Eigenwaarde is de kracht waardoor je gezonde keuzes kan maken. Mensen met weinig eigenwaarde vertonen een sociaal wenselijk gedrag en hebben meestal veel vrienden.
Ze zijn mensen terwille om aardig gevonden te
worden… steeds verder afdwalend van hun eigen ik.
Annemiek.
De regen is nog nooit zo welkom geweest. Het wegenzout is in de voegjes van de klinkers gespoeld.
Alle groene aanslag en onkruid is weg en
blijft een heel seizoen weg weet ik.
Net voor een regenbui is natuurlijk
het beste…
Een paar dagen zout op je stoepje in afwachting van regen, is ook geen probleem.
Het spul werkt ook al in de zon. Bij mij lag het vier weken bij gebrek aan regen.Tip 2…Elke dag jens ik nog steeds wat bamboestokken in de grond bij opgeschoten frambozenstengels.
Ik bind ze aan… met strookjes panty, deze keer van Louise E. die me af en toe een voorraadje stuurt.
Duurzame groene 60 denier of zo, ze zijn zo breed en vormvast dat ik zes stroken uit een been kan knippen.Dankjewel Louise. Geen cm gaat verloren.
Tip 3... Het kind van de oude seringenboom kon ik 10 cm omtrekken richting muur van buur.
Het kind is nog op een leeftijd dat het nog te vormen is, al ging het moeilijk.Jawel met twee hele panty benen die ik aan de ene kant onder polsdikke hederatakken had gewurmd.
Dubbel getrokken en een flinke knoop erin.
Daardoor was een lus ontstaan.
Een derde en vierde pantybeen om de boom geslagen en door de lussen getrokken.
Met brute kracht en direct vastleggen werd het doel cm voor cm bereikt.
Kind seringenboom staat kaarsrecht volgens mij zodat in de toekomst het trapje goed begaanbaar blijft
als boomkind groter wordt en niet
meer te hanteren is…
Ingrediënten
ratatouille in april.
1 dikke ui
1 courget
Enkele aardappels
Paprika stukken uit de vriezer
i.p.v. tomaten een deel van een pakje tomaat in stukjes.
Zout en Arabische kruiden
Zonnebloemolie of olijfolie.
Werkwijze: De gesnipperde ui fruiten en vervolgens alle groenten grof gesneden toevoegen.
Van hard naar zachte soort. De kruiden toevoegen en de helft van het pakje stukjes tomaat.
Het pakje weer dichtvouwen en in een hergebruik plastic zakje in de vriezer voor de volgende keer.
De groente tot beetgaar sudderen en
de smaak was voortreffelijk.
Peper/zout een ei en wat bloem of havermout
of gemalen havermout.
Ik nam deze keer bloem.
Ik experimenteer ook al eens met toevoeging van een stuk selderijknol of rauwe bloemkool raspenals dat eventueel
voorhanden is. Bloemkoolstronk kan ook.
Als je altijd maar dat ei de
bloem/havermout ui en peper/zout toevoegt bij de basis van courget of
aardappel.
De foto’s wijzen je verder de weg…
Foto's groente reifkoekjes. |
kiezen te hebben.
Daarna krijg ik slikproblemen en hoestbuien als ik probeer te eten dus maar niet. Wel lukt dunne griesmeelpudding of custard vla. Zelf gemaakt natuurlijk op gewenste dikte.
Drinken lukt altijd en wat kan je veel met aanpassingen. Met een vriendin lunchen rond de middag lukt prima
of een kopje koffie of een ijsje op alle momenten van de dag…Iets heel anders… Goed dat ik elke ochtend de tuin door loop en zag ik de reserve lobelia’s zielig erbij staan.
Er zaten 28 slakjes in EEN pot die naar elders werden
verhuisd.
Het opkomende zaaigoed pastinaak kan ik nu al afschrijven…
Alle klein glad opkomend blad vreten de slakken bij de bodem af dus ook de papaver die maar niet opkwam…Wat een geluk dat ik de kruisbessen in de border zette en verder spul met grof ruw blad.
Als de slakken nu maar uit de manden op het hofje weg blijven waar ik ook lobelia’s bij heb gezet…
Voorlopig komt overal koffieprut in… en de pot lobelia’s staat nu op de tuintafel…
Het is alsof ze
juichen in de regen… omdat ze van de ondergang werden gered?
Nog een verhaaltje? De start van een serie…en nog niet eerder gepubliceerd.
28 slakjes in een pot lobelia's. |
Of ik dat aankon? Dat zou wel blijken nietwaar. Gewoon beginnen met fietsen en
kijken hoever ik komen zou. De fiets op
de trein terug naar huis kan altijd nog.
Mijn fiets was indertijd een Giant met 24 versnellingen en een gel/zadel. Aan stuur en zadel extra vering en intussen had ik enige fietservaring lange afstanden.... het moest kunnen dacht ik zo. Na mijn eerste fietstocht wist ik wel wat ik allemaal wel en vooral niet mee moest nemen.
Beslist mee moest: warme trui, regenjas, toiletspul in de kleinste verpakking, en Linda’s wonder crème, die kan op gezicht als dag crème en op zonverbrande armen en nek, op schrale billen van randjes van slipjes en op mijn voeten. Uier crème voor het kruisgebied vooral niet vergeten. Elke ervaren wielrenner gebruikt het spul.
Een katoenen nachthemd waar ik mee rond kan lopen bij mijn overnacht adres,
als ik naar het toilet moet. Mijn onder/fiets/broekjes en sportbeha’s, T-shirts
en fietshemdjes en twee korte broeken.
Alles heeft opgerold zijn eigen plekje in de drie fietstassen, ook banden
plakspul al zou ik niet weten hoe een band te plakken. Daar zou ik wel een
handige meneer voor op moeten snorren.
De fietshandschoentjes aan, nog even de kippen controleren en de poes, het briefje voor Joseetje in haar brievenbus, ze gaat de beestenboel verzorgen.
Op een zaterdag begin september 2005 gaat deze dame het avontuur tegemoet, het weer zit mee, niet te warm rond de 22 graden, morgen iets warmer hebben ze voorspeld.
Om acht uur fiets ik de straat uit, richting Brunssum volgens de woensdagvriend is het korter naar Urmond via Hoensbroek, Vaesrade Geleen.
In Urmond begint de eigenlijke maas/route, die ik wil gaan fietsen, veel stille weggetjes langs de rivier.
Het word een ramp als ik verdwaal rond Tull, mijn kaart lijkt chinees en ik besluit richting Sittard te fietsen, waar ik boven aan de windrakerberg uit kom, bekend terrein, maar kilometers om gefietst. Wat een energie verkwanseling.
Ik besluit via Munstergeleen, Einighausen naar Berg te fietsen langs het Fortuna stadion.
Ook dat is bekend terrein, en word ik wat rustiger, al weet ik niet of ik het halen zal met al die extra kilometers aan mijn inmiddels al poreuze billen.
In het hart van Berg besluit ik koffie te gaan drinken, geen café open, te vroeg.
Er zit een oudere meneer op een bankje en terwijl ik een boterham eet hebben we een gesprek, over de vrouwen van vroeger die geen fietstochten alleen hielden en achter het fornuis hoorden, hoe hij iedereen in het dorp kent.
,,Kijk daar gaat Mia die woont daar achter, in die seniorenwoning, ze gaat naar de kapper elke zaterdag, dat is vlakbij.’’
,,Heb ik geen man?’’,, Nee wel een kat en twee kippen’’ vertel ik met een
grijns, ,, die breng ik naar het asiel als ik genoeg van ze heb!’’[grapje]
“Dat kan je met een man niet,’’ merkt hij op, hij kijkt bedenkelijk en schuift
een beetje van me af, “wilde wijven tegenwoordig’’ hoor ik hem denken.”
Ik ga weer hoor, “goeie reis,’’ roept hij nog.
Aan de maas begint mijn eigenlijke fietstocht, de prachtige weggetjes door
kleine dorpjes, soms is er een bord weg en raak ik de weg kwijt, maar niet echt
want de maas is mijn leidraad.
Tegen half een in de middag ben ik via Nattenhoven en Grevenbicht in
Roosteren beland en bij de Roosterhoeve besluit ik grote pauze te houden op het
terras.
Het is nogal een chique gelegenheid maar de kelner heeft er geen moeite mee als
ik in fietstenue op het terras ga zitten, hij vraagt waar de tocht naar toe
gaat en is echt geïnteresseerd.
De verse koffie is heerlijk, met een schaaltje boterkoekjes en even later
zit ik echt ontspannen aan mijn tweede kopje, de laatste spanning lost op en
het vakantiegevoel komt. Als ik het niet haal pak ik toch de trein terug, ik
heb ook een nette broek bij me, en de fiets kan op de trein. Ik zit er een tijdje,
er komen wat netjes geklede gasten met cadeautjes, zeker een receptie, met
sommigen heb ik een praatje, hoeveel kilometer ik erop heb zitten bijv. Dat
willen ze allemaal weten.
Weer op de fiets richting Ohé en Laak, hier en daar een bankje, de route staat
in Noord Limburg duidelijk aan gegeven.
Ik ontmoet een jong stel uit Friesland die hier op vakantie zijn, ze zitten
te puffen in de hitte, ik vind het wel mee vallen.
Ze vertellen van regen en wind te houden en dat ik dat wel gek zal vinden.
Nee hoor, ik ken ook zo iemand…

Gaan zitten waar ik wil en met niemand rekening hoeven te houden, geen
prietpraat aan horen en vol kunnen genieten zonder dat iemand me afleidt.
Ik vertel al heel lang alleen te wonen en dan ben je gewend alleen te zijn, en
dat het een bewuste keuze is die me uitermate bevalt, alleen fietsen hoort daar
ook bij.
Het is de gelukkigste tijd van mijn leven vertel ik.
Nu begrijpen ze het opeens, ieder zijn eigen sprookje, jullie met zijn
tweetjes, gezellig.
Voor mij hoeft dat niet meer, het werkt verstikkend omdat ik nooit de juiste
vond… Die moet nog geboren worden…
Als ,,eenzame’’ fietser heb ik vaak aanspraak merk ik, en ga er op in als de
persoon interessant lijkt en als ik in ben voor een praatje.
Richting Roermond waar de route een lus maakt rond de Maasplassen, daar voel ik
niets voor en besluit door te gaan richting Buggenum.
Maar welke kant is dat?
Het staat nergens aan gegeven, er is een wegomlegging en inmiddels weet ik
van mezelf dat ik in deze stemming gigantisch mis kan rijden.
Ik neem een pauze en vraag aan wat mensen of ze bekend zijn.
Een jong stel op de fiets moet toch die kant uit en ik fiets achter hen aan een
stukje van Horn door en wijzen ze me de weg tussen de weilanden.
Herkenningspunt is een megadisco midden in het veld.
Inmiddels is het bloedheet en de disco word gepoetst en is gesloten.
Ik mag toch op het terras zitten en kan zelfs een bitter lemon bestellen en
mijn flesjes worden met koud vers water gevuld, heel hartelijke mensen.
De eigenaar vertelt hoe ik in Buggenum kom, maar iets verder word de weg
opgebroken, misschien kan ik er met de fiets toch door.
Even later klim ik met fiets en al over een dikke rioolbuis en kom aan de
maas uit. Vlakbij ligt de Centrale van Buggenum, hoera, goed op schema, mijn
zelfvertrouwen stijgt.
Als ik even later op een bankje balans op maak, vind ik het jammer dat ik in het vestingstadje Stevensweert niet langer gebleven ben, maar er zullen nog vele fietstochten volgen hoor, en weet ik al weer wat meer.
Vooral in Linne had ik wat langer willen blijven bij de sluis, ook later
nog eens.
Ik weet nu zeker dat ik op tijd bij mijn overnacht adres van ,,vrienden op de fiets”
ben en dat ik dat wel vol hou, morgen zie ik dan verder.
Om vijf uur in de middag ben ik in Buggenum en tijd om aan iets te eten te
gaan denken.
Even later kom ik langs een boerderij met kruiwagens vol bloemen en is er
een cafeetje annex frituur met een terras, pauze.
Café frituur ,,oppe berg’, de koffie in een beker maar wel lekker en die frituur
midden in het café was erg uitnodigend, een frietje met sla en een visstick,
vette hap dus en niet mijn stijl, maar ik had er zin in. De serveerster is heel
vriendelijk en onder een zonnescherm in een zachte stoel met kussentje voel ik
me zalig, voldaan moe en schrijf wat notities op, kijk wat mensjes.
![]() |
Mijn hofje september 2005. |
Het word druk in de frituur en ik besluit verder te gaan, langs weilanden
smalle weggetjes kom ik bij een eenzaam huis en ben het spoor bijster.
Er staat een meneer te klussen en ik vraag of hij me op de goede weg kan
zetten.
We lachen wat, nadat hij heeft gezegd niet van de jehovagetuigen te zijn. Even
een praatje want meneer wil ook weten waar die “eenzame” fietser naar toe gaat,
die nooit eenzaam is.
Weer verder richting Kesseleind suf ik wat achter een bejaard stel aan
langs de napoleonbaan, op die leeftijd kan je ook nog fietsen bedenk ik, ik
schat ze ver in de tachtig.
Opeens is er een bord waarop Kesseleind aangegeven staat en doodmoe loop ik een
eindje, even rustig aan… de beenspieren strekken.
Het ouder stel heeft me opgemerkt en stopt om te vragen of ik de weg kwijt
ben, och eigenlijk niet, maar weten ze toevallig de Peelweg?
“Moet u bij Mia V zijn,’’ vraagt de vrouw, terwijl ze naar mijn zwaar beladen
fiets kijkt.
Ja dus, het dorp is klein en de sociale controle goed blijkbaar. Het
echtpaar wijst me de weg, een klein weggetje langs een boerenerf, ik ben zo moe
dat ik de kluts kwijt raak en nog eens moet vragen aan twee dames die pools
spreken en een man halen die precies weet waar Mia V. woont.
Een “Hans en Grietje’’ huis in een verwilderde tuin met een prachtig
beschilderd bord B&B in de
voortuin vind ik op Peelweg no. 3.
Een hartelijke meneer die aan het snoeien is beantwoord mijn vraag of ik
hier wel goed zal zijn?
Later hoor ik dat de meneer Gerard heet, met de klemtoon op de a dus op zijn
Frans uitgesproken en dat hij heel veel klust voor Mia en niet alleen de heg
snoeit.
De fiets achterom op het hofje, een hartelijke gastvrouw die mijn kamer wijst
en verteld dat de mede gasten onder de douche staan om daarna te gaan eten in
het dorp.
De kamer is met veel kleine raampjes en schuine balken, groot met een goed bed
en een zitje, zelfs een wasbak op mijn kamer.
Wat een luxe, mijn bagage naar boven en even later zit ik op het hofje en drink wat fris. Mia is achter op haar schema, ze moeten naar een verjaardag en ze moet nog koken.
Samen zitten we buiten, ze schilt dikke schillen van een hoop aardappelen en
snijdt een spitskooltje.
“Stamppot,’’ zegt ze, en rent naar binnen om alles op het vuur te zetten.
De was bolt in de wind, droog dus en ik pak hem af en vouw de lakens,
De douche is vrij en het is een zaligheid het warme water over mijn bezweet
lijf te laten stromen. De badkamer en een toilet op de eerste verdieping is
alleen voor de gasten, wat een luxe.
Een rotan rek vol zachte handdoeken past bij het oude huis, met de oude raamklinkjes
met gaatjes en de balken, de deuren in oude stijl.
Ik voel me zeer thuis, het uitzicht op de verwilderde tuin, de haan die
gewoon de hele dag door kraait heet Foppe de Haan hoor ik later.
Even op bed met mijn oud katoentje wat weldadig aanvoelt, Linda’s wonder crème op de billetjes en mijn verbrand gezicht, benen en armen dommel ik wat weg.
Heerlijke geuren komen uit de keuken en Mia vind zelfs even tijd voor een
praatje, als ik mijn fietskaart bestudeer.
De route naar Eindhoven door de peel, langs een knooppuntenroute raad ze aan.
Langs het kanaal, ik schrijf wat nummers van fietsroutes op en we spreken af
hoe laat we ontbijten en ze geeft een telefoonnummer door waar ze vanavond zal
zijn.
Sleutels worden klaar gelegd en mee gegeven aan de medegasten, een echtpaar
met twee pubers uit het noorden des lands.
Mia en Gerard vertrekken, en word het stil in huis, op de hond na die een wolf
probeert na te doen, het is een kluchtig gezicht hoe hij zijn kopje omhoog heft
en jankt.
Hij wil mee en dat kan niet, op een stoel staat hij en kijkt door het raam naar
het pad waarlangs Mia en Gerard zijn verdwenen. Het arme beestje wordt getroost
en wijkt niet meer van mijn zijde…
Annemiek.