Beste mensen,
Je kind loslaten is hem/haar de nodige groeiruimte geven.
Als moeder is dat veel moeilijker dan alles zelf doen en
regelen.
Natuurlijk blijf je achter de coulissen wel met toezicht
aanwezig,
Zodat je weet waar ze zijn en wat ze doen…
Annemiek.
Tip…Op zondag zijn de kaasblokken (950 gram) drie euro afgeprijsd. (5,99 euro) Bij PLUS op de kamp in Landgraaf.
Ze zijn
vacuüm verpakt dus inslaan als je nog kaas hebt is zeker aan de orde…
Een paprika in stukken en een halve courget
in stukken mee roerbakken.
Doen met wat er is. Beetje zout beetje kerriepoeder, beetje weetikveel.
Het laatste stukje brood in stukjes erbij en zo heel erg lekker…Tip
3…Prei quiche…
Ingrediënten
voor de vulling:
3 flinke prei
1 doosje slagroom
Geraspte kaas
Ingrediënten
voor het deeg:
250 gram volle yoghurt
1 ei
4 eetlepels melk
Snuf zout
1 zakje bakpoeder.
Bloem
Af
laten koelen terwijl je de eieren en de slagroom met een garde in een kom
mengt. Geraspte kaas naar smaak toevoegen.
Ongeveer 250 gram bloem toevoegen en met de hand
kneden. Het deegje rijst direct dus snel bloem toevoegen en kneden tot het deeg
loslaat van je handen.
De
oven voorverwarmen op 180 graden…
Het deeg bij de randen schaal afrollen en met een vork inprikken.
De prei verdelen op het deeg en de ei/slagroom/kaas over de prei gieten.
Bovenop geraspte kaas strooien.
De
rest deeg heb ik verwerkt tot rozijnen breekbroodjes. Een
handje witte rozijnen door het deeg kneden.
De rol aandrukken en in plakken snijden. Op een bakplaat
een stuk bakpapier en de rolletjes in bloemvorm ietsje van elkaar leggen. In de
oven tot lichtbruin en net gaar. De broodjes uit de oven direct bestrijken met
abrikozenjam.
Met mijn hand maakte ik een neerwaartse beweging bij elke
punt om aan te geven dat ze even moest wachten. Op een gegeven moment ging ze
zelf die afkappende beweging maken. Om je kapot te lachen.
Kinderverhalen uit de koran. In een verhaal kwam een handelaar
voor, die zijn spullen overlaadde van zijn boot naar de wal.
Suaad leert moeilijke woorden en ik vroeg of ze wist wat overladen betekende.
“Ja hoor, hij heeft zijn telefoon opgeladen,” was haar antwoord.Ik zag de handelaar uit de prehistorie al zijn telefoon opladen…
Rest deeg verwerken tot rozijnenbroodjes. |
Op maandagochtend sport met vriendinnen in mijn woonkamer met Barry White (muziek) en op dinsdag spierpijn.
Op woensdag weer sport
(alleen) in mijn woonkamer door de pijn heen. Zelfdiscipline…
We hebben nog een duif gered Samira, een mevrouw en ik. In het winkelcentrum zat een duif met bloed en ontlasting rondom en geen mens bekommerde zich om het beestje.
Samira en ik waren onderweg om te gaan lunchen bij een restaurantje.
Nou dat kan altijd nog en deelde Annemiek de lakens uit.
Samira werd gestuurd om een kartonnen doos bij een winkel.
dierenambulance wilde bellen. Mijn jas werd uitgedaan en de duif in een hoekje gedreven. Het arme wicht was doodsbang.
Toen de jas over
de duif viel durfde de mevrouw hem wel te pakken want diep bukken lukt me niet.
De duif in de doos en erop geschreven:
Naar huis.
Alleen naar huis, zo heel gewoontjes, met de bus, alsof ik winkelen
was geweest. De baby bleef achter in het ziekenhuis. De mooie beautycase en een
koffertje de trap op naar de flat. Mo die nog lag te slapen.
Het was niet bij hem opgekomen om zijn vrouw uit het ziekenhuis te halen. Een overhemd op een stoel en een paar schoenen op de grond. Stilleven van een echtgenoot.
De ronde was snel gemaakt. Eerst het kleine babykamertje waar
Samir binnenkort zou slapen. Zijn badje en zijn knuffelbeestjes. Het
speeldoosjeshart met het wijsje werd aangezet. “Slaap kindje slaap, daar buiten
loopt een schaap.” Het raam open… Als
hij nu maar snel naar huis mocht. Wat was hij klein en fijntjes….. mijn kind. Zou hij weer worden
zoals direct na de geboorte? Het mooie donkere bolletje. Het glanzende donkere
huidje.
Alles leek zo gewoon. Alsof ik niet was weggeweest. Een
vrachtwagen stopte voor het stoplicht. De suikerpot rinkelde op tafel. Er stond
een afwasje op het aanrecht en de cyclaam op de vensterbank moest nodig water
hebben…..
Op tafel lagen wat felicitatiekaarten. Eentje met het
handschrift van mijn moeder. De tekst: “Van harte gefeliciteerd met de geboorte
van uwen zoon. Familie van Deursen Smits.” Een kaart van een zus en één van een
collega. Even later de geur van koffie pas gezet en een echtgenoot die opstond.
Weer thuis! Een zoen en het bekende ritueel van alle dag. In de spiegel van de badkamer zochten zijn ogen de mijne terwijl scheerschuim in vlokken zijn baardgroei bedekte. Hij wist zich niet te gedragen. “Hoofdpijn,” zei hij. Alleen wat hij voelde scheen belangrijk. Waarom vroeg hij niet hoe het met mij was? Gestommel op de trap. De bejaarde buurvrouw van de flat begane grond kwam moeizaam naar boven. Ze had me zien aankomen. Even een bosje bloemen brengen. “Hoe was het nu met het kindje?” “Ze kunnen zoveel tegenwoordig.” “Ja, dat is zo.” “Als hij naar huis mag… kom ik kijken.” “Dat is goed.”
De was werd aangezet en de bus weer genomen. De afgekolfde borstvoeding
brengen voor de tweeling en kijken naar mijn kind. Was er al wat meer beweging
in dat frêle lijfje? Wat zei de dokter?
Mo ging mee als de werktijden het toestonden. Samir zou aan
speciale voeding moeten blijven. Borstvoeding geven bleek geen optie. Als hij
naar huis mocht zou ik het kolven voor de tweeling staken. Een baby verzorgen
en ook nog naar het ziekenhuis borstvoeding afgeven was echt te veel. Misschien
dat iemand het af kon halen? Van de moeder van de tweeling taal noch teken.
Er kwam een dag dat Samir van het infuus afging, maar zijn gewicht steeg pas echt toen hij flesvoeding kreeg. Hij mocht dan even uit de couveuse. Het flesje geven en het boertje tegen mijn schouder De prachtige oogjes leken me te zoeken. Voetjes en handjes die groter leken dan die van de andere baby’s. Hoe mooi was het hoofdje dat kleiner leek dan het hoofdje van de andere baby’s.
“Arabische bouw”, vertelde een verpleegkundige. “Kijk naar uw
man en u ziet dezelfde skeletbouw. Denk het kroeshaar van uw man maar eens weg.
Europese mensen hebben een groter hoofd.”
Tja…..daar had ik me echt nog nooit in verdiept. Was dat zo?
In ieder geval leek mijn kind sprekend op zijn vader. Een wens vervuld. Hoe zou
hij worden als hij groter werd? Zou er iets van mezelf in hem terug te vinden
zijn? Welke karaktereigenschap?? De tijd zou het leren…..
Moeder worden of moeder zijn?
Moedergevoelens…..krijg je die direct als het kindje geboren is? Of leer je het moederen elke dag een stukje meer? De dag dat Samir mee naar huis mocht was een gouden dag. Steeds weer sloop ik zachtjes naar zijn bedje om te kijken. Met gebalde vuistjes boven zijn hoofdje lag hij te slapen, een derde van het bedje vullend. Het kleine lijfje in de grote handen van Mo terwijl ik het flesje klaarmaakte.
Hoe klein was het ventje maar hoe vurig zijn gehuil in de
nacht. Zijn hoofdje rood van drift. Een man die vroeg op moest. Dagdienst
begint om half zeven. Om vijf uur moest Mo opstaan. Een vrouw met een baby
tegen de schouder en doorwaakte nachten. Lopen door de gang en de kinderkamer.
Zo moest het NIET. Dat wist ik wel.
Ach ja…..
Iedereen ter wille zijn. Zorgen dat Samir niet huilde. Het
moest maar even zo. Als Mo maar naar zijn werk zou gaan. Daar deed ik alles
voor. Zorgen dat hij genoeg rust kreeg als hij eindelijk van de kroeg
huiswaarts keerde. Het kwam te vaak
voor dat hij met een kater bleef liggen. Hoelang zou de werkgever dat
tolereren? Maar niet te veel aan denken.
De friemelteentjes van piepkleine voetjes moesten daar nu
echt sokjes aan? Een hemdje en een luier. Een truitje en een broekje aan een
spartelend lijfje dat geen moment stil kon zijn.
Een mens zou er zenuwachtig van worden. Ik was er zo mee klaar. In een hansop ging het kind: truitje, broekje en sokjes tegelijk. De kinderwagen werd de trap afgedragen. Mooie witte lakentjes en een dekentje. Vijf minuten lag de boel nog recht tot spartelende beentjes er een puinzooi van maakten. En op het baby-peuterbureau vond ik mijn Samir de mooiste van alle baby’tjes. De andere baby’s waren veel rustiger. Samir was gespartel zonder einde.
Het huilen in de nacht hield aan. Dat doet een baby niet voor niets. Er moest iets mis zijn… in zijn buikje misschien? De dokter werd erbij gehaald die niets meer vond dan een vurig ventje dat duidelijk moest leren wanneer het dag en nacht was. “Huilen laten”, was het advies. Een boze onderbuur mepte op radiatoren van de verwarming. Een schor geschreeuwd babystemmetje als ik hem liet huilen. En ik? Ik voelde me een waardeloze moeder. Soms won Samir en soms won ik.
Vermoeidheid alom en een Mo die maar niet begreep waarom dat laten
schreeuwen zo nodig moest. In Tunis droegen de moeders de baby’s overal mee
naar toe. Liepen nachten rond met klaarwakkere baby’s, volgens hem, of ze
sliepen samen in een bed. Baby’s kregen altijd hun zin. Er was veel onenigheid
over de aanpak van onze huilbaby tussen Mo en mij. Ik werd er onzeker van en
luisterde toch maar naar de raad van onze huisarts.
Volgens Mo moest ik gewoon gaan werken en de baby bij de
vrouw van zijn Arabische vriend brengen om op te voeden op de Arabische manier.
Die zou er wel raad mee weten en zou veel rust in huis brengen. Het kind alleen
in het weekend halen. Nu kon het nog. Het zwangerschapsverlof was nog niet om.
Ik kon nog terugkomen op mijn ontslagaanvraag. En weer begon het overhalen met
de bijbehorende ruzie. NEE! NEE! Ik
zet geen kind op de wereld om het vervolgens uit te besteden… Zeker het eerste
jaar niet.
Toch zou er een oplossing moeten komen voor de geldproblemen
als Mo elk jaar naar Tunesië wilde.
Er was nu al geldgebrek ondanks dat mijn salaris nog binnenkwam.
De drankschulden bij bar Abdella en de taxi’s. De dure melkpoeder voor Samir en
de luiers. Als Mo na een ruzie weer eens richting Geleen vertrok kwam hij
steevast in de kleine uurtjes naar huis.
De depressie van Mo kostte smakken geld. Hoe lang zou zoiets
duren? Er zou extra geld binnen moeten komen. Moest ik dan gaan werken voor de
taxikosten en kroegschulden van een labiele man? Mijn hoofd liep om van de
zorgen. Ergens lag nog de advertentie met de tekst: “Ervaren thuisnaaisters
gevraagd”. Slecht betaald werk, maar beter dan niets. Er zou een hoop bluf aan
te pas moeten komen. “Ervaren” was ik zeker niet. Ik maakte wel eens rokken en
een bloesje. Maar om me nu als “ervaren” te presenteren?
Nood breekt wet. In ieder geval zou er meer inkomen zijn en
dat was een goede zaak…..
Annemiek