maandag 24 juni 2024

Mijmering 66 Salata Niçoise, ratatouille... toch een oranje worteltaart? En een verhaaltje...

Beste mensen,

Juist als je alle controle loslaat

toont het leven zich in zijn volle omvang...

 Annemiek

 Mijmering 66 2024.

Tip… Als het niet gaat zoals het moet dan moet het maar gaan zoals het kan. 

Kruiden zoals tijm gooi ik zo in de pan een heel takje tegelijk. 

Op mijn bord vis ik de stengeltjes wel eruit. 

Niets mis mee en uien snipper ik niet meer, (levensgevaarlijk Annemiek met een mes) en gaan in grove stukken in de stoofpan. 

Ook niets mis mee. 

Groente schoonmaken  gebeurd aan de tuintafel op mijn gemakje en het geluk van buiten zijn op mijn hofje  is groot. 

Ik tel mijn zegeningen…

Het eekhoorntjes voer bevalt Jeanke niet en zit hij breeduit in de vogelvoermand de mezenbollen van hun netje te ontdoen en op te eten. 

De mussen en de meesjes jaagt hij weg, al komen ze steeds weer terug. 

De wereld van het hofje is boeiend… Deze vakkenvuller ging weer op de fiets naar de diervoer winkel voor mezenbollen.

 Therapie met een doel noemen ze dat…

Ik lig loge in mijn bed met de ramen op kiep en luister naar de verre klanken van Pinkpop optredens. 

Ze hielden het Godzijdank droog op de zaterdag en zeker op zonnige zondag. 

De vele bezoekers van verre waren voorbereid met fietsen achterop auto’s zag ik. 

Berg op en af in Landgraaf, goed voor de conditie en om katers weg te werken.

Toch nog naar de markt gewoon voor de lol en kwam ik lieve mensen tegen die me misten in het consuminderhuis. Tja...

De buitenbeentjes courget waren vijf voor een euro en de echt gave paprika’s zes voor 2,50 euro. Wortels niet vergeten voor de ratatouille…en… een worteltaart (oranjetaart)voor een vriendinneke gemaakt om Nederland Oranje te vieren… Zie mijmering 61

https://annemieksmijmeringen.blogspot.com/2024/06/beste-


mensen-elke-gedachte-die-we.html 

De zomer hangt toch echt in de lucht en fiets ik nog langs Bikenation en pompen de mannen mijn banden op. Ze volgen me al jaren op de voet… “Nog een zomer op de fiets Annemiek?” Zeker weten…

Tip 2 Ratatouille.

Ingrediënten:

2 uien

2 kleine courget

3 aardappels

2 paprika

Tenen knoflook

Enkele rijpe  tomaatjes

Olie

Peper/zout

Tijm basilicum salie

Werkwijze: De gesnipperde uien aanfruiten en even later de tenen knoflook erbij. Dan de rest van de groente in stukken gesneden toevoegen en de kruiden plus peper/zout. 

Even op hoge pit en omscheppen, dan op lage pit met de deksel op de pan laten stoven tot beetgaar. Ratatouille kan warm en koud gegeten worden… met een homp brood.

Tip 3… Boven en beneden reikhoogte stoffen kan ook met de stofzuiger merk ik. Met het stofzuigerhulpstuk met borsteltje.

Tip 4… Heerlijke zomer en Salata Niçoise op het menu.

Ingrediënten:

Half blikje tonijn in olie ( de rest kan je morgen pastasalade met tonijn van maken.

Half potje ansjovis (maar hoeft niet)

1 ei

stuk komkommer

Half pond verse sperziebonen (reclame bij de LIDL)

1 rode ui in ringen (wat ik niet snijden kon ging in een potje in de koelkast)

Tien olijven of zo

1 tomaat

Blaadjes verschillende soorten sla

Gemalen zeezout

Olijfolie voor koud gebruik

Werkwijze: De puntjes van de boontjes verwijderen eventueel middendoor en met het ei in een pannetje water koken. Vanaf kookpunt acht minuut.

Was de sla en maak de schotel alvast op. De boontjes na afkoelen op de sla leggen. Zeezout en olijfolie erop sprenkelen. De schotel is voor twee personen… 

Ik heb bij de lunch de helft gegeten en als maaltijdsalade later op de dag de andere helft.

Mijn leventje… Afgelopen vrijdag kwam Bente me helpen. De vijfde vervangende huishoudelijke hulp in twee weken. 

Ze kwam anderhalf uur en Floor sloot haar direct in haar hart en sprong op haar schoot. 

Bente schrok wel een beetje van zoveel overweldigende liefde. Bente is piepjong en een schoonheid, dat moet gezegd. Ze stond ervoor open iets te leren en dat is al iets nietwaar.

Heerlijke zonnige zondag en ben ik naar Nonke Buuske gefietst om de Pinkpoppers te ontlopen (nieuw woord) Iets meer dan 30 km heen en terug. 

Om te vieren dat ondanks een gebroken heup ik toch weer op de fiets zit, heb ik bij ijscoland in Schinveld mezelf op een notencoupe ijs
getracteerd.

 Dat doe ik natuurlijk niet elke keer… Bij Nonke Buuske trof ik bekenden en hebben we op de deel bijgepraat. Er was kruisbessenvlaai van kruisbessen eigen oogst. 

Een heerlijkheid moet ik zeggen…en op zaterdag gebakken in de schanser oven die daarna in brand is gevlogen. 

Oververhit en wordt weer gerepareerd vertelde de meneer van de technische dienst…

Tot slot een verhaaltje uit Heimwee naar Heusden.

Het huis in Elsloo…

Het Limburgse land. De schoonheid ervan zag ik als kind van zeven nog niet.

Ons nieuwe huis was groot, schoon en nieuw. Het voelde niet als ons vertrouwde kleine oude huis in Heusden dat me als een oude jas omsluiten kon.

Het kleine blije kind met het stepje was op het trottoir in het oude vestingstadje achtergebleven. Mijn kindertijd leek op mijn zevende jaar voorbij…

In Elsloo moest ik groot en sterk zijn want er werd heel veel van me verwacht.

Mijn ruim een jaar oudere zusje Gerrie zat nu aan het lessenaartje achter me in de eerste klas. Samen gingen we de strijd aan, maar meestal verschool zij zich achter mijn rug. Letterlijk en figuurlijk…tot in onze puberteit. We werden uitgescholden en gepest. Daardoor was je altijd waakzaam en werd het kind Annemiek een strijder.

Het huis in Elsloo gaf geen geborgenheid en moeder evenmin. Ze was geen moeder die knuffelde. Als je huilde, stuurde ze je naar boven. Ze hield niet van “jankers”.

Ze was een vrouw die haar kinderen nooit een zoen gaf of op schoot nam. Ze had het te druk of had het niet in zich om zich te verdiepen in verdriet, of heimwee van haar kinderen. Dat moet je gegeven zijn. We moesten er zelf maar een weg in vinden.

Ze kookte en waste, maakte schoon delegeerde en leidde ons op. In deze tijd zou ze leidinggevende zijn geworden. Het huis was haar trots…  Het was belangrijk voor haar wat de familie en de buren van haar dachten. Veel later heb ik begrepen waar dat gevoel uit voort moet zijn gekomen…

Het huis moest altijd tip top in orde zijn, mooier dan de andere huizen, daar streefde moeder naar.

In onze straat woonden nog drie Brabantse, een Fries, een Pools en twee Surinaamse gezinnen.

Van heinde en verre waren “De emigranten” gekomen, naar de mijnen, voor werk en goed geld. Straten vol vreemdelingen, die soms troost bij elkaar zochten. Vader hielp iedereen die dat nodig had met een lach en een kwinkslag. “Zal ik effe een hand helpen?” Overal werd gewerkt, huizen ingericht en tuinen aangelegd.

Vader maakte waslijnen en een “kloplat” voor de kokosmat en de vloerkleden van de goei kamer. Hij maakte haken voor die “kloplat” om fietsen aan op te hangen zodat je gemakkelijk de velgen kon poetsen met pol metaalpoets. Dat moest ook wekelijks gebeuren…

In de gang en op de trap lag een rode loper met koperen roeden vastgelegd. dat was modern in die tijd. De tegel gangvloer(naast de loper) werd wekelijks geboend met tubes witte boenwas ik geloof van “hartendief.” Zelfs de WC bril werd geboend.

In de keuken stonden de vele formicastoelen rond de tafel. Daarop lag het Desso tafelkleed met daaronder een plastic met molton gevoerd “zeil” met bloemen bedrukt. Daar werden de borden opgezet als we gingen eten…met middenin de pan op een treefje.

Ik zie alles zo voor me en ruik de kachel, vroeg in de morgen als hij net was aangemaakt. 

Dat was al snel mijn taak.

Eerst de asla legen achter in het pad. Proppen papier onderin de kachel, daarop wat aanmaakhoutjes en een scheut petroleum die wel eens voor een steekvlam zorgde, als ik voor de zekerheid een scheut erbij mikte. Dan verbrande ik mijn wenkbrauwen of een toef haar. De geur van verbrand haar is me bekend…

De blaadjes schuurpapier waar de kachel mee geschuurd moest worden, de tube kachelpoets en de kolenkit die steeds gevuld moest worden vanuit de kelder. Dat behoorde ook tot mijn taken…

De schuifdeuren naar de achterkamer waren overdag gesloten.

De “goei” kamer werd alleen in de avonduren gebruikt.

Dan kwam soms de oude Philips grammofoon op tafel, met de 78 -toeren plaat van Freddy Quinn Heimatlos (1958) Die hadden we van ome Jan gekregen die bij Philips in Eindhoven werkte en in Veldhoven woonde.

Ome Jan en tante Sjaan kochten een nieuw soort platenspeler voor personeelsprijs en kregen wij de oude koffergrammofoon waarvan de luidspreker in het deksel zat.

In die achterkamer heeft nog even het theekastje van oma gestaan en de rode pluche stoelen met bollen aan de poten en de bijbehorende uitschuiftafel.  Die werden ook wekelijks geboend.  Naar mijn gevoel renden we alleen maar door het huis, trap op en af, van klus naar klus voor en na school.

Heel in het begin stonden nog de twee fauteuils in de voorkamer en de sanseveria’s op de vensterbank naast de ficus waarvan de bladeren zelfs werden gepoetst.

Moeder wilde al snel vernieuwen. Moderner dan de buren, ze ging voor uiterlijk vertoon. De kamer veranderde weldra.

Er kwamen linoleumtegels op de vloer die ook weer werden geboend en nieuwe meubels.

 De bovenverdieping, is jaren hetzelfde gebleven daar kwam toch geen mens. Vriendinnetjes mochten we niet hebben, en zeker niet meebrengen. We hadden volgens moeder “jong” genoeg van onszelf.

 

Op vrijdag hoefden we niet meer in de teil. Er was een badkamer met een lavet, waarin moeder de kleintjes in bad kon stoppen.

 De grote meisjes wasten zich al zelf en als het te lang duurde zette moeder in de keuken de geiser uit.

Via de keuken kwam je in de kelder, dat was het wonder van het huis. Drie kelders naast elkaar die ook wekelijks werden schoongemaakt en op tijd een nieuwe wit/laag kregen op muren en plafon.

 Ik herinner me de schappen bovenaan de keldertrap, waar de pakjes margarine op een grote schaal lagen. Die schaal was nog van oma geweest.

Hoog tegen de muur links van de trap in een schap stonden de flessen chloor en zoutzuur, waarmee dagelijks de wc-pot werd schoongemaakt. Dat schap heeft vader gemaakt en is er nu nog weet ik… Het zit nog steeds goed in de verf. Ik ben een jaar of wat geleden met Petra nog in het huis geweest, daar woont nu een oud/collega van Petra waar we toevallig achter kwamen…

Vader had in de kleinste kelder planken getimmerd voor de weckpotten. Bovenop, vooraan, stonden de kleine glaasjes met de kersen, daarachter de appelmoes en de bonen.

Achter een gordijn de lege potten en de klemmen en ringen in een schoenendoos. Op het hoekje stond de petroleumkan. Jawel die waar ik wel eens te scheutig mee was.

Er stond een Keulse pot met zuurkool met een plank bovenop en onder de trap lagen de aardappels in een hok. Als ik mijn ogen sluit, ruik ik nog de geur van de winteraardappelen waar ik wel eens diep in een hoekje appels tussen verstopte. Die ging ik in de winter weer op duiken.. Tot mijn verbazing bleven ze gaaf…

 Er was een was/kelder met de deur naar buiten het trapje op en stond je achterop de plaats. In die was/kelder stond de wasmachine met wringer erop en de kachel om de kookwas op te koken.

Er was een wasbak met een kraan waarnaast aan haken de zinken wasteilen hingen.

De resterende kelder was voor de fietsen en de kolenhokken en langzaam werd het huis vertrouwd.

We werden groter en kregen steeds meer taken, na school en in de vakanties werd de grote schoonmaak gedaan. Alle matrassen en dekens naar buiten en met de mattenklopper uitgeklopt.

De weck werd gedaan…zakken vol bonen ingemaakt en appels tot appelmoes verwerkt. Die haalde ik meestal met de fiets bij de boer in Catsop. Dat betekende terug lopen met die zak in het midden van de fiets.

Ik was niet de oudste dochter maar wel de sterkste en de grootste. Bij gemis van een zoon kreeg ik de zware “mannen” taken. Vader noemde mij zijn knechtje en hoorde ik voor mijn gevoel bij de mannen… Dat was voor mij een eer want ik hield heel veel van vader. Hij was altijd blij… In die tijd is iets mis gegaan in mijn denken… is toen wellicht het zaadje van een  identiteit crisis gaan kiemen?

Vader was voor zijn werk door de week vaak “in de kost” verder weg in Brabant of Zeeland gasleidingen leggen. 

Hij gaf me voor hij weer vertrok opdrachten voor de tuin, de konijnen en de kippen. Daardoor kwam ik een beetje buiten het gezin te staan en had daardoor meer vrijheid. Mijn frêle oudere zusje Gerry was voor het fijnere vrouwenwerk.

De kleuters en peuters, daar speelde ze moedertje mee. Altijd bezig met luiers en kindjes voeren. Het waren voor haar levende poppen.

Moeder hield niet zo van baby’s. Ze baarde ze met tegenzin begreep ik…

Annemiek

p.s. De foto's zijn van Nonke Buuske in Schinveld...