstijd, en wil meer tijd doorbrengen voor zoiets moois als Zeelands verleden. Helaas is het museum om 12 uur pas open. Ik wandel wat door het prachtig dorpje. Er staat een meneer bij de kerk waar ik een praatje mee maak. Er is nergens een kop koffie te krijgen vertelt hij. Alleen bij hem thuis.


Er staat een bank voor zijn huis. Daar mag ik wel even zitten zegt hij terwijl hij binnen wat rommelt. Opeens verschijnt hij met een kop koffie en ik ben blij verrast…
Hij vertelt over het uitgestorven dorp op zondagochtend en we belanden in een boeiend gesprek over calvinisme de katholieke kerk het jodendom en de islam maar ook hoe graag hij in limburg vakantie viert. Mijn accent is hem zeer bekend.
Als hij weer in Limburg komt staat bij mij de koffie klaar, geef ik aan.

 Hij maakt nog een foto van me voor zijn huis op de bank en ik bekijk de kerk nog even. Drie ganzen bewaken de ingang. Wat een gesnater. Prachtig zijn ze.

 

In het hart van het dorp heerst nog steeds zondagse vredigheid. Tegenover het museum maar afwachten op een bank tussen het groen. Mijn trui kan uit en ik ben twaalf achttien, dertig en vijftig tegelijk in die heerlijke landelijke sfeer.

Twaalf uur tien, gaan de poorten open van het erf van Goemanszorg. Eerst maar koffie op het terras met aardbeiengebak met slagroom. De serveerster woonde een tijd in Limburg vertelt ze me. Ze werkte in de Winselerhof. Haar man was er op dat moment eigenaar. Te hoog gegrepen bleek weldra. Bij de kassa zit een behulpzame vrouw die over het ontstaan van het museum vertelt. De volgende uren dwaal ik door Zeelands verleden.

Ik verbouw vlas en meekrap. Er is een film over hoe dat zo ging in vervlogen tijden.

Veel oud gereedschap te bekijken. Het ging door vele handen, dat is duidelijk zichtbaar. Wat zou ik graag in die tijd hebben geleefd. De wasketel en het wasbord, de karnton en de melkemmers. Kar en paard. De ploeg waar paarden voor gespannen werden. Als ik buiten kom duurt het even om terug te keren naar de zondag in mei 2006.

De kruidentuin/moestuin is zeer de moeite waard, pure nostalgie met klimbonensteunen van lange takken en klein snoeihout als rijshout bij de erwtjesplanten.  Nog even op het terras waar inmiddels een gezellige drukte heerst.

Er zit een echtpaar uit Leiden en een stel uit het Westland. We praten wat met elkaar over de natuur en de vogels. Waar ze hun vakantie doorbrengen en de charme van alleen op vakantie.


De mevrouw van de kassa komt er ook bij zitten.
Als iedereen weg is vertelt ze me haar trieste verhaal van “de echtscheiding.”
Hoe ze boerin was op een boerderij en nu in het dorp in een klein huisje woont.
Door de scheiding verloor ze even het contact met haar zoon die partij koos voor zijn vader.
Ja, zo gaat dat. Maar zonen worden volwassen en gaan beseffen dat ze geen partij hoeven te kiezen. Zijn vader blijft altijd zijn vader en zijn moeder altijd zijn moeder. Ook al wonen ze niet meer samen op de boerderij. Opeens schrikt de mevrouw dat ze me zoveel vertelde. Ik stel haar gerust… Dat doen wel meer mensen aan de laagdrempelige Annemiek.
Ze geeft me nog een folder over alle musea van het eiland. De zon schijnt nog steeds en in mijn bloesje fiets ik verder…

De tocht gaat dwars over Schouwen Duiveland langs akkers in vakken verdeeld en met slootjes afgezet waar knotwilgen langs staan. Geel bloeiend koolzaad, aardappelvelden en opkomend graan. Kilometers geen auto te zien. Hier en daar een boerderij door hoge bomen omringd de wind vangend bij storm.

Uiteindelijk kom ik uit bij Moriaanshoofd bij de molen.
Even verder verdwijn ik weer het natuur reservaat in. Maar drink eerst koffie bij schelphoek. Er staat een wagen, friet en worsten te koop maar ook koffie. 
Leve de senseo nou ja beter dan niets. Er zijn wat stoelen, ik rust even uit en drink mijn koffie.

Als ik thuis kom in de stacaravan ga ik eerst lekker in bad en doe mijn handwasje rondom mijn lijf. Waar is nu mijn wasbord?? Och ja, in Goemanszorg. 48 kilometer op de teller.

In badpak zit ik nog even op het terras van de caravan De druipende was onder het afdak…Koken hoef ik niet want de tocht eindigde bij de visboer.
Een boek en vroeg naar bed… Het was weer een superdag…
Annemiek.

Fiets vakantie Zeeland dag vier.


Maandag. Vandaag doe ik het wat rustiger aan. Boodschappen in het dorp. Winkeltjes kijken. Vroeg in de morgen als het nog niet druk is.

De boodschappen opgeborgen ga ik fietsen door de “duunen.” Van Renesse naar Haamstede via een smal schelpenpad. Even langs de vuurtoren. Koffie op een terras in de dorpskern. Rond de meeldijk de natuur bekijken.
Vandaag maar rustig aan want morgen wacht me een mega toer..

Ik was nog even op het naturisten strand gelegen langs het schelp pad. Het was warm genoeg bloot op mijn handdoek in de zonneschijn.
Het brede strand en de duinen bieden beschutting. Geen mooier strand dan deze verlatenheid. Een enkele naturist die vriendelijk groet. Naturisten gaan met respect met elkaar en de natuur om.

 Dat kan je niet altijd zeggen van het ,,aangeklede’’ strand. Op het naturistenstrand zijn geen ijsco karren of strandstoelen. Geen dikke Duitsers die kuilen graven (Sorry) of gluurders.

Ik val in slaap en wordt wakker door een fris briesje...

Verder maar weer. Later eet ik een boterham aan de voet van een duin. Even krachten verzamelen voor een extreem hoge helling iets verderop.
Een meneer komt aangewandeld en groet. Meneer is toe aan een praatje en heet Henk. Hij loopt elke dag wel dertig kilometer deelt hij trots mede. Deed het Pieterpad en zwierf samen met zijn vrouw in een camper door Europa.

Toen was hij net in de fut… Hij loopt tegenwoordig alleen zegt hij en zijn vrouw staat ,gestald’ in de camper voor de T.V. bij de koffiepot. “Je hebt er niets aan vertelt hij.” Met mij zou hij wel wat kunnen vertelt zijn blik.
Ja ja! Ik vertel hem dat veel mannen in verlate  midlifecrisis vertellen dat hun vrouw hen niet begrijpt. Het jagersinstinct blijft. Ook als mannen ouder worden.

En in de fut ,,heb je er niets aan?’’ ‘Houd haar maar in ere Henk. “Je zou raar opkijken als ze niet meer voor de T.V zit in de camper als je thuis komt.” Hij lacht…zwijgt een poosje en helpt me overeind als ik vertrekken wil. “Pas op Henk, ik ben zwaar hoor!” Dat had hij wel gezien daar houd hij wel van,’ vertelt hij.

“Dat was mijn avontuur van vandaag,” vertelt hij nog. Een “lekkere vrouw” die hij overeind mag helpen.
Hoe ik heet? Marieke van Vlijmen…
Lachend stapt deze vrouw weer op de fiets. Ach…..een man blijft een jager. Daar heb ik wel begrip voor. Daar hoeft niet eens een prooi of buit bij.
Alleen een vrouw die naar hem luistert, geeft hem het gevoel dat hij (nog) meetelt. De ziel…..

Later zit ik langs een dijk met de Oosterschelde in zicht. Burghsluis.

Er komt een met goud behangen Duitser naast me zitten met een lieve hond. De Duitser is minder, het voelt niet goed en ik vertrek direct!  Verder maar weer.

Aan de meeldijk bij het bokkebosje een prachtig huisje sta ik te genieten. Was het huisje maar van mij. Mijn kipjes mee en een schaap langs de dijk. Een geit en wol spinnen, truien breien en hout hakken. Groenten inkuilen en nooit meer een mens zien…….Nou ja soms! Op woensdag mag de woensdagvriend komen. Hij is uiteindelijk de grote liefde gebleken…door heel slim de nodige afstand te bewaren…

Bij de visboer koop ik een mega stuk vis.

De rustige dag werd er toch weer een met 38.5 kilometer op de teller.
Later zit ik op mijn terras en lees mijn boek over een boeren gezin. Dat past in deze vakantie. Het is best warm. Ik ga in bad…mijn wasje doen en in de crème. Welterusten.

Annemiek

Fiets vakantie Zeeland dag vijf.

Vandaag maak ik een mega trip naar Ouwerkerk. Ik wil het watersnoodmuseum gaan bezoeken dat is gevestigd in een van de vier sluiting caissons die indertijd op die plaats werden gebruikt om het gat in de dijk te dichten.

De watersnoodramp in 1953 heeft me altijd geboeid omdat mijn vader er met zijn roeiboot mensen heeft gered. De enkele keer dat hij tijdens mijn opgroeien daarover sprak hing ik aan zijn lippen.

Later na zijn hersenbloeding waren er periodes dat hij vol emotie delen van de ramp opnieuw beleefde en erover sprak. Vandaag in Ouwerkerk hoop ik een stukje van mijn vader zijn belevenissen terug te vinden.

Het museum is om 13.00 uur pas open, reden om niet te vroeg te vertrekken.
Om negen uur zit ik op de fiets, een regenjas en lunch pakketje mee. En mijn flesjes water. De kaart van Schouwen Duiveland in mijn stuurtasje.
Afgelopen nacht heeft het geregend en gestormd. Nu is het droog de zon schijnt zelfs.
Ik besluit niet de lange route naar Zierikzee te kiezen. Ik weet niet hoe ver Ouderkerk is en of ik niet verdwaal wat steevast het geval is. Over de provinciale korte weg maar en de kilometers vliegen door mijn benen.

Het is heerlijk zo te fietsen. Mijn vest gaat uit en het hesje zonder mouwen aan.
Veertien kilometer verder sta ik bij het gemeentehuis in Zierikzee.

Ik besluit uitgebreid koffie te gaan drinken in het centrum. Koffie met appeltaart. In de zon met zicht op mijn fiets zit ik een tijdje op een terras. De appeltaart van grootmoeders recept valt vies tegen. Synthetisch gebak noem ik dat. Gort droog. De appel smaakt niet naar appel maar naar abrikoos uit blik. Jakkes…….Eigen schuld dikke bult. Je weet het toch Annemiek van Deursen!!

De kelner is wel leuk. Hij wijst me de weg. Dwars door het centrum over de brug en dan links aan houden. Ik deed iets verkeerd, ik zit op de autoweg.
Snel terug maar. Ik zie een bord Nieuwerkerk, waar is Ouwerkerk? Mijn kaart vertelt me dat de twee dorpen niet ver van elkaar liggen. Richting Nieuwerkerk dus.
Prachtige fietspaden, mijn conditie is gestegen deze week lijkt het wel. Later zal ik erachter komen dat het eiland vanaf Renesse naar Ouwerkerk vals plat afloopt.
De vrolijke sufferd op de fiets heeft dat niet in de gaten. Conditie hè !?
Vergeet het maar.

Veel sneller dan verwacht staat er een bord Ouwerkerk. Ik ben uren te vroeg en besluit in het dorp eerst koffie te gaan drinken. Alles gesloten zelfs de bakker.
Dan maar het bord ,,watersnoodmuseum’’ volgen. Misschien is er een restaurant.
Het bord stuurt me het dorp weer uit naar de weg van de buitenlandse pers.

Wat een naam. Het zal wel een reden hebben. Op een heuvel staat een gigantisch restaurant. Ernaast het museum in een caisson. Ik wandel wat rond en zie nog drie caissons liggen in het landschap. Ontroert sta ik bij een monument ter nagedachtenis aan allen die verdronken.

Even naar het restaurant. Het is pas twaalf uur. Opeens is het koud. Ik doe mijn vest aan de wind is op gestoken Toch blijf ik buiten op het terras.

Om 12.30 stal ik mijn fiets en lees de inlichtingen bij de ingang van het museum. Ik voel de aanwezigheid van mijn vader…of beeld ik me dat in? Naar mijn gevoel zit hij naast me op het muurtje bij de ingang en ik hoor zijn stem. “Ik heb ze van de daken moeten slaan.” Ouwe mensen in het zwart…Allemaal in het zwart.” “Hun handen los moeten trekken van dakranden en schoorstenen.” “Kom maar vrouwke.” Dan verwaaid zijn stem in de wind. Er komt een meneer het pad op.

“U komt voor het museum,” vraagt hij. Even later zijn we in een boeiend gesprek. Hij was erbij, als kind. Hij weet veel van de verhalen. We moeten wachten op zijn collega die de sleutel van het museum heeft. Ondertussen vertel ik hem waarom het museum me boeit.

Ik kan mijn vader geen vragen meer stellen. Dus stel ik ze aan de meneer bij de ingang.
Hoe kwam mijn vader met zijn roeiboot in Zeeland?
En waarom hij? Die toen al getrouwd was, bij Verolme werkte en drie kinderen had? Ik was twee jaar en Tonnie net geboren.

De meneer vertelt dat de opblaasboten van het leger binnen de kortste keren lek waren door hekwerk en prikkeldraad net onder het water oppervlak. Er waren veel te weinig boten. Er werden oproepen gedaan in den lande. Particulieren met bootjes trokken richting Zeeland.
Vrachtwagens vol bootjes. Mijn vader die in het vesting stadje Heusden woonde hoefde de maas maar af te zakken vertelt de meneer... Het water stond zelfs in Brabant. Zo zal het zijn geweest…

Even later komt de collega en opent de deur. Ik hoef niet direct te betalen. De meneer zet direct een film aan met beelden uit 1953. De tranen lopen over mijn wangen. En weer voel ik mijn vader. De vader van toen ik klein was.

 Henk van Deursen de slanke arbeider met zijn alpinopet en zijn onafscheidelijk sigaretje. “Het is verrekte koud Godverdomme!” Zegt hij. Zijn te dunne kleding voor dit werk is doornat. Hij vloekt van emotie zo ken ik hem wel.

 De regen en de koude voelt hij niet echt. Hij telt niet de mensen die hij redde. Hij telt de mensen die hij moest achter laten…

Het polygoon journaal in het museum is aangrijpend. Oude beelden en de krakende stem van de nieuwslezer.
Even later lees ik de namen van zij die omkwamen. Even verder staat een tafel met oude telefoon toestellen. Als ik de hoorn opneem hoor ik de oude radio berichten.

Ik zie ons oud bakeliet radio toestel voor me in de kamer op het dressoir. Met grote gouden letters staat er PHILIPS op. Daar zal moeder wel naar geluisterd hebben terwijl vader mensen redde.

Ik kijk verstikt van tranen naar die oude filmbeelden. Het kost me veel energie dit museum waar mijn vader zo dichtbij voelt. Naar buiten moet ik, terug naar 2006.
Ik ga te diep te ver, de emotie sloopt me. Ik mis mijn vader, meer dan ooit.

Bij de kassa betaal ik de verlate entree en koop een boek met foto’s. Het boek werd gedrukt in 1953 en is al oud. Later zal ik het lezen… thuis in Landgraaf.
Ik stap op mijn fiets en rijd 2006 weer in. Langs wegen en wegjes, langs slootjes en knotwilgen, langs fluitenkruid. Langzaam word het warmer om me heen. Hoe mooi is dit land van de zee terug gewonnen. Natuur reservaten en meertjes van wat eerst onder water heeft gestaan.

Ik ben doodmoe van alle emotie en wil alleen nog maar naar Renesse.
In een ruk rijd ik door langs Zierikzee  en Moriaanshoofd. 
Linea recta naar de caravan.
Renesse bleef droog in 1953. Omdat het hoger ligt. Nu valt me op dat ik gestaag bergop fiets. Haast onmerkbaar maar toch. Zware benen …wind tegen. Moeizaam rijd de eenzame fietser langs de wegen…

In bad en direct naar bed met een boek en warme melk.

Dag pap! Hoe fijn was het vandaag dicht bij jou te zijn…

Annemiek