zondag 28 juli 2024

Mijmering 75 Meloen schillen truuk, frambozen snoeien/opbinden, de hitte voor, golde roede kransje en een verhaaltje...

Beste mensen,

De grootste triomf van het leven is wel

dat we na elke keer vallen weer overeind komen...al was de val diep...

Na elke regendag weer de zon zoeken

en stapjes vooruit zetten al zijn ze nog zo klein...

Annemiek

Mijmering 75 2024.

Tip… De takken van de frambozen die oogst hebben gedragen herken je direct. 

Ze hebben houterige stelen en soms gedeeltelijk bruin blad, knip de stengels maar 10 cm boven de grond af. 

Je kan de stevige dikke takken eventueel als rijshout gebruiken dus bewaren.

Alle jonge scheuten opbinden, er zitten al knoppen, bloemen en framboosjes in die nog moeten kleuren. 

Een paar handen koemest korrels is wel aan ze besteed en even goed water geven…als moeder natuur het al niet deed.

Het snoeiafval bleef een nacht liggen en alle slakken hebben zich ijlings naar de hoop gehaast. 

De nachtelijke regenbui maakte wederom het vegen en onkruid verwijderen gemakkelijk. 

Wegenzout werd ingestrooid en hiermee is ook het laatste stukje hof weer verzorgt tot in de late herfst. 

Inmiddels is het zout door de zaterdag regen in de voegjes gespoeld.

Tip 2…In een grote pot had ik in maart wat rode Desiree aardappeltjes gepoot. 

Ondanks de slakkenplaag hebben ze toch wat oogst opgeleverd. 

Dat wordt gebakken aardappeltjes in de schil op het menu, met rozemarijn en kastanjechampignons 

die bij de LIDL in de reclame maar 98 cent per pond waren. 

Verse boontjes erbij met een gefruit uitje, klontje boter en nootmuskaat.

Om je bord bij af te likken al wilde Floor dat graag doen waarna ze haar snoetje waste…en nagenoot…

Tip 3… Een gemakkelijke manier om meloen van schil te ontdoen als volgt: 

Snij de meloen middendoor en trek met een eetlepel de zaden eruit. 

Leg de halve meloen op een snijplank of bord en haal de kaasschaaf erover. 

Wil je een dikkere laag verwijderen dan schaaf je nog een keer. 

De meloen kan in schijven of blokjes gesneden en is weer eens iets anders dan parten…

Tip 4… Laat de zon gratis je werk doen terwijl jij op stap gaat… 

Een handwasje buiten gedaan, gespoeld en kliedernat aan de lijn 

en een machinewasje erbij gehangen. 

Droog toen ik thuis kwam…

Tip 5… Hete dagen in het vooruitzicht dus werk vooruit met
pastasalade maken voor twee dagen.

Ingrediënten:

 Een beker kleine soort macaroni werd gekookt en afgespoeld.

Gemengd met een blikje tonijn (zonder vocht)

Handvol rozijntjes

Twee stengels bleekselderij dun gesneden

Peper (geen zout, zit al in de vis)

Yoghurtdressing en omscheppen

Afgedekt in de koelkast zetten.

Op zondagavond gemaakt op maandag lekker ingetrokken. 

Een halve meloen geschild en in plakken gesneden mee in de koelkast, 

en twee eieren werden met de pasta meegekookt. 

Morgen lekker “dolce far niente”…

Tip 6… Voor de zondag werden de restjes groente opgemaakt in een groentepannetje met een ei in het midden.

Ingrediënten voor deze keer: 

Gesnipperde ui aanfruiten in zonnebloemolie, 

enkele kastanjechampignons in stukken, 

peper/zout, ietsje kerrie, 1 rode paprika, 

enkele kleine aardappeltjes met schil in piepkleine blokjes gesneden en een paar boontjes.

Op de valreep nog een tomaat uit de vriezer gehaald, geschild en in stukken erbij. 

Roerbakken en even de deksel op de pan om te garen.

Deksel eraf en het ei in het midden breken en laten stollen…

Mijn leventje…Het is een genot even in de wereld van vriendin Sonja te vertoeven. 

Haar paradijsje wordt mede bewoond door haar twee zonen en de hond Max. 

De kipjes en de haan, omringt door de wilde tuin waartussen bloemen bijen en vlinders, pracht groente en fruit groeit.

Ondanks de slakken heeft ze het niet opgegeven. 

Ze moet er in de nacht soms op uit zijn geweest op slakkenvangst. 

Het is een tuin vol nostalgie en de frambozen zijn zo groot als ik ze niet eerder zag. 

Sonja's paradijs...
Ze geeft ezelmest die haar zoon meebrengt van de boerderij waar hij werkt. 

In royale dosis toegediend denk ik wel.

De rest snoeihout die ik over had van het vlechten, blijft aan de zijkant van mijn huis liggen. 

Het is een uitnodiging voor een egeltje als winterverblijf en natuurlijk voor andere beestjes. 

Voor de schuur in een hoekje achter het houten scherm ligt een bladeren hoop voor de
kleinere beestjes. 

Volgend voorjaar is dat prachtige bladcompost geworden, die ik hopelijk nog zelf kan gebruiken.

Mijn fietstocht terwijl de was droogde aan de lijn, ging naar “Nonke Buuske.” 

In het “Bakkes” waren wederom vele vlaaien gebakken en op de deel heerste een
nostalgische zondag rust. 

Later in de fruitwei nog een tijd op een bankje gezeten genietend van de tijdloze sfeer en de stilte… 

Onderweg naar huis langs de weg Gulde Roede geplukt en thuis gekomen direct een krans van gewikkeld. 

Gewoon over de oude krans heen die wel erg vaal was geworden na vier of vijf jaar…

Een verhaal uit het boek Heimwee naar Heusden…


Ouverture 1812.

Het zag ernaar uit dat we binnenkort weer op concours zouden gaan. Fanfare De Maasgalm wilde best nog wat prijzen in de wacht slepen. Wat spannend allemaal! 

Dirigent Mathieu Janssen deed er alles aan. Extra lange en zware repetities, steeds weer opnieuw de stukken doornemen. Het kon volgens hem nog beter. Ik werd er wel eens wanhopig van als hij me aankeek en zijn hand achter zijn oor legde als hij me niet genoeg hoorde in het geheel. 

Dan moest ik mijn partij wel eens alleen blazen. Wat niet echt lukte van de zenuwen.

Het verplichte werk bij het concours was Ouverture 1812. Een prachtig stuk met veel paukenwerk.

Koude rillingen kreeg ik ervan als we het speelden. Dat ik daar een onderdeel van mocht zijn, al was het een piepkleintje, daar was ik heel erg trots op. Ik bespeelde de bugel tweede partij, en Nelleke bespeelde de Cor en haar broer trompet.

Het concours was in België, een hele reis met een touringcar. Zoals gewoonlijk gaf moeder een pakje boterhammen mee. 

Geen extra geld en mijn zakgeld sinds ik werkte (2,50 de week) was niet van elastiek en nooit toereikend, er moest teveel van gekocht.

 

Ik leerde van een dubbeltje een kwartje maken. Maar ergens hield het op. Er bleef weinig over als de nylons waren gekocht, en hele nylons hoorden nu eenmaal bij een uniform.

Ik was nog een kind. Te veel zorgen, te vroeg aan het werken gestuurd, te zwaar belast van jongs af aan. 

De fanfare was dan ook mijn uitlaatklep. Daar had ik voor gevochten, om erbij te mogen en ik was de enigste van het gezin die bij een vereniging was. 

Ik had niet eerst gevraagd en het werd door moeder stilzwijgend gedoogt zolang het niets kostte wist ik. De lessen noten leren, waren gratis geweest, evenals de bugel waar een deukje inzat, als het geld kostte had ik er nooit bij gemogen. 

Zelfs het uniform met de pet was gratis geweest, daar kon moeder ook niets van zeggen. Dat alles wilde ik koste wat kost behouden. Dus zeurde ik niet over geld...

De fanfare was mijn eigen blije vrije wereld en ze kon me ontmoedigen zoveel ze wilde. Ik dronk wel water aan het kraantje op de plee en liep rond als we niet hoefden te spelen. Als je ergens ging zitten kwam een serveerster vragen wat je wilde drinken.

Mijn vriendin Nelleke vond het vreselijk. Die had wel geld mee en wilde het steeds delen. Dat gaf me een schuldgevoel, dus wilde ik het niet. Als ik al een glas limonade bestelde bleef ik een eeuwigheid erover doen.

 Enkele leden trakteerden me wel eens. Ik voelde me daar niet prettig bij omdat ik nooit iets terug kon geven. Dus probeerde ik niet op te vallen.

Van Koen van Mulken kreeg ik wel eens een zak frites. Als het wachten op de uitslag wel erg lang duurde en het later en avond werd en het brood al uren op. Koen speelde tuba en was misschien nog wel ouder dan mijn vader. Dat was wel vertrouwd.

Hij was een goed mens en woonde een straat verder dan wij…

Toen we in België weer eens heel lang moesten wachten, bracht hij zomaar frites en een croquet voor me mee en gaf me een knipoog.

 Ik bedankte hem met een stralende lach. Wat een zaligheid. Nu hoorde ik er weer bij. Bij de rest waar ik zo maar weer tussen kon gaan staan tijdens het eten, terwijl voor de zoveelste keer de ouverture werd gespeeld door een deelnemende fanfare of harmonie.

Er werd flink gedronken. We hadden immers al gespeeld en Koen vroeg of ik even meeging. Hij wilde me wat laten zien achter de tent. 

Het was al donker en hij legde een arm om mijn schouder. “Dat mocht toch wel? Was hij niet altijd goed voor mij?”

 “Ja dat wel, maar…” Verder ben ik niet gekomen.

Toen was er een zoen vol dranklucht en een kort gevecht waarbij ik in het gras belande. “Vaders knechtje” bleek niet opgewassen tegen de kracht van de forse volwassen man.

En terwijl ik schreeuwde, vlogen de knopen van mijn blouse, scheurde de split van mijn rokje en waren zijn handen overal tegelijk. Mijn geschreeuw werd niet gehoord… Even later was er die felle pijn geweest terwijl sterke handen als staal om mijn bovenarmen lagen.

Ik kon geen kant uit met die zware hijgende man bovenop me.

Overspoeld door de muziek en de paukenslagen van Ouverture 1812 verloor ik mijn maagdelijkheid. Nog veel meer ben ik verloren, terwijl achter die tent in dat duistere weiland een trauma werd geboren.

Voor niets gaat alleen de zon op, de rest moet meestal betaald. Vroeg of laat!

 Oh… kon ik toch alles overdoen. Dat de rekening gepresenteerd zou worden had ik moeten weten. “Je bent een lieve meid” vertelde Koen me nog. “Dit blijft tussen ons!” 

Ik zou wel zwijgen. Ik was het immers zelf schuld! Ik had nooit iets van hem mogen aannemen en moeten weten dat daar een prijs aan vast zat. Wat naïef was ik nog…Ik zweeg, lamgeslagen…

Bakkes van Nonke Buuske

Op weg naar huis, mijn uniformjasje dicht geknoopt, stil in een hoekje kon ik de ontsteltenis verbergen.


 Iedereen was vol van de behaalde overwinning en ze hadden genoeg gedronken.

 Tegen Nelleke vertelde ik dat ik ziek was, buikpijn zoals meisjes van dertien wel meer hebben.

Thuisgekomen heb ik zo goed als ik kon nieuwe knoopjes aan mijn blouse genaaid en de split van mijn rok gerepareerd. 

Ik wilde er niet meer aan denken. Het bloeden hield vanzelf op, het was net een beetje ongesteld zijn. Dat ging ook altijd over, niet meer aan denken…….niet meer aan denken!!

De volgende dag ging ik gewoon naar mijn werk bij de bakker. Zie je wel, alles was gewoon! Totdat donderdag de repetitie kwam. Daar moest ik naar toe. Dat ging niet anders.

Koen keek zo raar naar me. Ik ging hem uit de weg, trillend en misselijk, niet in staat om bugel te spelen.

 ‘s Nachts heb ik geschreeuwd in mijn dromen en later in de week nog eens. Moeder riep me ter verantwoording. Wat mankeerde ik eigenlijk met mijn lawaai.

Ik kon er niet over praten, was het immers zelf schuld.

Aan vader heb ik het uiteindelijk verteld. Die vertrok meteen naar Koen. Ik neem aan dat hij hem ter verantwoording heeft geroepen. 

Ik weet niet wat daar allemaal besproken is. Vader liet zich daar niet meer over uit.

Moeder vertelde later dat Koen misschien van zijn vrouw nooit mocht. Er was niets van gekomen, dus moest ik het maar vergeten.

Later zag ik een keer dat moeder de vrouw van Koen groette op straat, echt iets voor haar om nederigheid af te dwingen, dan voelde zij zich verheven.

 Die vrouw zal haar wel dankbaar zijn geweest. Door dat te doen gaf ze mij nog meer het gevoel dat ik geen enkele waarde voor haar had en ik de schuldige was. Zij koos niet voor mij. Dat was althans mijn invulling.

Verkracht voor een zak frites. Ik had nooit iets mogen aannemen en een levensles geleerd. Het schuldgevoel bleef heel lang. Omdat ik toen nog niet begreep dat een volwassen man die een kind misbruikt altijd schuldig is. Ik was niet in staat geweest om me te weren tegen iemand die me had ingepakt met aardigheid, daar zou ik nooit meer intuinen!!

 

Ik belandde in een warwinkel van tegenstrijdige gevoelens waarvan de eigenschuldgevoelens het heftigst waren. Het lage zelfbeeld bleef lang. 

Ik was “gebruikt,” beschadigd, niet meer nieuw, voor altijd een soort “tweedehands.” 

Het achtervolgde me tijdens de puberteit en had grote invloed op mijn verdere leven…Veiligheid was alleen nog mogelijk als ik zelf de regie zou hebben…

Annemiek.