woensdag 4 september 2024

Mijmering 86 Korte lijn kleding doorgeven, de ijzerboer, ontspullen met hulp en een verhaaltje.

Korte lijn kleding doorgeven.
Beste mensen

Golven kun je niet tegen houden,

Maar je kunt wel leren surfen…

Annemiek

Mijmering 86 2024.

Tip…Weer wat losse eindjes afwerken zoals mijn bankpas activeren en twee boeken afgeven, katheters en urinezakken proberen door te geven plus glas naar de glasbak. Dergelijke klussen kunnen beter uit je hoofd zijn…Dat ruimt op…


Tip 2…Yoghurtdressing koop ik ook al niet meer maar maak het spul naargelang nodig zelf wel. 

Scheut volle yoghurt, eetlepel mosterd en mayonaise. 

Even roeren en proeven, zout doe ik er niet bij al kan je toevoegen wat jou lekker lijkt.

De nodige kleine soort pasta. 

Een blikje tonijn erdoor en stengels fijngesneden bleekselderij plus een handvol witte rozijnen…

Daar kan op het bord komkommer tomaat en eitjes bij… Voor de hot dagen…

Tip 3…Mijn haarborstel heb ik al langer dan 25 jaar. 

De steel heeft losgelaten omdat de lijm niet meer werkt. 

Een nieuwe borstel kopen? Ik denk er niet aan… Lijm heb ik ook niet… 

Een stukje ducktape om uiteinde borstel en de steel er weer op rammen. 

Gaat mijn tijd wel mee…

Tip 4… Na vele telefoontjes en bot vangen ben ik heel dichtbij geslaagd 

met doorgeven van overtollige urine bags en katheters. 

Stichting samen Delen Heerlen/Landgraaf is de dozen komen ophalen en gaan de goede gaven naar Polen…

Tip 5…. Hergebruik duurzaamheid. De korte weg in kleding doorgeven 


De blijheid zien van weer een hele “nieuwe” garderobe krijgen.  Goed voor het milieu de Aarde en…je portemonnee… 

De goede gever krijgt een fotootje en geniet daardoor mee in alle blijheid…

Tip 6… De korte lijn in oud ijzer doorgeven maakt net zo blij.

Kleding doorgeven.
Mijn MEANDER hulp Jeffrey wist een adres en een appje was genoeg. 

Meneer komt morgenvroeg alles ophalen wat hij kan gebruiken.

Tip 7… Je huis ontspullen kan je beter niet alleen doen. Samen met iemand die je kan vertrouwen is aan te raden. 

Het is emotioneel en die ander kan je eraf halen als een pauze nodig is. 

Verder hoeft het niet af en kan in etappes gebeuren.

Kleding doorgeven.

Mijn leventje… Bij het ontspullen van de rommelkamer kwam ik mijn hele leven tegen, en natuurlijk van mijn zoon. 

Het was een vreselijk door elkaar zootje waarbij Jeffrey de hulp me geholpen heeft bij het sorteren. 

Stapels wat weg kan en wat bewaard.

Direct afval scheiden en als ik het overzicht verloor wist Jeffrey het nog wel... 

Op de kop van de bananendozen staat met permanent marker vermeld wat erin zit. 


Mijn “huiswerk” voor komende week is: Te grote glazen potten naar de glasbak en het oud papier afvoeren. 

Morgen het oud ijzer en komende vrijdag de restafvalcontainer aan de straat zetten om te legen…

Volgende week hebben we dan weer een lege container om te vullen. 

Komende vrijdag gaat het logeerbed weg dat Jeffrey al heeft afgebroken en hebben we

Afvoeren logeerbed.

alweer een kamer leeg…

Vervolg van het verhaal “serveerstercursus/personeelskantine” uit het boek Onderweg naar de Vrijheid.  

Tussendoor moest de administratie van de personeelskantine bijgehouden worden. Wat ik bestelde/innam, wat er uitging en afgeschreven werd. (niet houdbaar voedsel)

Aan het einde van de dag werd mijn administratie aan de chef-kok meneer van H. afgegeven, mijn kasboek en de geldkist. De planning voor de vergaderingen van de dag erna opgehaald en de bestellingen gedaan. Hij controleerde mijn werk en zette zijn paraaf in mijn kasboek. De volgende dag zat er gewoon weer twintig gulden wisselgeld in mijn geldkist die ik tegen lunchtijd bij hem ophaalde.

Met de hoofdserveerster van de restaurants had ik niets meer te maken. De chef-kok was mijn nieuwe leidinggevende. Daar moest ik wel aan wennen. Hij was een strenge baas maar wel rechtvaardig volgens mij.

Wat ik nog wil bewaren.

Op onverwachte tijden kwam hij mijn werk in de kantine controleren, of alles voldoende en/of geen klachten waren. Hij keek eens naar de bloemen trok zijn wenkbrauwen op en gaf geen commentaar. Tot mijn verbazing kreeg ik veel fooi in de kantine. Dat hoefde ik niet af te dragen volgens meneer van H. Alweer een meevaller en kon ik elk weekend naar Limburg. De Goden waren met mij…

 De grote fooien waren misschien wel een compliment voor de gezellige sfeer. De tafelkleedjes de bloemen, servetten en de blijheid. Tegen Kersttijd maakte ik Kerststukjes en zorgde voor een zacht kerstmuziekje uit een cassetterecorder. Wie goed doet, goed ontmoet.

Mijn juichende zangstem schalde tegen de muren omhoog als ik dacht dat niemand het hoorde en de stoelen een sopje gaf. De mensen waren altijd blij als het koffietijd was. Ik deed daar nog een schepje bovenop.

Korte metten met de zooi.

Ach mijn werk… ik was er volmaakt gelukkig en was er zo graag dat ik er mijn bed had willen zetten, voor mijn part in een bezemkast. Naar huis gaan was voor mij straf en fietste ik soms nog een straatje om, tot ik dacht dat ze naar bed waren. Ik haatte de manier waarop mijn moeder thuis de kinderen drilde. Een militair opleidingskamp was er niks bij. Het liefst was ik zo weinig mogelijk thuis.

Mijn topdagen waren die van mijn bijbaantje. Als ik om 17.00 uur klaar was met werken in de kantine, at ik een broodje, dronk koffie, las een boek en knapte mezelf wat op in de garderobe van het stiller wordende gebouw. Even na 18.00 uur de trap op naar het restaurant van de tennisbaan. Drie dagen van de week (meestal aan de kop van de week) ging ik om half acht in de ochtend de deur uit en kwam tegen 23.00 uur thuis.

Het naaidoosje wat ik voor mijn zoon
maakte toen hij op kamers ging wonen.

Vooral de avondbaan was meer ontspanning dan werk. Om het uur kwamen enkele mensen wat drinken als er gewisseld werd op de tennisbanen. Ik maakte wat schoon in de pantry en vouwde stapels damast servetten in hoedjes voor de restaurants. 

Altijd stonden wel bakken met bestek om te poleren. Daar legde ik dan een schone glazendoek overheen met een briefje erop. Soms was er het verzoek om vele dienbladen met glazen klaar te zetten en te poleren voor een receptie. Verder dronk ik sloten koffie en at dozen koekjes leeg om de tijd te doden en niet in slaap te vallen…

Er kwam wel eens een collega me gezelschap houden als ze moesten overwerken. Ook waren er regelmatig concerten in de jubileumhal. Artiesten zoals AndrĂ© van Duin, Udo Jurgens en de grote Duitse orkesten. Dan werden de tennisnetten door de toneeljongens opgeruimd en werkte ik opeens als persoonlijke serveerster voor een “ster” die achter de coulissen heel anders bleek te zijn dan op het podium.

Spreekt voor zichzelf.

Carnaval was een drie dagen durend feest in de jubileumhal. Dagen en halve nachten zonder pauze achter de bar. Dat kon allemaal nog in die tijd.  Marathons van werkdagen van wel 20 uur achter elkaar zonder ingreep van de arbeidsinspectie. Ik weet hoe het voelt als je niet meer op je benen kan staan. Als we een glaasje cognac op de goede afloop kregen, vielen we als blokken om.

Dan hingen we in een stoel of zaten op een traptrede opeens te janken van vermoeidheid in afwachting van een taxi die ons naar huis bracht…

Het was een geweldige tijd, als de ruzies met moeder er niet waren geweest. De weinige uren dat ik thuis was werd er gesnauwd en gegrauwd. Waar ik was en wanneer, ze wilde het allemaal weten want ik woonde nog thuis. Van mij hoorde ze niets, waarom zou ik?

Ze hoorde mijn zussen uit, gemakkelijke slachtoffers, als ze al iets hadden geweten. Ik keek wel uit. Eten hoefden ze thuis ook niet meer te bewaren. Al dat gezeur om niks…  Warm eten deed ik wel op mijn werk om 14.00 uur in de middagpauze.


Sinds ik de koks schandelijk verwende met koffie tijdens hun top drukke tijden voor de restaurants, at ik met ze mee. Super heerlijke “resten” van de exclusieve gerechten die van de lunch in de restaurants over waren. Ik hoorde bij hun team dus maakten ze voor mij gewoon ook een bordje met altijd een zalig nagerecht.

Daarna gingen de koks een kaartje leggen en ik las een boek. Thuis waren er  geen onkosten meer voor mij. Mijn schoenen en vrijetijdskleding kocht ik ook zelf.  De paar uren dat ik geen bedrijfskleding droeg wilde ik mooi en aantrekkelijk zijn, dat hoorde bij mijn stijgende eigenwaarde…

Elk lang weekend en zeker rond de feestdagen bracht ik door in Limburg met Hans, zijn familie en de vrienden. In Eindhoven een heel salaris afdragen voor 5 nachten per week een plek in bed op zolder, een beetje water om te douchen en een machine was van de kragen en de schortjes. Ik kon laaiend worden als ik eraan dacht. Het was niet anders. Ik zou geduld moeten hebben. Aftellen en uitzitten…dagen weken maanden.

Weglopen had geen zin, ik zou teruggehaald worden daar kende ik moeder wel voor. Ze bezuinigde op alles wat de kinderen nodig hadden wat ik met lede ogen aanzag.

Voor dokterskosten hadden ze indertijd een eigen risico bij het ziekenfonds. Dat kwam door het hoge salaris van vader heb ik begrepen. Doktersbezoek werd door moeder ontmoedigd. Met een nijptang werd een grote teennagel van Petra’s voet getrokken. Daarna met de voet in de soda. Moeder was met de auto over haar voet gereden, die gekneusd leek. Dat gebeurde zonder dat “onze pap” het wist. Uit angst werd gezwegen…

Samen Delen haalt katheters op.

Ernstige acne? Daar zou deppen met de eerste ochtend urine voor helpen. Haaruitval en eczeemplekken van de stress, dan werd je hoofd met groene zeep gewassen en sodawater. Een van de tweeling had een val gemaakt en lelijke schaafwonden op arm been en heup, waar steentjes van het asfalt inzaten. Die werden met een borstel verwijdert en de wond met sodawater gewassen. De jongen viel flauw. Ik kan beter stoppen en de verdere lijst gesloten laten. Het was te erg…Ik had het geluk veel aan te kunnen en elders gezond eten te krijgen.

Hans was inmiddels goedgekeurd voor militaire dienst en bij de Koninklijke Marine ingedeeld. Weldra kwam de oproep en werd hij hofmeester (bediening voor de officieren) op bevoorradingsschip Hare Majesteit de Poolster. Het marine pakje met de witte kraag stond hem heel goed. De matrozen pet met het vaantje op zijn krullen.

Reparatie borstel

 “Zijn” schip was meestal onderweg van Frankrijk naar Denemarken en had als thuishaven Den Helder. We schreven brieven en maakten plannen voor een wettelijk huwelijk. Dan zou aan hem een kostwinnersvergoeding worden uitbetaald door het leger. Dat bracht geld op voor de uitzet en ons doel dichterbij…

Elk weekend bleef ik naar Limburg gaan, ook al was Hans op zee. Dan bracht ik dagdelen door met Nelleke en Gerard en hielp mijn “schoonmoeder.” De problemen die Gerard bleef houden over zijn “geaardheid” kon hij niet meer aan.

Ook hij wilde thuis weg van zijn vader die het “homo zijn” eruit ranselde, wat natuurlijk niet lukte. Gerard werd heel depressief en ik kon niets voor hem doen, alleen maar luisteren.

Op een dag heeft hij de weg naar de vrijheid gevonden, sloot zich op in de schuur en zette


zijn brommer aan. Daarmee was hij voor altijd verlost van de wreedheid van zijn vader…

Hoe moet zijn moeder en zus zich hebben gevoeld…en zijn vader die zijn zoon de weg naar zelfdoding op had gejaagd? We waren er kapot van… Het gevolg bij mij was, dat ik uiteindelijk ben ingestort! Al wist ik dat even uit te stellen tot het niet meer tegen te houden was.

Op maandag namiddag werd ik in de kantine gevonden door meneer van H.. Huilend met mijn hoofd op mijn armen op tafel. Hij kwam eens kijken waarom de administratie en geldkist er nog niet waren. Hij aaide eens over mijn rug, maar ik kon niet meer  stoppen met snikken. Wat doe je dan…

Hij ging naast me zitten, sloeg een arm om me heen en trok me zonder woorden tegen zich aan, zijn armen om me heen. Zijn schouder bracht troost en beschutting waartegen ik als een klein kind urenlang zou willen schuilen tot ik weer een beetje sterk zou kunnen zijn…

Hij vroeg niets,  hield me alleen maar vast, haalde later een glas water, een natte doek en was er voor een moe gestreden mens. Een schouder die Hans niet geven kon, die leunde altijd op mij… bij mijn moeder had ik nooit troost gevonden. Voor haar was ik alleen maar een inkomstenbron en mijn vader was tegenwoordig te druk.

Het gezin waaruit ik kwam was niet veilig… Ik streed alleen… met mijn rug tegen de muur, altijd controle proberen te houden en waakzaam…

Tijdens mijn werk bij het consuminderhuis heb ik deze lichaamstaal meermalen herkent en kon mensen helpen. Diep trieste verhalen haalde ik naar boven die eindelijk werden vertelt van geweld tot incest en kon ik doorverwijzen naar een hulpverlening. Soms ging ik het eerste gesprek mee (indien nodig) en startte de weg naar genezing…Van mannen zowel vrouwen die ik daarna in volle bloei zag komen…Tja...openhartigheid lokt openhartigheid uit...


Terug naar de personeelskantine: Vanaf die tijd nam meneer van H. wel eens tijd voor me in zijn kantoor. Ik mocht hem Fred noemen… Hij moedigde me aan, gaf complimentjes, een knipoog, een lach tijdens ons werk en ontwikkelde zich langzaamaan een gevoel van wat wel eens vertrouwen zou kunnen worden. Later veranderde dat gevoel en ging lijken op verliefdheid zoals beschreven in de boeken die ik las…

Fred van H, achtendertig jaar, getrouwd en vader van een dochtertje. Daar zat ik niet op te wachten… Here Jezus.

Nu weet ik dat de hunkering naar liefde getraumatiseerde meisjes tot gemakkelijke slachtoffers maakt. Een mens met verkeerde bedoelingen pikt ze er zo uit en pakt zijn slachtoffer in met aandacht en surrogaatliefde en maakt ze emotioneel afhankelijk oftewel horig.

Tegenwoordig doen loverboys dit op dezelfde manier. In het consuminderhuis heb ik daar later vele voorbeelden van gezien en herkent. Daardoor kon ik vrouwen en mannen steunen…omdat ik ervaringsdeskundig was in alle shit die een mens maar kan overkomen…en...overleven

Annemiek.