vrijdag 12 juli 2024

Mijmering 71 Pleegkind, ovenschoteltje anders, klimaatverandering regels, wasje en een verhaaltje...


Beste mensen,

Koop nooit wat je kan gebruiken, maar wat je niet kan missen.

 Annemiek

Mijmering 71 2024.

Tip… Natuurlijk raad ik niet aan midden/zomer planten te verplaatsen in je tuin. 

Al doe ik het zelf wel… met veel zorg en nazorg. 

Uit Sonja’s tuin mocht ik een oost Indische kers uitsteken. 

Met een flinke kluit aarde werd de plant voorzichtig in een emmertje gelegd. 

De wortelkluit kwam ongebroken in een  fors pootgat met veel water en wat koemestkorrels. 

Kuil dicht, aarde aandrukken en tweemaal per dag water geven. 

Je houdt je hart vast en al sterft een stengel af…de plant blijft leven… 

Op de vrijdag nam moeder natuur het water geven over en komt het helemaal goed…

De stekken aardbeiplanten waaraan in de waterkom worteltjes groeiden, werden geplant.  

Ze zien er belabberd uit…dacht je. 

Tot je na enkele dagen het jonge blad in het hart van de plant ziet... en weet dat volop leven in dat hartje zit.

Pleegkind… Van Petra’s ouders kreeg ik een mega aardbeienplant. 

Ze heeft gebloeid en oogst gedragen met extreem grote heerlijke aardbeien.

De potgrond en voeding moet wel helemaal op zijn en dat was ook zo. 

De plant werd uit de pot gehaald en 24 uur in een ruime bak water gezet. 

Daarna werd de wortelkluit in vieren “gescheurd.” 

Na het waterbad brengt dat “scheuren” minder schade voor de plant, dus meer kans van overleven.

De planten kregen een plek in twee moestuinkratten, goede grond, veel water en koemestkorrels. 

De jonkies aan de scheuten werden afgeknipt en drijven in een vaas water om worteltjes te krijgen… 

Hopelijk gooien de planten nog heel veel scheuten gaandeweg de zomer en hopen we op een groot gezin… 

Eerst maar eens aangaan…

Tip 2…Frambozenstruiken snoeien. De oudere frambozen takken zijn klaar met oogst geven. 

Je herkent ze aan de houterige takken. 

De bladeren zijn niet meer zo fris en ze worden aan de grond weggesnoeid. 

Elke dag een paar... De jonge scheuten werden/worden opgebonden…

Tip 3… Groente ovenschotel met venkel en meiraapjes. 

Ik wilde wel eens weten hoe venkel en meiknolletjes in een ovenschotel smaken. 

Voor herhaling vatbaar…Wat nog meer in de braadslee kwam?

1 rode en 1 witte ui in kwarten gesneden

Enkele aardappels in stukken

Enkele wortels die op moesten

1 courget in stukken

Gehalveerde tomaten

1 paprika in stukken

Drie meiknolletjes in kwarten gesneden

1 flinke venkel in grove ringen gesneden

Olijfolie

Peper/zeezout

Tijm en rozemarijn.

Werkwijze: De groente schoongemaakt in stukken gesneden in de braadslede. 

Wat gemalen peper en ruim olijfolie over de groente gieten en afdekken met aluminiumfolie. 

 In de oven op 200/225 graden. Voorverwarmen hoeft niet. 

Na 30 minuut de folie verwijderen en de groente nogmaals met olijfolie besprenkelen. Dat kan met de olie die onderin de braadslede zit.

Mijn leventje… Tijdens de warme dagen werd de geëmailleerde pan, gevuld met koud water in de zon gezet. 

De pan die flink heet wordt geeft de warmte door aan het water. De tijd en de zon hebben mijn fijn wasje weer gedaan. 

Nat opgehangen op kleerhangers waren de bloesjes zo droog en in de kast.

De eerste Gulden Roede bloeit. Vol in bloei snoei ik de bloemen aan de grond af, ris de bladeren van de stengel en hang ze te drogen in de woonkamer. 

Einde zomer wordt een gulden roede krans gebonden.

Voor de regen werd nog een stengel pastinaakzaad in wording afgesnoeid en droog on der het afdak gehangen.

Het huidige klimaat maakt stormvast binden noodzakelijk. 

Planten en struiken groeien enorm door de vele regen. 

De sering/hortensia moest in zijn geheel bij gebonden, om te voorkomen dat stengels breken en bijbinden lukte met benen van panty’s..

Een verhaaltje uit boek Heimwee naar Heusden. 

De volkstuin.

De volkstuin van mijn vader noemden we naar Brabants gebruik “het laand”. Vader spitte het land in het voorjaar om en leerde mij zaaien en planten zetten, schoffelen en onkruid verwijderen.

Samen maakten we een tuinplan waar alles komen moest. Elke groentesoort hoorde bij een bepaalde familie en elk jaar kwam zo'n familie op een andere plek. “Dat heet wisselteelt”, vertelde vader. 

Als we dat niet deden kwam er ziekte in het gewas. Vader leerde me de plantafstanden in de rijen en hoe diep het zaad moest komen.

Hij had de supervisie en ik voerde het werk meestal uit. Omdat vader met zijn drukke baan vaak laat thuis kwam en soms alleen in het weekend. Dan was hij ergens ver weg  in de kost wist ik.

Het was een heerlijk vrij gevoel op het land, ver van moeder. Vooral als de zon scheen, of de geur van de aarde na een regenbui. Ik was er volmaakt gelukkig.

Ik voelde me belangrijk, omdat ik bijdroeg aan wat op tafel kwam. Als ik met een paar mooie kroppen sla thuiskwam, voelde dat als een groot geschenk.

De verantwoording van “het land” plaatste me op hoogte van vader.

Alleen mijn vriendin Nelleke nam ik er mee naar toe, anders niemand. Het land was mijn toevluchtsoord, mijn eigenlijke thuis. Nelleke en ik waren met zijn tweeën zo klaar. 

Dan lagen we in het aangrenzende  weiland wat te niksen in de zon. We lagen uren te lachen en te ginnegappen. Ik kan me herinneren dat een jongen bij een leesbeurt op school de klemtoon verkeerd legde. Hij las "kamer rat" in plaats van Kameraad. We kwamen niet meer bij...

Door samen te werken op het land kon ik veel met Nelleke omgaan, ondanks moeders ontmoedigingsbeleid. Ze stuurde Nelleke altijd weg, als ze kwam vragen of ik kwam spelen, dus pikte ik Nelleke altijd op. Als ze thuis was ging ze mee... Op deze manier waren we moeder te slim af.

Het was een heerlijke periode die uitliep op een drama, dat we niet aan zagen komen... iets dat me totaal uit het lood sloeg! 

In augustus moesten de aardappels gerooid tijdens de schoolvakantie. Ik deed dat precies zoals vader me had geleerd. Met een riek de aardappels uit doen en het loof op een hoop leggen. Dat moest drogen in de zon en werd later afgevoerd of verbrand op het land.

Aardappels rooien deed je als de grond droog was en de zon scheen. Dan viel de aarde zo van de aardappels.

Er waren meer mensen aan het werk. Het was immers oogsttijd! Nelleke kon niet mee die dag...

De meneer van het land naast het onze, had het warm en deed zijn hemd uit. Zo werd hij ook nog bruin vertelde hij. Ik volgde zijn voorbeeld. De zon op mijn rug was zalig!

´s Avonds stond die meneer opeens aan de deur en vroeg vader te spreken. Onder vier ogen had hij gezegd. Dus…. moesten de kinderen de keuken in. Nadat hij vertrokken was, hadden vader en moeder
vreselijk ruzie. Over mij bleek even later.

Ik werd op het matje geroepen. “Waarom ik mijn blouse uittrok op het land?” wilde moeder weten. “Dat deed daar toch iedereen als het warm was” was mijn antwoord. Vroeger liepen we zelfs in onze onderbroek buiten achter het huis als het warm was. Het land was toch ook van ons?!

“Ik was al een groot meisje, het was slecht, je blouse uit te doen”, vertelde moeder. Ik had al

beginnende borstjes, had de meneer verteld. Nou daar lette ik niet op hoor. Daar was ik niet mee bezig... Ik keek niet naar mijn lijf als ik me waste. 

Ik was vaders knechtje en wilde geen groot meisje zijn of worden. Ik wilde geen borstjes... Moeder moest niet zo raar doen. Er zou een b.h. komen van de "mert," zaterdag moest ik maar eens mee naar Geleen. 

Alleen naar het land was voorlopig afgelopen. Moeder ratelde maar door terwijl vader zweeg, ach…..het zou wel loslopen!

Nou het liep niet los! De b.h. is met groot protest gekocht, maar zat meestal in mijn jaszak. Als ik in de kelder mijn fiets ging halen, was het ding al uit. Daar was ik heel handig in, zonder mijn kleren uit te doen. Ik wilde die meidenprullen niet. 

Ik deed wel een grotere trui of blouse aan. Al helemaal geen nylon onderjurk zoals mijn zus, die hoefden ze voor mij niet te kopen. Zeker niet nylons en jarretels. 

Mijn lievelingstenue bleef nog heel lang een wijde verwassen schoolrok en blote voeten in jongenssandalen. ‘s Winters deed ik wel sokjes of kniekousen aan in dichte veterschoenen. 

Ik was een lelijk eendje dat misschien wel nooit een mooie zwaan zou worden. Met mijn beugel om mijn scheve tanden (omdat ik duimde) en mijn goedkope brilletje. Dat was meestal half kapot met een pleister eromheen omdat het weer eens gebroken was.

Moeder knipte zelf onze haren. Daar was ze niet zo handig in. Gewoon een rechte pony en verder rondom recht af. Als ze dan scheef knipte werd het steeds korter, moest er aan de andere kant weer iets meer af. Wat hebben we voor schut gelopen. Mijn haar was/is melkboerenhondenhaar, met vijf kruinen. Vader noemde dat “weerwassen”! Hij had ze ook en zijn haar was altijd gemillimeterd. 

Ik wilde geen meisje zijn en zeker geen jonge vrouw. Maar dat ging gewoon vanzelf. Op een gegeven moment werd ik ongesteld, maar dat is een ander verhaal…

Het heeft heel lang geduurd voor ik blij kon zijn met het feit dat ik een meisje was. En als je heel goed kijkt zie je nog steeds  “vaders knechtje”!

In mijn tuin werkend hoor ik soms nog vaders stem en zie hem voor me, met zijn eeuwige caballero: "He Miek, krijgen we geen koffie vandaag?" 

Annemiek