zondag 27 oktober 2024

Mijmering 101 Een taartje voor de vogels, hergebruik frituurolie, hete bliksem en een verhaaltje...

Beste mensen,

Ideeën zijn mooi, 

maar zonder uitvoering blijven het ideeën.

Annemiek

Mijmering 101 2024.

Tip… De sedum in de glazen vaas krijgt eenmaal per week schoon water. 

Hij staat onder het afdak wortel te schieten…Geduld is een schone zaak.

Tip 2… Wasjes buiten op de lijn nemen in oktober de tijd om te drogen. 

Shirts en broeken open ophangen droogt sneller maar dat wisten jullie al. 

Ze vangen in ieder geval de geur van buiten drogen…

 en nadrogen kan altijd nog ergens binnen.

Tip 3…Hete bliksem op het menu, omdat drie appeltjes op moesten en ik gek ben op het gerecht.

Ingrediënten:

Evenveel aardappels dan appels

Twee dikke uien.

Klontje boter

Zonnebloemolie

Peper/zout

Eventueel witte bonen voor het plantaardige eiwit maar hoeft niet.

Werkwijze: Schil en was de aardappels en appels. Snij de aardappels kleiner dan de appels. 


Samen opzetten met wat zout en een beker water. 

Beslist niet meer water!

Want je kan de aardappels/appels niet afgieten. 

Dan glijd het moes zo in het riool. 

Het gerecht moet net droog gekookt zijn als de boel gaar is.

 Witte bonen erbij als je hebt.

Met de stamper door de hete bliksem met een klontje boter en wat peper. 

De uien schillen en in schijven snijden. 

In een stoofpan met iets zout en zonnebloemolie garen en bruinen. 


Een plukje uien apart op je bord en de rest door de bliksem scheppen…

Oh ja… dit gerecht heet hete bliksem omdat het zo lang kokend heet blijft, dus je bent gewaarschuwd.

Tip 4… Een taart voor Jeanke eekhoorn en de vogels. Knutselen in de zon en ergens weet ik heel mooi mos te staan dat in de nodige grote plakken werd opgerold. 

Een plastic bak werd ermee bekleed en met garen omwikkeld.

Met een lijmpistool werden doppinda’s op het mos gelijmd en voor de kleur een lijntje rode besjes, 

die ik vrijdag verzamelde aan de bosrand. 

De vier vakken bovenop de taart werden gevuld met stukjes vetbol en nootjes.

 Zoals je ziet kwam de taart op een taartstolp op de tuintafel…

De deksel van de viooltjes pompoen is beschimmeld en kan weg. 

De pompoen zal nog wel enkele weken overeind blijven…waarna de viooltjes in een mandje worden overgezet. 

Tip 5... verduurzamen. De planken van het hek en de houten poort beginnen wat kaal te worden en ik heb nog afgewerkte frietolie. 

Niet dat ik een friteuse heb, maar soms krijg ik de flacons aangereikt of duik ze op uit de
container bij de PLUS. 

De planken zijn weer waterafstotend door ze met een handvegertje rijkelijk in te vetten. 

De bank voor de schutting kreeg ook een kwastje mee… 

De binnenkant van het hek komt nog als ik energie heb bijgetankt…

Tip 6... Kasten verder reorganiseren. Achterin lage kasten reiken gaat niet meer. 

Een mand naar voren trekken wel waarin overzichtelijk staat wat ik bij de hand wil hebben.

Dat naar voren trekken gaat gemakkelijk als de plank is bekleed met een stukje vinyl. 

De pan op de bovenste plank glijd gemakkelijk over een tapijttegel.

Mijn leventje…  De zonnige dagen nodigden uit om op de fiets de breeveertien op te gaan. 

Via de Kakert heb ik geprobeerd de boerderijwinkel van fam Grooten te vinden. 

Oriëntatievermogen heb ik niet en ben op een gegeven moment in Heerlerheide beland. 


Onderweg nog mooie rode besjes gevonden en omdat ik altijd een snoeischaar bij me heb…kwam een ideetje boven drijven.

Ergens in Heerlerheide was een mooie landweg met bomen omzoomd die eindigde bij een steile trap met een fietsgeul, 

waar je met de fiets aan de hand vanaf zou kunnen.

 Uiteindelijk ben ik beneden gekomen en vond een bord waar Schelsberg op stond. 

Die komt in Heerlen Centrum uit weet ik, maar welke kant op was me even niet duidelijk.

Een aardige mevrouw wist het wel en kwam ik via de Sittarderweg in het centrum. 

De stad door gefietst en nog op een terrasje in de zon beland. 

Via de bekende weg weer richting Landgraaf. 

Als een mens maar in beweging blijft nietwaar, op een zeldzaam zonnige dag in oktober…

Een verhaal uit het herschreven manuscript van mijn boek: Onderweg naar vrijheid.

 Mo.

Achtentwintig jaar, een opvallend mooie man. Tenger van bouw en met zijn “Africa-look”-kapsel paste hij perfect in het modebeeld van die tijd. Soul, reggae en kleurlingen. Hij was trots op zijn enorme bos kroeshaar waar hij veel aandacht aan besteedde. 

Een zeer verzorgde meneer waar menigeen een voorbeeld aan kon nemen. Altijd glad geschoren en bij elkaar passende kleding. Ik herinner me een lichtgrijze pantalon met zeer wijd uitlopende pijpen. Dat heette in die tijd een “soulbroek”.


Verder droeg hij jeans van het Italiaanse merk Panmo. Het enige merk dat hem leek te passen met zijn lange benen en smalle heupen. Zijn schoenen blonken altijd als een spiegel en hij hield van leren jasjes. Hij bezat een colbertmodel van lichtbruin leer en een jackmodel in zwart. Verder was er nog een donkerblauw leren jasje voor naar zijn werk.

Mo werkte als lasser bij de Volvo in twee/ploegen/diensten. In zijn vrije tijd deed hij aan hardlopen, deed zijn kleine huishouding, ging op stap en schreef met grote regelmaat brieven naar zijn familie in Mateur en Ain Draham in Tunesië.


Zijn verzorgde uiterlijk, zijn melancholieke ogen en zijn charme maakten hem snel tot het middelpunt van onze groep. Jammer dat hij zo slecht Nederlands sprak. Maar dat was te leren. Met z’n allen gaven we hem les. Daar voelde Mo wel wat voor. We keken eens rond voor lesmateriaal.

Wie had nog kinderboekjes van de eerste klas? Maar eerst gingen we bij hem eten! Daar wilde hij graag hulp bij hebben. Dianne misschien? Dianne durfde niet alleen. 

Thuis was er commentaar geweest over de afspraak met de buitenlander. 

 Als Annemiek of Nelleke meeging? Dan mocht het wel…

Chacchouca, couscous en harissa.

Het huis van Mo lag achter een slijterij. Na het uitgaan, tijdens onze tocht huiswaarts, waren we steeds aan de voorkant voorbij gekomen. Het was even zoeken. 

Drie kleine woningen met plat dak stonden in de achtertuin van de zaak. Huisje 22A, 22B en 22C lagen achter een parkeerterrein van grind. Het leken wel seniorenwoningen. Bij het middelste huis ging de deur open en Mo verscheen in de deuropening.


Dianne was best zenuwachtig en ik ook wel een beetje. Nelleke zou later komen. De ons zo bekende Mo leek heel anders in zijn huisje. Er klonk Arabische muziek en er was een huisgenoot begrepen we. De huisgenoot stelde zich wat nors voor. 

Hij droeg vreemd gevormde leren sloffen met een spitse punt naar boven gekruld. Via de buitendeur kwamen we direct in een kleine woonkamer waar ook een kookgedeelte was. Er stond een eethoek die de kamer bijna geheel vulde. Er was een aanrecht en wat planken met kookgerei erop.

Mo liet ons zijn kamer zien die links van de woonkamer lag. Een eenpersoonsbed paste precies tussen twee muren. Vlak daarnaast stond een tweedeurskast. Ook was er een wasbak met warm en koud water met een badmatje ervoor. Alles was piepklein maar
kraakhelder. 

Verder was er in het gebouwtje nog een toilet en een douche. De kamer van de huisgenoot Abdesalam lag rechts van de woonkamer, daar zijn we uiteraard niet geweest… Sanitair en woonkamer waren voor gemeenschappelijk gebruik. Ze huurden het gemeubileerd voor een woekerprijs, hoorde ik later.

Voor de ramen hingen overgordijnen met grote bloemen erop. Zoals de slaapkamergordijnen van vroeger bij mijn moeder thuis. Inboedel en aankleding waren van het soort spul dat de mens zoal wegdoet, maar Mo was trots op zijn huis. Dianne en ik keken elkaar eens aan. Terwijl Mo Arabisch sprak met de medebewoner kregen we de indruk dat ze elkaar niet mochten. Dit werd later bevestigd. Een Marokkaan en een Tunesiër dat ging niet zo goed samen. Er was een groot verschil begrepen we na verloop van tijd. Maar eerst werd chacchouca gemaakt.

Annemiek.