maandag 8 juli 2024

mijmering 70 Wentelteefjes met fruit, bonte courgetsoep, een megaklus vol tips en een verhaaltje...

Beste mensen,


Om een goed mens te zijn voor een ander

moet je bereid zijn aan jezelf te werken.

Op tijd rusten en mediteren, verwerken en energie zien te krijgen.

Bij mij lukt dat het best in de moestuin met mijn handen in de aarde

van mijn moeder de natuur...

Annemiek

Mijmering 70 2024.

Tip… Aanpassen aan het klimaat is aan de orde. Wachten op een droge dag is niet  te doen. Als het even droog is en geen afspraken staan, gaan de tuinschoenen aan, een bigshopper aan het looprek gebonden en de snoeischaar gepakt.

Het onkruid en het zevenblad werd tijdens het snoeien meteen in de bigshopper gedaan


 en kan ik bij een beginnende regenbui zonder op te hoeven ruimen “a la minute” opbreken met het tuinwerk. 

Bigshopper legen en klaar.

De sterken onder de planten die teveel kleinere planten in de bijentuin overwoekerden (voornamelijk zevenblad) 

werden tot aan de grond weggetrokken. 

Dat verzwakt het wortelstelsel al iets. 

Uitroeien is geen beginnen aan dan zou je de aarde een halve meter diep moeten omspitten en de wortels eruit zeven.

De kruisbesstruik kreeg vrij van zevenblad weer lucht en licht en kon ik zien dat uit de vorige zomer afgelegde tak een gezond kind is ontstaan. 

In het najaar  (ideaal plantseizoen) graaf ik die uit en komt kind kruisbes in de geveltuin. 

Op die plek kan ik de bessen vanaf het stoepje plukken.

De drie jonge kruisbeskinderen die ik al eerder liet ontstaan hebben ook weer licht en lucht. 

Ik vond tussen het zevenblad nog enkele rabarberjonkies die vorig seizoen werden geplant van stekken van “het laand.” De bloedzuring (eetbaar als sla) zit in het zaad en zal zich verder uitzaaien.

Hoe dat afleggen van kruisbessenstruiken werkt? Een lage lange tak plat op de aarde leggen en in het midden onder de grond werken, eventueel een steen erop.  

De tak mag niet breken en moet aan de struik blijven, terwijl de punt boven de aarde uitsteekt. Dat middenstuk krijgt wortels. 

Geduld en driekwart jaar verder kan je beschuit met muisjes eten…

De "navelstreng" met de moederplant doorsteken met de schop en kan het kind verplaatst worden.

Tip 2…Een tweedejaars pastinaak in je tuin kan vervelend worden als je niet op tijd de zaden opvangt. 

Je wil niet dat de buurt (en jezelf) honderden jonge pastinaakplantjes in de tuin krijgen, op plekken waar ze niet horen.

Coloradokever? Sergeantkever?
Een flinke stengel heb ik op tijd afgesnoeid en aan de schutting gebonden, 

de eerste zaden zijn al geoogst en drogen na in een bakje.

Een stengel met groene zaden werd onder het afdak opgehangen. Die wordt na droging gebruikt als decoratie in huis, samen met gedroogde kaardenbol in een vaas. Je ziet ze wel eens in woonprogramma’s

Tip 3… Op de markt drie kilo ongesorteerde perziken voor 2,50. Bij thuiskomst werden ze direct uitgezocht. De overrijpe bovenop en het eerst gegeten.

Overrijpe tomaten drie kilo 2,50 dus veel groente en ovenschoteltjes en pastasaus. Vijf beschadigde courgetjes voor een euro waar vier van direct tot soep werden verwerkt… 

De venkel kreeg ik gratis omdat ik aangaf, dat de venkelknollen van vorige week toch slechter waren dan ik dacht.


Ja… en dan die meiknolletjes he… laat je verrassen komende week. Oké ik moest vroeg op, om half negen op de markt, maar dan heb je ook wat. 

Acht euro totaal en ben ik de appels vergeten, al was daar ook geen plaats voor geweest in de fietstassen. 

Nou ja er zijn perziken…

Bonte courgetsoep

Ingrediënten:

4 kleine courgetjes of twee grote

2 middelmaat ui of 1 grote

Teentjes knoflook (uit de tuin)

1 dikke rode paprika

3 groente bouillonblokken

Handvol voorgekookte witte bonen of diepvrieserwtjes.

Werkwijze: De gesnipperde ui in een soeppan in olie fruiten. 

De gesnipperde tenen knoflook toevoegen. 

De courgetjes wassen en in stukken gesneden erbij. 

Een liter water met twee bouillonblokken in de pan

De paprika in stukjes gesneden als laatste in de soep samen met de witte boontjes.

Als de groente gaar zijn (en dat gaat snel) de staafmixer erdoor. 

De rode stippeltjes van de paprika zorgen voor een vrolijke noot. 

Een bakje ging in de vriezer en de rest soep voor de lunch morgen…

Tip 4…budgetteren… Niet elke week hou ik de uitgaven van het leefgeld bij. 

Het is een beetje natte vingerwerk. Afgelopen week wilde ik zien of het nog wel goed zat. 

Kwam ik op 43,70 euro aan boodschappen totaal.  

Daarvan was 15,64 euro aan kattenvoer voor prinsesje Floor van Deursen. 

Het is haar gegund… Even tellen en weet je waar je geld blijft…en waaraan.


Tip 5… Ergernis werd klus… De tuinbank in de voortuin bedekt met huislook plantjes zakt steeds dieper de grond in. 

Door de vele regen natuurlijk en bovendien staat hij scheef. 

Rondom de bank woekert het zevenblad en was het opeens genoeg!

De bank werd uit de grond gerukt en verschoven. 

Op de plaats waar hij moest komen werd het zevenblad tot aan de grond verwijdert. 

Gratis  “worteldoek” van lege opengeknipte potgrondzakken werd op de aarde gelegd.

Daarop kwamen planken waarop de bank een plekje kreeg met de poten op de planken. 


Het hele lelijke fundament werd bedekt met ongeveer 10 cm aarde uit de tuin en staat de bank recht.

De poten zullen niet meer wegzakken en groeit geen onkruid meer onder de bank… 

Het deel van de bijen/vlindertuin waar zevenblad werd verwijdert werd grof geharkt.

Alle bloemenzaad dat maar te vinden was in de zadenkist werd ingezaaid en in geharkt...
Mijn moeder de natuur mag het weer overnemen...

Tip 6... Wentelteefjes met frambozen... Een oud stukje brood werd in sneetjes gesneden en in een mengsel van twee losgeklopte eieren, peper/zout en melk gelegd.

Lekker laten weken terwijl de frambozen werden geplukt.

Je kan natuurlijk ook aardbeien gebruiken of geblancheerde appelstukjes met wat kaneel.

De wentelteefjes bakken in zonnebloemolie, keren en op het bord kwamen de framboosjes erop. 

Ik kon het niet laten nog een lepeltje frambozenconfituur op de framboosjes te verdelen...

Bij de soep (over) van gisteren een feestelijk menu waarmee je de show steelt...

Mijn leventje…Zonnige zondag in het zuiden voelde heel kostbaar, omdat de energie niet als los zand tussen mijn vingers weg viel. 

Wat heb ik veel kunnen doen in de tuin. 

Het dagelijkse fietsen is er bij in geschoten maar werd vandaag goedgemaakt naar Heerlen op en neer voor de kring.

Was weer een heel boeiende ochtend met veel inzicht door te spiegelen. 

Nooit te oud om te leren en werd me tussendoor duidelijk dat mijn heftig karakter ook veel nadelen brengt. 

Moeilijk met ergernis om kunnen gaan bijvoorbeeld. Als ik iemand iets  zie doen wat nergens op slaat en gedoemd tot mislukking, vreet de ergernis me op. 


Of uitlatingen van iemand pareren, terwijl verantwoording afleggen niet aan de orde is. Spreken is

zilver, zwijgen is goud nietwaar... dus rustig aan Annemiek.


De twee meer gemoedelijke dames in de kring hebben een rustiger leven. 


Ze krijgen wel niet voor elkaar op een zondagochtend met planken te gaan smijten en tuinbanken te verplaatsen. 

Ze wachten af, soms maandenlang, tot een sterker iemand de klus klaart. daarvoor mis ik het geduld...

Ik ben gewend (mede door mijn alleen wonen) heel veel zelf te doen, alhoewel met kunst en vliegwerk en niet de afwachtende partij te zijn. 

Kan ik het niet… wordt het door een bedrijf gedaan… Ik heb een gevuld onstuimig leven en dat is geen toeval nietwaar…

Tot slot een verhaaltje uit het boek Heimwee naar Heusden…

Doopbeloften.

Van mijn eerste heilige communie kan ik me weinig herinneren. Wel de jurk die door alle zusjes gedragen moest worden. Mijn zus Gerrie was de eerste geweest. 

Voor haar was de jurk aangeschaft. Haar communie had ze in Heusden gedaan. Ik deed mijn eerste communie in Elsloo in de Augustinuskerk.

De lange jurk was van witte voile met opgezette bloemetjes op de rok. Een onderrok onder de doorschijnende voile en een sluiertje hoorden erbij. Gerrie had een minibruidje geleken. 

De jurk was voor mij te krap en te kort. Daarom werd er een stukje stof in de zijnaden van het bovenlijfje gezet een ceintuurtje erover en klaar.

 Ik had er niets mee. Er is een foto van mij in die jurk, met een jongetje uit de straat. Ook daar had ik niets mee…

Van het hernieuwen van mijn doopbeloften weet ik nog alles. Samen met mijn zus Gerrie. We waren inmiddels 12 en 13 jaar en zaten in dezelfde klas.

Totaal verschillende types waren we. Gerrie was frêle van bouw met hoogblond fijn haar. Ik was fors voor mijn leeftijd, met donker weerbarstig dik haar. 

Het leek wel of ik vijf kruinen had. Weerwassen noemden ze dat. We waren tegenpolen, mijn zus en ik.

Door het zwaardere werk dat ik deed, werd het verschil alleen nog maar groter.

Ik weet niet wat mijn moeder heeft gedacht, maar ze kocht voor onze doopbeloften hetzelfde model jurken. Er was alleen verschil in maat en kleur. De verkoopster zal wel gezegd hebben: “Blauw voor blond en groen voor donker.”

Die jurk, daar kon ik me nog wel mee verenigen. Maar de nylons die erbij moesten, met dat maffe jarretel gordeltje en die malle schoentjes. Ik vond het vreselijk allemaal. Echte damesschoentjes waren het… Er zaten kleine hakjes onder en een strikje op het voorblad. 

Het hoorde niet bij mij, ik voelde me heel ongemakkelijk in die dameskleding die niet bij vaders


“knechtje” pasten.

Wat de deur dicht deed was dat vreselijke tasje. Hoe hou je zo’n kreng vast? Ik zou niet weten wat ik erin moest doen! 

Een zakdoekje en een leeg flesje Boldoot eau de cologne, waar mijn zus wat water in had gedaan. Net echt! Ik wilde het ding niet. Toch moest het. Ik kwam niet onder de verkleedpartij uit…

Moeder had geholpen met de nylons aantrekken. Mijn handen stonden er niet naar en zou dat nooit goed zijn afgelopen.

Vanaf mijn achtste jaar had moeder Robinson jongensschoenen en sandalen voor me gekocht en werden bij de hernieuwing doopbeloften mijn arme voeten in de veel te smalle schoentjes geperst.

De schoentjes hebben de kerkdienst net overleefd. Op de trap buiten brak er zomaar een hakje af. Prullen waren het.


Toen hing het tasje al aan een haak in de kerkbank, ik was het zomaar “vergeten,” en ben het ook niet meer gaan halen. Had mijn moeder weer iets om over te schelden als ze het miste…

’s Middags, toen iedereen aan de koffie zat, ben ik samen met mijn vriendin Nelleke in het bos verdwenen. We zijn toen in “onze” oude boom geklommen. 

Die stond langs het wandelpad in het kasteelpark. Daar konden we allebei in, terwijl iedereen eronderdoor liep en ons niet zag. Wat hadden we daar plezier om!

Ja…toen was ik even die nylons vergeten, die hebben dat niet overleefd. Uiteindelijk heb ik dat rare jarretel gordeltje met die haken maar afgedaan, het had geen doel meer. Al die rommel aan mijn lijf.

Volgens Nelleke kon je van het ding een katapult maken…Dat hebben we nog geprobeerd.

Toen ik thuiskwam, was er weer eens straf. “Waar hedde gij weer gezete” Ik was er zonder te vragen vandoor gegaan. Als ik had gevraagd, had ik immers niet gemogen. Daarom vroeg ik nooit. Straf hield me niet tegen.

De schoentjes werden mooi niet gerepareerd. En de jurk? Daar droeg ik gewoon op zondag sokjes onder en mijn oude jongens sandalen.

De verkleedpartij voorbij, was ik weer “vaders knechtje” en zeker niet het dametje zoals mijn zus zo graag was. Ze droomde van nylon onderjurkjes met kantjes eraan, met een bht je eronder en mooie bijpassende slipjes. Nou die kocht mijn moeder niet.

i
 Die kocht gewoon een stapel goedkope witte onderbroeken op de markt. Eén maat voor iedereen. Als ze mij pasten, paste iedereen erin. Mijn arme zus verzoop in die dingen.

 Tot onder haar armen werden ze opgetrokken. Ocharm Gerrie met haar voorkeur voor vrouwenfrutsels.

Ik voelde me het fijnste met zo weinig mogelijk kleren aan mijn lijf en snapte niets van de laagjes over elkaar. Van b.h. en onderjurk en daar nog eens een bloesje overheen. 

Ik had daar gelukkig niets mee te maken, in mijn beleving hoorde ik bij de mannen omdat ik “vaders knechtje” was.

 

Ik droeg meestal een ouwe wijde rok van stevige stof en op mijn blote huid een wijd bloesje. Niets eronder, alleen die witte onderbroek, zodat Jan de wind kon blazen over mijn huid en de lappen rond mijn lijfje zwierden. Ik klom in bomen en was de aanvoerder van mijn vriendin Nelleke in streken uithalen...

De twee oudste dochters van Deursen waren en zijn uitersten…Het dametje en de wildebras.

Mijn wereld was met vader en de beestenboel waar ik oneindig veel van hield en mijn moeder? Moeder natuur was mijn moeder…Met mijn handen in de grond ontmoette ik haar, in het bos of langs het kanaal als ik konijnenvoer ging plukken. In de moestuin en op de akker waar ik in de vakantie aardappelen raapte bij de boer. Het mens dat me baarde, daar had ik niets mee…en zij niet met mij.

Annemiek