donderdag 27 juni 2024

Mijmering 67 Pastasalade, tropenschema, vloerkleden schrobben zonder schrobber, bier als stijfsel en een verhaaltje...

Beste mensen,

De weg is het doel

Je bent onderweg om te genieten van de schoonheid

en wijsheid die je tegen komt. Levenservaring heet dat…

Soms een regen of hagelbui en altijd weer de zon

die je warm en blij maakt en licht en leven brengt...

 Annemiek

Mijmering 67 2024.

Tip… De zon schijnt met behoorlijk hoge temperaturen. Daar maken we direct gebruik van. Wat ongelukjes onlangs gebeurd… zoals rauwe eieren kapot gevallen op de keukenloper, bracht vieze vlekken. 

De loper van de vloer…op de hof en warm water met


wasmiddel (kan ook met afwasmiddel) erover gekeild. Even verspreiden en de tijd en de zon doen het schoonmaakwerk in twee uur of zo.

Planning is zeer belangrijk en omdat de huishoudelijke hulp vandaag kwam kon ze samen met mij in ieder geval die loper hanteren. Ze mocht 2 uur en 28 minuut blijven die vol werd ingezet in teamwork.

Ze haalde het glasgordijn van de rail dat in de wasmachine ging en nat (800 toeren) door Bente weer werd opgehangen. Het glasgordijn fungeert als vliegengordijn.

De paar spullen die nog in de keuken staan (na het ontspullen)werden op de hof gezet en werd de vloer met SUNSODA  en warm water in de week gezet. 

De tijd deed weer zijn best en hebben we ondertussen wat gerust van het “zware” werk.


Bente heeft de vloer afgetrokken met de vloertrekker nou ja althans geprobeerd en werd de vloer geneutraliseerd met schoon water en weer afgetrokken… Bente wordt wel handiger met de tijd denk ik.

Molton dweil erover en heeft Bente me nog geholpen de keukenloper over de keukentrap te hangen. 

Die loper heb ik nog dubbelzijdig met de tuinslang af gespoten. Zo’n synthetische loper droogt in de hitte in vier uurtjes en heb ik ondertussen een dut gedaan…

Tip 2… Bier als stijfsel. Het Brussels kant tafelkleedje werd samen met de glasgordijnen gewassen. 

Ik hou van gesteven kleedjes op tafel…zeker de salontafel waar een deuk in zit. Daar is eens een kroonluchter op gevallen.

Terug naar de stijfsel: Dat spul is nergens meer te koop en ga ik ook niet zoeken.. Geen probleem… 

Het kleedje werd na het wassen in de inhoud van een flesje bier gezet en kliedernat opgehangen. 

De generatie voor mij gebruikte zelfs bier als haarversteviger voordat de krulspelden erin gingen…

Tip 3… Warme dagen in het vooruitzicht en maak ik een basissalade van pasta met tonijn.

Ingrediënten:

1 blikje tonijn met zonnebloemolie (bij de LIDL het beste gevuld)

3 a 4 eieren

De nodige kleine soort pasta (van PLUS)

Yoghurtdressing

Twee stengels bleekselderij.

 Werkwijze: De pasta aldente garen samen met de eieren. 

Afgieten en even de koude kraan erover.

In een kom met de fijn gesneden bleekselderij en de tonijnstukjes. 

Drie eieren bleken voldoende en die zijn gemakkelijk in reepjes

te snijden met de eiersnijder.

Scheut yoghurtdressing erbij en voorzichtig omscheppen. 

Laat eerst de smaakjes maar eens intrekken voordat je zout of peper toevoegt. 

Zout zit al genoeg in de tonijn. 

De kom afgedekt in de koelkast.

Bij basissalade  kan je veel garneren zoals tomaat komkommer augurkjus sla paar olijfjes of ansjovis wat je maar lekker lijkt in de hitte.

Tip 4… Nog een werkje dat door de tijd en de zon werd gedaan? 

Wat bloesjes in een geëmailleerde mega pan in de zon met ietsje wasmiddel in koud water.

Mag ook afwasmiddel zijn dat is altijd PH neutraal. 

De pan wordt super hot in de zon en geleidt die warmte tot fijn/was temperatuur. 

De tijd doet mee en even knijpen in de bloesjes is genoeg. 

In het sop kan nog wel iets anders uitgewassen of ermee gesopt.

De bloesjes spoelen en kliedernat ophangen aan kleerhangers met wasknijpers op de schoudertjes. 

De tijd en de zon drogen en strijken tegelijk en kan het spul zo in de kast. 

Het spoelwater bleef staan en kan je potplanten mee gieten.


Tip 5... Inmiddels ruim twee kilo frambozen in de vriezer bij elkaar gespaard wordt confiture gemaakt. 

Op elke kilo fruit 1 pond pak  geleisuiker 1:2. Als je een theekan of koffiekan hebt van bijvoorbeeld een koffiezetapparaat kan je gemakkelijker de jam kokend heet in de potten gieten. 

Tot aan de rand vol gieten en de rand moet schoon blijven.


 Deksel erop en op de kop zetten tot ze afgekoeld zijn. 

Mijn leventje… Tijdens hittedagen leef ik volgens tropenschema. 

Vroeg in de ochtend (6 uur of eerder) de potplanten water geven op de hof. 

Ramen en deuren tegen elkaar open om te luchten en een afwasje doen en stofzuigen. 

Vanaf acht uur gordijnen en rolluiken dicht om de hitte buiten te houden. 

Dan pas ga ik mezelf verzorgen.

In de middag een siësta indien mogelijk. 


Hortensia’s kunnen verbranden door de stekende zon en een wit laken erover spannen helpt. 

Met wasknijpers kan je dat waar nodig vastzetten… Ik kwam niet zo hoog en om te voorkomen dat ik weer een heup breek heb ik het bij een poging gelaten.

Tip 5… Tijdens hittedagen kan je grote lappen wassen en laten drogen. 

Misschien de winterjassen of de bedesprei, de dekbedden als die wasbaar zijn… 

Ze zijn aan de lijn in een paar uurtjes droog…

Tot slot een verhaaltje uit mijn boek  “Heimwee naar Heusden” om de hitte door te komen.

Wasdag.

Maandag wasdag. Dat is al eeuwen zo in Nederland dus ook bij ons thuis. Daar ging heel wat aan vooraf. Wasdag begon op zondagavond. Dan werd de kachel in de kelder aangemaakt.

Eerst wat blokken hout erin, daar wat dun aanmaakhout bovenop, een scheut petroleum en de vlam erin. Even later wat kolen erop. Ik denk eierkolen, want de antraciet was voor de haard in de kamer.

De grote wasketel werd gevuld met alle witte was.

Lakens, slopen, ondergoed, washandjes, handdoeken en vooral luiers, maar ook gekke badstof lapjes met twee knoopsgaten erin.

Die lapjes en de poepluiers hadden een dag in de week gestaan in een sopje.

De wasketel werd gevuld met water, op de kachel gezet. Daar werd dan een dubbele blok Sunlightzeep bij gedaan.

Moeder sneed die zeep in stukken met een oud mes. De heel vieze vlekken werden met groene zeep ingesmeerd.

Ik kan me nog goed de geur van het kokend sop herinneren.

Soms ging ik zo maar op zondagavond de was/kelder in.

Om de geur en de warmte van het was wonder te voelen.

Dat was moeders werk geweest. Het mijne kwam vroeg in de ochtend op maandag.

Ik kan me niet meer herinneren hoe oud ik was toen het begon. Rond mijn negende jaar moet dat zijn geweest. Moeder maakte me steeds zachtjes wakker zodat de andere zussen nog konden doorslapen.

 

Maandagmorgen vroeg was de wondere wereld van de warme kachel voorbij. Die was langzaam uitgegaan in de loop van de nacht. Maar het sop was nog flink heet. Hoe vaak heb ik me verbrand als ik met de houten knijper een kussensloop eruit haalde. 

Daar hing soms een bel heel heet water in. Die zag ik dan niet omdat ik nog te klein was en het werken boven mijn macht  moest gebeuren. Enkele malen ben ik flink verbrand aan mijn borst. Daar kwam dan nieuw vel op na de blaren. Op de nieuwe huid kwamen kleine donkere vlekjes net sproeten... Ik leerde daarna op tijd weg te springen. Een mens wordt handig in die dingen. 

Eerst werd de was in de wasmachine gedraaid. Maar even hoor, stroom kost geld. In de wasmachine zat een elektrisch aangedreven schoep in een geëmailleerde ronde machine met een wringer erop. Alle was moest na het draaien door die wringer.

Dat was leuk werk. Daar werd ik handig in, nadat ik de nodige keren met mijn vingers tussen de rollen had gezeten.

 Met mijn rechterhand draaide ik aan de slinger, terwijl mijn linkerhand tegelijk de was tussen de rollen stopte. Daar moest je de aandacht bijhouden. Ik was trots dat ik dat kon.

Terwijl de bonte was in de wasmachine draaide in het zelfde sop werd de witte was gespoeld, in een zinken wasteil.

Daar hadden we in Heusden nog in gezeten als we “in bad” moesten. Dat leek zo lang geleden. Moeder had nog een kleiner wasteiltje. Daar werd de was een tweede keer in gespoeld. 

Een zakje reckittblauw was daar doorheen gehaald om een blauw tintje aan het goed te geven. Dat deed toen elke goede huisvrouw.

De gespoelde was moest nog een keer door de wringer…Daarna moest de bonte was door de wringer, tweemaal gespoeld en weer door de wringer. Via een slang kon je de wasmachine leegmaken in emmers die in de wasbak geleegd moesten worden. Dat was zwaar werk.

Moeder had dan al enkele malen vanaf de trap geroepen of de was al buiten kon. Ze wilde de eerste zijn van de buurt.


De waslijnen werden eerst afgeveegd met een oud lapje. Dan werd alles gesorteerd opgehangen. Luiers bij elkaar, dan handdoeken enz..…Alles had zijn eigen plekje leek het wel.

Soms waren de vlekken in de luiers of die vreemde badstof lapjes er niet helemaal uitgegaan. Die werden dan op het grasveldje gelegd, de bleek, noemde moeder dat. Die luiers werden het eerst gebruikt. Diezelfde dag nog.

Dan was het meestal tijd om naar school te gaan. Rennen met een boterham in de hand! Om klokslag negen de klas in. Soms later en soms hield moeder me thuis, zogenaamd ziek omdat er wel erg veel vuile was lag…

De verdere afhandeling van de werkkleding werd in de loop van de ochtend door moeder gedaan. Tussen de middag zag ik dan of het goed gedroogd had. Dat merkte je direct aan moeders humeur.


Als de volle fris geurende droge was in manden op het plaatsje stonden was het goed.... Soms had moeder de was binnen moeten halen en in de kelder opnieuw moeten ophangen. Dan was moeder flink chagrijnig.

Na school om vier uur werden de spoelwater wasteilen leeggemaakt. Ook dat was mijn werk en stonden ze op me te wachten. 

Ik schrobde er de kelder vloeren mee, het trapje en de stoep.

De kachel werd uitgehaald en gepoetst. De wasteilen uitgedroogd en op de haken gehangen.

De wasmachine werd op haar plaats gezet in het hoekje met een doek erover. 

De kabel netjes opgerold rond de beugels aan de achterkant en een lapje tussen de wringer. 

Hoe vaak ben ik aan de stroom blijven hangen omdat ik met natte handen aan de stekker kwam en de kabels blood lagen. Dat durfde ik dan niet te zeggen...

Ook dat moest geleerd door schade en schande. 

Direct na school was mijn zus Gerrie al bezig met de strijk. Dat was haar werk.

Op de keukentafel, over het Desso tafelkleed, werd een grote molton deken gelegd, de “strijkdeken”.

De stoelen op een rijtje gezet. Hierop werd de gestreken was direct gesorteerd: voor in de kast in de voorkamer boven en voor de achter slaapkamer van vader en moeder. Zelfs de onderbroeken werden gestreken…

Dan was de kop van de week eraf. Dat betekende heel veel als alles goed was gegaan. Daar gingen we voor. Ik heb er liefde voor bollend wasgoed in de wind aan overgehouden.

Voor mij geen droger, alleen in noodgeval. Zelfs in de winter als het vriest, droog ik mijn wasje buiten. En als er gestreken moet worden, betrap ik mezelf wel eens op de gedachte: “Dat is niet mijn werk, dat moet Gerrie doen!”

Annemiek