donderdag 29 augustus 2024

Mijmering 84 Spitskoolstamppotje, luxe uitspatting en een verhaaltje...

Beste mensen,

Een nederlaag is vaak een tijdelijke toestand,

Pas door op te geven wordt het permanent…

Annemiek

Mijmering 84 2024

Tip… Een dag rond de 20 graden met in de vroege ochtend dauw in de tuin. 

Een spitskoolstamppotje kan daar heel goed bij met vegaburger.

Ingrediënten spitskoolstamppotje:

1 spitskooltje

De nodige bloemige aardappels

Peper/zout/nootmuskaat/klontje boter/scheutje melk.

Werkwijze: De aardappels schillen, wassen en in stukken snijden. 


Hoe kleiner hoe sneller gaar. Met iets zout en een beker water opzetten en tot bijna beetgaar garen.

Ondertussen het kooltje afspoelen halveren en rondom de stronk in reepjes snijden. 

Wassen hoeft niet dan gaat onnodig vitamine verloren.

In de pan bij de bijna beetgare aardappels komt de kool bovenop met ietsje zout. 

Even op hoge pit en weer laag. De kool acht minuten meekoken en erbij blijven voor als misschien iets water erbij moet.

Deze werkwijze zorgt ervoor dat de vitaminen niet via het afgieten in het riool verdwijnen. 

Bovendien is beetgare kool veel lekkerder dan de doorgekookte match uit vroeger tijden.

De stamper erdoor en de verdere bovengenoemde ingrediënten. 

Bij mij kwamen twee vegaburgers erbij met wat mosterd plus yoghurt met frambozen uit de tuin.

Tip 2…Elke dag heel vroeg twee uurtjes werken in de tuin is een goede start. 


Ik kwam vijf pyjama kevertjes tegen in een tweedejaars pastinaakplant en voelde mijn spieren bij het rukken aan woekerende planten.

Daarna een cooldown tijdens een ontbijtje op het hofje en beginnen we de dag heel positief…

Tip 3… De mop emmer opgehangen in de bergruimte in de gang motiveert om nog even de keukenvloer te dweilen. 


De afwas gedaan en het pleetje nagelopen zijn de vuiltjes in de afwasbak naar de bodem gezakt. 

De bak wordt geleegd in de mop emmer maar de vuiltjes niet, die gaan door de afvoer.

Tip 4… Het verveelt nooit… het snelle “wok gerechtje” in de stoofpan. 

De nodige dagelijkse groente met wat witte boontjes uit de vriezer voor de nodige vlees
vervangend plantaardig eiwit.

Mijn leventje…Een van mijn luxe uitspattingen is Heleen de pedicure die om de twee maanden mijn voeten verzorgt. 

Ze heeft drie eksterogen onder mijn voet (nieuwe schoenen) verwijderd. 

De nagels geknipt en de nagelriemen


aangepakt. 

Mijn voetzolen gefrased en mijn voeten gemasseerd en het fijnste is wel dat ze dit bij mij thuis komt doen… 

Het is ME time oftewel IK tijd die elk mens zich zou moeten gunnen al is het maar alleen in de zomer…

Een verhaal uit het boek Onderweg naar de vrijheid. 

Eindhoven…Verhuizen…omdat mijn vader promoveerde. “Thuis is waar je werk je naar toe stuurt,” en dat was het centraal gelegen Eindhoven. Na een studie binnen het bedrijf, was vader een treetje hoger geklommen. Hij zou leiding gaan geven aan een team dat in Brabant en Zeeland pijpleidingen legde. Vanuit Limburg zou dat te ver reizen zijn.


De Gasunie gaf een flinke financiële vergoeding voor dit “ongemak.” Geld dat goed werd geïnvesteerd. Een nieuw huis moest er komen voor het grote gezin. Huren was niet meer aan de orde sinds de familie van Deursen er warmpjes bij zat. Er werd gekocht...

Als minderjarige heb je daar niets bij in te brengen. Verhuizen van een rijtjeshuurhuis in Elsloo naar een eigen woning in de nieuwe wijk Woensel in Eindhoven. Het huis was in aanbouw, twee onder een kap met een extra verlengde garage voor de vele fietsen.


Mijn ouders, Henk en Marie bouwden iets op. Drie van de acht kinderen hadden werk. Dat bracht ook geld in het laatje. De jongste dochter en de drie zonen zaten nog op school tot ze niet meer leerplichtig waren. Gerrie mijn oudste zus was getrouwd en in Limburg gebleven.

Het jaar 1969. Ik was 18 en wettelijk nog minderjarig, dat was zo in die tijd. Op kamers gaan wonen en in Limburg blijven was niet gelukt. Daar gaven mijn ouders geen toestemming voor. Er kwam maar gerotzooi van volgens moeder. Achteraf gezien leek het erop dat we zolang mogelijk inkomsten moesten binnenbrengen en zo weinig mogelijk kosten.

De bouw van het nieuwe huis vorderde gestaag… De wijk zo nieuw, dat de wegen nog in aanleg waren. Hele straten met nieuwe woningen. Ik had er niets mee. Niet met de grote stad en ook niet met het huis. Weer zou ik mijn bed moeten delen met een zus. De zolder (met een vaste trap) zou de meidenkamer worden.

pyjama kevertjes.

Er werd niet veel poespas gemaakt. Onze bedden onder het schuine dak geschoven naast de strijkplank en de kerstrommel. Waslijnen tussen de balken. Het was maar voor tijdelijk. De meiden zouden immers binnen enkele jaren uitvliegen volgens moeder. Het was er smoorheet in de zomer; gelukkig was er wel een dakraam dat open kon.

De tweeling sliep op de eerste verdieping. Ze deelden de luxe van een ruime slaapkamer met ingebouwde kastenwand en openslaande ramen. Ernaast lag de echtelijke slaapkamer. Het kleinste kamertje op de eerste verdieping was voor de jongste zoon. Er paste net een bed en een stoel.

Verder was er een gigantische badkamer met een ligbad. Dat er geen gouden kranen in zaten verwonderde me wel. De tegels hadden goud gekost volgens moeder. De jongste dochter en de drie zonen werden aangemeld bij de diverse scholen. De drie oudste dochters (op Gerrie na) waren aangenomen bij Philips, dat was niet moeilijk geweest. Werk genoeg in die tijd. Het leek wel of de hele stad werkzaam was bij Philips.

2 uur per dag tuinwerk.

Volgens mij sleepte ik het mooiste baantje binnen. Serveerster in het POC Philips Ontspanning Centrum. Het centrum bestond uit een megagroot gebouw (naast het PSV stadion) aan de Mathildelaan met o.a. drie restaurants boven elkaar. 

In twee van de restaurants werd dagelijks een lunch geserveerd. Hoe hoger de etage hoe belangrijker de gasten en hoe uitgebreider het menu. Op b.g.g. achter het restaurant lagen de keuken en spoelkeuken. Daarnaast de koffiezet hoek en de personeelskantine. Verder was er een filmzaal en een museum plus garderobe vanuit de hoofdingang bereikbaar, waar een portier in uniform achter de balie zat.

Naast de personeelskantine lag een supergrote hal ( jubileum hal) tevens personeelsingang waar ook een portiersloge was. In de jubileumhal werden grote evenementen gehouden. Bekende artiesten en grote orkesten traden er op o.a. James Last. Mijn jongere zus Tonnie werd baliemedewerkster in een fabriekskantine van een productieafdeling elders. Petra (de zus daar onder) werd productiemedewerkster.

opkomende rucola.

Medische onderzoeken en testen waren met goed gevolg doorlopen. Werkgeversverklaringen werden ondertekend. Maar voorlopig werd er nog niet verhuisd. Dat zou nog wel enkele weken duren. Het huis was nog niet helemaal klaar.

Nog even kreeg ik uitstel en kon nog genieten van het Limburgse land waar ik zo van hield. Annemiek en Hansje! Zou dat na een jaar nog zo zijn? De afstand van een provincie, zou het te doen zijn? Het boeide mijn moeder niet. Er waren belangrijkere zaken…

Alle “oude” meubels gingen naar de familie van moeder in Loon op Zand. Moeder voelde zich geweldig als “rijke zus.”

Er werden nieuwe meubels besteld van zwaar donker eikenhout. Een leren bankstel op roomkleurige wollen vloerbedekking. Een staande klok en twee perzen voor op de tafels. Allemaal uiterlijk vertoon en later heb ik begrepen waarom ze zo geworden was…

Een eethoek met leren bekleding. De openhaard en de zonneschermen met het “oog.” moeder was er weg van zoals ze vertelde aan ieder die het horen wilde. De woonkamer had ook aan de zijkant een raam. Bij wisselende bewolking kwam de zon soms van de zijkant en soms van de voorkant. Dat “oog” was een sensor die het zonnescherm liet zakken of omhooggaan, naargelang de zon erop scheen.

hergebruik sop.
Je kon erop wachten. Ik heb me vaak krom gelachen met die wapperende schermen. De binnendeuren werden van Oisterwijk eikenhout, witte deuren waren niet chiek genoeg. Geld in overvloed leek het wel. Vader die een hoger salaris kreeg en drie dochters die hun hele
salaris af moesten geven, dan kan het wel wat lijden.

Het was schijnbaar heel normaal. We kregen kost en inwoning en een zakgeld wat aan de krappe kant was. Voor mij nog steeds 25 gulden per maand. Ik kon er twee keer van met een weekendretour naar Limburg. Er bleef bijna niets over voor panty’s en de verzorgende middelen. Ik zou een bijbaan moeten zoeken of overwerk. Niet naar Limburg daar dacht ik niet eens aan.

Nog geen twee weken bij P.O.C. aan de slag of ik vroeg een gesprek aan met mijn leidinggevende. Daarvoor moest ik bij de leidinggevende daarboven zijn, werd me gezegd. Bij Philips hadden ze meer bazen dan werkmensen. Uiteindelijk kwam ik in het kantoor van juffrouw M en de heer C. Met juffrouw M. kreeg ik een gesprek...

vuil zakt altijd naar de bodem.

Onderwerp overwerk. De reden daarvoor heb ik wel even moeten toelichten. Ze vond het maar vreemd dat ouders hun kinderen zo kort hielden. Ik moest toch naar mijn verloofde kunnen? Waarom dit ontmoedigingsbeleid? Ach, moeilijk uit te leggen allemaal en wilde ik ook niet. Als ze me maar aan overwerk hielp. Veel steun en tips heb ik door de tijd heen van haar gekregen.

Tijdens mijn vorige baan in Limburg, als verkoopster, had ik geleerd om representatief en mondig te zijn. Dat was misschien ook de reden dat ik die superbaan bij Philips heb gekregen. De dag van de sollicitatie was veel moeite gedaan om er piekfijn uit te zien. Representatief zijn kostte geld. Een goede kapper die mijn moeilijke haar (ik heb vijf weerwassen) aankon was meestal niet goedkoop. Goede make-up en verzorgende crème hoefden niet duur te zijn. Leve de Hema.

Hoe kreeg ik het allemaal rond als ik om de twee weken naar Limburg wilde? Eigenlijk wilde ik elk weekend wel gaan. Ik lag er nachten van wakker…

frambozen sparen in de vriezer.

Juffrouw M. hielp me weldra uit de brand. Ik kreeg drie avonden in de week werk in het restaurant van de tennisbaan. Daar hoefde ik niet ver voor te gaan. De tennisbaan met bijbehorend restaurant lag in de jubileumhal, een schuifwand verder dan de personeelskantine. Om vijf uur in de namiddag als iedereen naar huis ging, nam ik een uur pauze en liep daarna de trap op naar mijn avondbaan.

Met 21 jaar was je 1969 wettelijk meerderjarig, dan pas zou ik thuis weg kunnen. Een bankrekening openen op eigen naam kon al met achttien, vertelde juffrouw M. Nou… alweer wat geleerd. De salarisstrook van mijn overwerk en de afschriften van mijn eigen bankrekening kwamen op het kantoor van mijn werk. Ik bewaarde ze in mijn garderobekast achter slot en grendel.

Wederom een goeie tip… Moeder vond het vreemd, maar ze kon naar mijn werk opbellen en vragen naar juffrouw M. was de boodschap. Of ze het heeft gedaan weet ik niet. Wat was ik gelukkig met mijn bijbaan.

De hoogte van het salaris van mijn veertig-uren-baan van overdag heb ik nooit geweten. Het had geen zin, ik kreeg er toch niets van. Het kwam op de bankrekening van mijn ouders. De specificaties kwamen natuurlijk overdag met de post thuis aan. Ik heb ze nooit gezien. Vakantiegeld? Ik zou het niet weten. Daar hoorde ik collega’s over praten. Sparen voor de uitzet, zoals iedereen deed, gebeurde in mijn geval van mijn bijbaan potje.

Floor bestudeert het kapsel van Heleen.

De harde aanpak van mijn moeder voelde als ontmoedigingsbeleid. Misschien met de hoop dat mijn verloving met Hans uit raakte? Ik werd door moeders “regime” alleen maar strijdbaarder. Hans en zijn familie bleven mijn vluchtweg, zolang Hans het ermee eens was. Niets moet!

Wat hield ik van die mensen. Bij hen vond ik de gezelligheid die in ons gezin ontbrak. Ik dweepte vooral met zijn moeder.

Mijn vader leek zich nergens meer mee te bemoeien en werd helemaal opgeslokt door zijn werk, zijn nieuwe auto en zijn directiekeet. Eens zou ik vrij zijn! Ik moest gewoon mijn tijd uitzitten.

 Oh wat was ik jaloers op Gerrie geweest. Ondanks al haar zuinig oppotten van dubbeltjes en centen in het geldkistje was er net voldoende geld voor de uitzet geweest. De potten en de pannen en het linnengoed.

Haar toekomstige echtgenoot betaalde het leeuwendeel van de inboedel voor hun flatje. Er was thuis veel ruzie geweest wie de bruiloft moest betalen. Gerrie, die niet veel stress aankon, kreeg weer haaruitval. De “mooiste dag” van haar leven droeg ze een pruik. Een nylon blond geval en ik was een van de getuigen. Het moet een drama voor Gerrie zijn geweest…

Wat “romantisch” allemaal. Het gaf me weer een inkijkje “hoe het niet moest gaan.” Maar eens rustig de kat uit de boom kijken en met de stroom meegaan.

snel groente "wokje."

In ieder geval was er voor mij de zekerheid van het inkomen van mijn bijbaan. Daarnaast zou ik investeren in mezelf. Het bedrijf wilde goed opgeleid personeel. Er was een mogelijkheid om via Philips een gratis horecavakopleiding serveerster te volgen. Nou daar meldde ik me natuurlijk direct voor aan. Kennis vergaren in praktijk en theorie. Wat een wonder!

Bij Philips ontspanningscentrum was het dragen van bedrijfskleding verplicht. Dat scheelde veel in kosten. Het bedrijf betaalde de kleding en iedereen droeg hetzelfde. Dat paste wel in moeders straatje.

Ze hoefde voor ons alleen maar op de markt een stapel onderbroeken te kopen en af en toe een BH. In de opruiming een jurk voor de zondag.

Het uniform bestond uit een donkerblauwe jurk, waar je er twee van kreeg. Aan de hals van de jurk zaten knopen waar elke dag een  schoon wit gesteven kraagje in werd geknoopt. Bij het uniform hoorden drie schortjes. Elke dag een schone gesteven kraag en hagelwit schortje waren verplicht. Ik zorgde er wel voor dat er altijd een van elk reserve in mijn kast in de garderobe lag. Er kon immers een ongelukje gebeuren en de jurken waste ik zelf op de hand.

Verder waren twintig denier panty’s en dichte zwarte schoenen verplicht. Die panty’s kosten goudgeld en moest je thuis bewaken als ze uitgespoeld op de verwarming hingen. Ik kocht steeds hetzelfde merk en dezelfde kleur, dan kon ik ze bij elkaar dragen. Was er een ladder in een pantybeen dan knipte ik het been eraf en was er wel weer een andere panty met een heel been. Niemand zag de twee pantybroekjes over elkaar. Zuinigheid en vlijt bouwt huizen als
kastelen.

Met een stopnaald en een kurk heb ik zelf gaatjes in mijn oorlelletjes geprikt. Daar gingen met sterilon zilveren oor stekertjes in. Die moest je de eerste dagen steeds draaien om het gaatje niet dicht te laten groeien. Er kwam een andere bril…en veel later contactlenzen…Ik deed wat me goed leek, zonder overleg met thuis…

Gelukkig was er mijn potje. Dankzij mijn bijbaantje van wekelijks tien tot vijftien overuren.


Werkweken van zestig uur en meer, ik draaide er mijn hand niet voor om. Daar kon nog wel een cursus bij. Zelden was ik thuis en dat was heerlijk.

De tweeling werd aan mijn wekelijks huishoudelijke taak gezet, alle ramen buitenom wassen. Ik was de langste en had al jaren die taak. Daarvoor zou ik ze best iets kunnen geven volgens moeder. Dus niet!!

Het was te zot voor woorden. Hoe komt een mens op het idee? Het stoorde haar dat ik niet vertelde hoeveel ik verdiende met mijn bijbaan. Ze vond mijn bankafschriften niet tussen mijn spullen. Nee, die lagen op mijn werk. Zij gaf geen openheid? Ik ook niet! Ze had net iets te vaak gezegd: “Vuile rotjong, waren jullie maar nooit geboren.” Een van haar latere uitspraken was: “Aan het gas, met jullie” Mijn leven bleef een gevecht dat overleven heette… met in mijn kielzog de broers en zussen, alsof ik hun aanvoerder en beschermer  was.

De tweeling ging de krant rondbrengen en de jongste zoon reclameblaadjes. De jongste dochter had een poetsadresje… en daar was niets mis mee...

Annemiek